Handelsbank
BANK - UNIE
liezelle als Vlaming!
SNIPPERINGEN
Vaart Yper=Yzer
08 Mriijks oriel
nan nel ssigiscii Episcopaal
100.000.000 franken.
De Belgisehe \\z\d
van JVIolokai
Jfet Ypepsehe CJoltj
N. V.
Kalanderberg, 1, GE$T
betrokken bij de
Het Kapitaal en de Reserven
der bij deze UNIE aangesloten
Banken overtreffen de
52 Jaar. - Nummer 34.
30 Centiemen.
Zaterdag 23 Oogst 1930.
Katholiek Weekblad van het Arrondissement Yper
i)d ))|icrecl)c tiolk
ABONNEMENTPRIJS
1 Jaar 15 fr. 6 maanden 9 ff. 3 maanden 5 £r.
Men abonneert in alle Postkantoren en in bet Opstelbureel.
ABONNEMENT VOOR 'T BUITENLAND:
25 frank. Op het Opstelbureel alleen te vragen.
BEHEER EN OPSTEL
io5, ZONNEBEKE STEENWEG, io5, YPER
Postcheckrekening 40.201
fj. casier)
waar op alle wekedagen a1 e inlichtingen te bekomen zra
van 14 tot 16 uur.
AANKONDIGINGEN Prijs bij overeenkomst.
Alle Aankondigingen moeten tegen den WOENSDAG
ten laatste ingezonden women.
Kleine berichten en nieuws ten laatste tegen den
WOENSDAG avond.
ZITDAGEN.
D" BRUTSAERT, Kamerlid, is spre-
kelijk voor iedereen:
Te POPERINGHE, in rijn huis,
's morgens, den Maandag en Vrijdag.
Te YPER, den 1* en 3' Zaterdag der
maand, van 9 tot 12 uur, in den
Katholieken Kring.
Te WERVICK, den 2* Zaterdag der
maand, van 9 J4 tot 12 uur, in Het
Kapitel
HANDELAARS
vraagt eene aankondiging in
«HET YPERSCHE VOLK»
(Vervolg en
O. Gezelle was dus, zooals wij zeg-
>n een zuivere, echte, onbaatzuchtige
Jaming. die het steeds wel meende
aet zijn taal en zijn volk; een vrede-
ievend Vlaming, die de Vlaatnsche
flangen diénde door de liefde welke
iij verwekte voor Vlaandereris rijke
ai. schoone kunst en grootsch vefle-
;fneen West-Vlaming, die Vlaande-
ens rijke taalschat verdedigde tegen
!e ingrijping van het Hollandsch sno-
,j,me. In zijn strijd tegen het Hol-
sadsch. gaat'hij hand in hand met den
kies Johan Winkler, die in zijn
-tel een samenspraak tusschen
Vlaming en Fries over Nederlandsch
Hollandsch, klaar en duidelijk
gedachten en gevoelens weergeeft,
elke de beide taalliefhebbers onder
lig deelden. Uit die voorgestelde sa-
nenspraak ziften wij de volgende be-
chomvingen, die toonen wat Gezelle
n fohan Winkler meenden over West-
ilaamsch, Hollandsch en Neder-
jndsch.
Vooreerst men verwart Hollan-
Itr» met «Noord-Nederlander», ge-
ijk men in Belgie een Brabander
bh verwarren met een Zuid-Neder-
iiider of Nederlandsch sprekend
iBelg Dat wil zeggen dat het «Hol-
jndsch», zooals men het ons hier wil
iiidringen. de taal niet is van Noord-
felerland, maar enkel de taal der
irovincie Holland dus eene gouw-
li gewestspraak gelijk ons West-
llaamschmet dat verschil nogtans
n ons West-Vlaanisch zuiver en on-
cschonden werd bewaard met zijn
ijkdom van oude vormen en woorden
s wendingen, terwijl dat het eigen-
ik Hollandsch stijf en stroef gewor-
:n is in zijn pedantisch gedoe, en
aarbij ellendig verarmd en ver-
anscht. Trouwens de groote chic
ui den Fransch-onkundigen Hollan-
is van te kunnen een fransch woord
kuiken, waar er nogtans een zui-
A'ederlandsch woord bestaat. Zoo
ü.een plaatskaartje weg en weêr
klch wel zuiverder Vlaamsch en
Rerlandsch dan het Holandsch re-
fcr En 't is ook Nederlandsch
met haar op wanneer de Hollaa
rs adverteeren dat ze een mag-
ifieke etalage hebben en hun clien-
le inviteeren Lees onze nieuws
bladen, zegt Winkler, hoe ze half-
fransch schrijven. Bij velen is min-
tens een vierde der zelfstandige
naamwoorden en werkwoorden, en
een achtste der bijvoegelijke naam-
oorden en bijwoorden fransch. Het
West-Vlaamsch is de taal van Maer-
lant, in al haar zuiverheid en rijk
dom van woorden en vormen, de
taal die zelfs door Hollanders
vordt geroemd als de schoonste en
'elluidenste aller Nederlandsche
k'ouwspraken. De West-Vlaamsche
preektaal is niet de gemeene noch
vuile straattaal, noch de in een stijf
keurlijf gedwongene schoölmees-
>ters boeketaal, maar de hertetaai
tn den rechtzinnig geloovenden
laamschen burger en landman. Ook
jjn de Vlamingen hetere Nederlan-
rs dan de Hollanders zelf. Ver-
t klagend over de Friezen en Vla
ggen die naar Holland streven, zegt
Zij doen alle moeite om hun
'ong tot de Hollandsche uitspraak,
die de Hollanders de geijkt Neder-
mdsche uitspraak noemen, te dwin-
?en; zij sloven zich uit om de rijk
dom van oude en welgepaste, zuiver
bederlandsche woorden, die ze tot
"un beschikking hebben, te verloo-
'benen of die voor Waalsche-valsche
::'unt te verwisselen. Een zaak die
G vooral wat hun uitspraak en
bngval aangaat, toch nooit volko
men ten uitvoer Brengen kunnen, en
d'e daarboven volkomen onnoodig
En verder nog, sprekend over
"ollandsch dat men ten onrecht
art met Nederlandsch zegt
ban Winkler en Gezelle met hem
ht zoogenoemd beschaafd Neder-
«ndsch is anders niet dan de Hol-
Jndsche gouwspraak of dialect, dat
L>ed is voor de Hollandsche gouw,
"vaar volstrekt geen recht of reden
Jn bestaan heeft in Friesland of
aanderen. Wilt gij nu weten.
Lezer, wat Nederlandsch is,
de werken van talrijke groote
'jfd-Xederlandsche schrijvers en
■•uaars zooals. Van der Palm,
rant, Broere. De Vries, Des Amo-
•an der Hoeven. Linnebanck. en
-nai Dr Schaepman. en gij zult
ïhjpen hoe H. Verriest. met zijn
''t-Vlaamsch netjes opgepoetst,
a! in Noord-Nederland zoo geest-
lig werd onthaald «omdat hij toch
mooi kon praten
''e talrijke uittreksels van Johan
"Mer waarmede G. Gezelle instem-
-zen dus voldoende om te bewij-
dat G. Gezelle geen Hollander
zuiver West-Vlaming was. Ook
gedichtjeVis unita fortior
de macht van 't samenwerken.
jlgens Caesar Gezelle (Biekorf)
(Vervolg)
Alléén de intrede van Pater Dami-
aan op Molokai was al een helden
daad. Hij had alles wel ingericht ge
vonden. dan nog had hij een heldhaf
tig offer gebrachtzooals het er nu
uitzag, groeide zijn offer naar het on
metelijke en bovenmenschelijke. Zijn
onderneming stond gelijk met levens
lange opsluiting op een eiland tus
schen melaatschen, aan wie hij toch
vroeg of laat in den verschrikkelijk-
sten zin van het woord gelijk zou
worden.
Zoo ellendig was de toestand, dat
P. Damiaan de drie eerste weken zelfs
geen onderkomen kon vinden. Hierin
had hij nochtans rap voorzien. Naast
het kerkje stond een breed-gekruinde
Pandanas. Onder het dichte bladeren
dak van dien boom bracht hij de drie
eerste weken den nacht door. Onder
dien boom wilde hij later ook begra
ven worden.
Niet lang moest Damiaan rondzien
om te begrijpen wat een harde arbeid
hem daar wachtte. «Jozef, jongen, hier
hebt ge werk voor heel uw leven
zoo moedigde hij zich zelf aan.
Terstond ging hij aan den slag! On
mogelijk hier alles op te sommen, wat
Damiaan gedurende zijn zestienjarig
verblijf te Molokai gedaan heeft. La
ten we zijne talrijke bezigheden eens
vluchtig overzien
Na een korte nachtrust knielt hij
neer vóór zijn kruisbeeld en houdt een
uur overweging. Daarna leest hij de
H. Mis, die gevolgd wordt door een
kleine overweging. In zijn kleine pas
torie vindt hij een karig ontbijtwat
rijst, koffie en een paar beschuiten.
Wat er overschiet gebruikt hij 's
avonds met een tas thee. die hij boven
zijn lamp verwarmt. Dat zal zijn
tweede en laatste maaltijd zijn.
Daarna beginnen de huisbezoeken.
Gedurig ziet men hem haastig te voet
of te paard v-an-de eene-hut naar de
andere rondsnellen, hier een zieke be
zoeken,, daar een zondaar vermanen,
elders zijn aalmoezen uitdeelen en
wonden verbinden.
Maar dat hutten bezoeken was geen
verzet. Gedurig moest hij een ver
peste lucht inademen. Zonder tegen
zin ging hij de hutten binnen, maar
soms kwam de weerzin boven als hij
zieken te biechten had, in wier won
den van die wormen zijn, welke de lij
ken verslinden. Hoe dikwijls, vertelt
P. Damiaan, heeft de stank, die de
kleeren uitwasemde, me gedwongen
voor een oogenblik de hut te verlaten,
om buiten wat lucht te scheppen
Een hevige hoofdpijn was er meestal
het gevolg van.
Bij die bezoeken bestatigde hij ook
hoe groot de woningnood was te Mo
lokai. De heele hut der melaatschen
was niets dan een somber hol. In die
nauwe ruimte lagen, ze op den bloo-
ten grond bijeengehoopt, blootgesteld
aan regen en wind. P. Damiaan ver
kreeg van de regeering hout en als nu
's morgens de ziekenbezoeken waren
afgeloopen en de loopende zaken in
het hospitaal afgedaan, werd Damiaan
timmerman en architect. Het kerkje,
dat hij bij zijn aankomst gevonden
had. maakte hij driemaal zoo groot en
een nieuw bouwde hij bij.
Ook de melaatschen kregen hun
nieuwe woningen. Langs de wegen en
in de vallei werden ze opgetrokken,
omgeven door een klein bloementuin
tje. Onder de felle zonnestralen zag
men Damiaan. altijd'even opgeruimd,
met hamer en zaag arbeiden. In 1886
had hij er reeds drie honderd gezet.
Zelfs drinkbaar water ontbrak er.
Zekeren dag ontdekt Damiaan een
natuurlijke waterkom en aanstonds
legt hij een waterleiding aan.
Ook voedsel en bijzonder de kleeren
lieten veel te wenschen overDami
aan stak zijn smeekende hand uit naar
milde weldoeners en ook hierin werd
voorzien. Met één woord, bij Dami-
aan's aankomst was er niets door zijn
toedoen kwam er alles.
Tot na hun dood moest Damiaan
zorgen voor zijn melaatschen. Velen
waren te arm om genoeg geld voor
een doodkist over te laten. Vroeger
werden de lijken dan maar eenvoudig
in een doek gewonden en zoo in den
grafkuil neergelaten. De teergevoe
lige herder kon dat niet over zijn hart
krijgen; jarenlang timmerde hij zelf
de kisten en begroef het afgeknaagde
gebeente in de stille aarde om er daar
na zijn requiescat in paceover
heen te prevelen. Zoo heeft hij meer
dan 1.500 kisten getimmerd.
Op bijzondere wijze was hij bekom-
de gezamenlijke poging beteekenen
van Vlaming en Fries tegen den ge-
meenen vijand, het geijkte Hollandsch
der schoolvossen».
merd voor de weeskinderen, voor die
arme kleinen, die reeds in de eerste
levensjaren door de .besmetting wa
ren* aangetast en naar Molokai over
gebracht. 't Was hartverscheurend
ookzoo vroeg reeds waren de klei
nen aan de liefde hunner ouders ont
rukt. Op hun blozende wangen droe
gen ze reeds het merkteeken van de
dood en nu zwierven ze door de vallei
zonder vader, zonder moeder. Dami
aan zorgde voor een weeshuis en hij
nam de plaats in hunner teergeliefde
ouders.
Zestien jaar lang heeft Damiaan
zoo zijn taak voortgezet met den ijver
en de zelfopoffering der eerste weken,
met een idealisme, dat bestand was
tegen misvormde gezichten en rotten
de lichamen. Op dit laatste vooral moet
de nadruk gelegd worden, want zoo
dra de reukorganen onaangenaam ge
prikkeld worden, zijn dikwijls de
hoogste idealen een flauwte nabij.
P. Damiaan's heldhaftig idealisme
bleek opgewassen tegen het walge
lijkste en meest afstootende, waar
tegen de natuur in opstand komt
stank, lijklucht en mismaaktheid.
Veel heeft I'. Damiaan gedaan voor
het stoffelijk.welzijn der melaatschen;
ja, maar in dat alles had hij maar één
doelde genezing der zielen die waren
immers melaatscher dan het lichaam.
Daarvoor sloofde hij zich af van vroeg
tot laat. want Damiaan was eerst en
vooral priester en God zegende zijn
werk.
Niets misschien werkte voordeeli-
ger op het gemoed der zondaren dan
die liefdadigheid van den edelmoedi-
gen herder. Alhoewel het bijna allen
protestanten waren, Zagen zij toch in
dat hij, de katholieke priester, zonder
onderscheid zorgde voor de protes
tanten gelijk Voor de katholieken, ter
wijl de 'protestantsche predikanten op
Molokai niet te zien waren.
Reeds twee maanden na zijn aan
komst was het getal christenen van
200 tot 400 gestegen. De meeste me
laatschen, die te Molokai toekwamen,
waren ketters of protestanten, maar
bijna allen bekeerden zich tot het
waar geloofde liefdadigheid van den
katholieken priester zegevierde.
Alleen de katholieke godsdienst kon
aan die arme ongelukkigen troost en
opbeuring schenken in dit tranendal.
De Mei- en Junimaand werden dan
ook plechtig gevierd er werden mis
sies gepredikt en processies gehouden
en* het feest van 't Heilig Sacrament
met de jaarlijksche groote processie
was te Molokai een echte triomfdag.
Reeds twaalf jaar ging Damiaan,
ongerept en ongedeerd rond onder zijn
zieken, tot hij op zekeren dag de eer
ste sporen der vreeselijke ziekte
waarnam. Hij was er verheugd over;
eeuwig zal ik God voor deze genade
dankbaar zijn schrijft h»j naar zijn
broer.
Doch de ziekte belet den moedigen
missionaris niet nog vier jaar onver
moeid voort te arbeiden. Met de wa
penen in de hand zal hij trachten te
sneuvelen.
Toch werd de reus langzaam afge
takeld. In de eerste maanden van
1889 begon hij merkelijk te verzwak
ken. Zijn oogen verduisterden, zijn
stem werd uiterst zwakneus, wan
gen, hals, alles teerde weg. Den 15
April 1889 ontsliep hij zonder drama
tisch vertoon, zooals heiligen sterven.
De goede herder had zijn leven gege
ven voor zijn kudde.
De dood van P. Damiaan trok in
één oogenblik alle oogen naar Molo
kai. De grondtoon van de hulde, die
hem uit alle kringen zoo gul werd toe
gezongen, ligt uitgedrukt in die woor
den van een pretestantAlleen de
katholieke priester is ,doorgedrongen
in deze hel der melaatschen. Hij is te
midden van die stervenden gaan wo
nen. te midden van die wanhopigen
om hun den troost van het eeuwige
leven te brengen. Reizigers van alle
volken, die voorbijtrekt vóór de rots
van Molokai, groet dien held». Van
uit alle landen werd hem de uitbun
digste lof toegezwaaid.
Mogen wij dan niet met alle recht
fier zijn Fier op de katholieke Kerk,
die zulke mannen voortbrengtfier op
onzen godsdienst, die zulke toewij
ding ingeeftfier op ons land. dat op
het eereveld der liefdadigheid altijd
in de eerste gelederen strijdt
Het bleef niet bij woorden. In 1893
werd door een Engelsch Komiteit.
met den kroonprins als voorzitter, te
Molokai. een gedenkteeken onthuld.
Het was een groot granieten kruis
met deze beteekenisvolle woorden
Grootere liefde heeft niemand dan
hij die zijn leven geeft voor zijne
vrienden Het jaar daarop bracht
Belgie zijn nationale hulde en richtte
te Leuven een bronzen standbeeld op
voor één zijner roemrijkste en held
haftigste zonen.
.Veel aangenamer moest voorzeker
aan den martelaar van Molokai de
daad zijn van zijne ordebroeders, die
oók het hunne wilden bijdragen om
den naam van Damiaan te vereeuwi
gen en die daarom te Aarschot het
Damiaangesticht openden, waar jon
gelingen worden opgeleid tot het H.
Priesterschap. En al is er bij de me-
laalschen slechts plaats voor enkele
«jFr-ijwilfigers f alien tra Dn en to eb
niet denzelfden edel moedigen ijver als
hun toonbeeld, Damiaan, te werken
aan het zielenheil, hetzij hier in 't land,
hetzij in de verre missies.
'Dat dan ons Vlaamsche volk niet
nalate ook op zijne beurt dien groo-
ten Priesterheid te huldigendat zijn
beeld niet enkel sta te Leuven, maar
dat het leve in het hart van ons volk.
Vooral voor u, jongeren, vveze Dami
aan voorbeeld! Gij, die het leven nog
voor u hebt, maakt er een kunstwerk
van zooals Damiaan gedaan heeft.
Staal uw jeugdig idealisme in zijn
vlammende ziel. Gaat en weest als hij
een held op het terrein waar God u
roept
Me dunkt dat ik u in geestdriftige
bewondering hoor antwoorden; «Ja,
Damiaan, wij zijn fier op U en bren
gen L". zoon van onzen stam, onze
eerbiedige hulde. Gij staat daar vóór
ons als een held, als een martelaar,
als een heilige
N. B. Deze notas werden genomen uit
hét prachtige volksboek - Pater Damiaan»,
verkrijgbaar bij de EE. Paters der HH. Har
ten, St-Antoniusberg, 9, Leuven.
Baas Ganzenaonck, Roode Baas
Atissiaen, is hoorndul.
Dat gebeurt hem nogal eens vooral
wanneer hij in de gemeenteraad de stof
felijke belangen als een goed beheerder
en op eene zeer... zakelijke manier be
spreekt en behartigt.
We zijn onder degenen die best ver
staan dat iemand zich door z'n welbe
kende en zeer gewaardeerde en alom-ge-
waardeerde welsprekendheid laat meeste-
pen en overmachtigen en brengen tot
gramschap en dulheid.
We verstaan dat ook best bij iemand
die zich altijd wat bitsig en verbitterd
voelt omdat hij niet, zooals hij gedroomd
had, een schepenszeteltje mocht invullen
met z'n we! gevoed persoontje of de bur-
gemeesterscherp rond z'n confortabel
buiksken mocht gorden.
Maar z'n gramschap komt voort van
de ctanvallen die hij vanwege de liberale
pers de pers van zijn gewezen nartij-
genooten nog tegen z'n zoo belangrijk
persoontje te lijden heeft.
De Gazette van Gent en De Vrij
heid van Kortrijk hebben het immers
gewaagd z'n coquetteeren met de fronters
in 't algemeen en met Leuridan in 't bij
zonder aan de schandpaal te zetten en te
brandmerken. En daarop is Missiaen in
eene gloeiende coleire geschoten... en
hij... HIJ... heeft hen twee gepeperde
brieven gezonden die hij met welbehagen
in de Werkman overdrukt... Want dat
mannetje is nog al tevreden van z'n eigen
zelve.
En het schrijftVerschillige liberale
prullebladen zich onmachtig voelende, op
ernstige manier het socialisme te bekam
pen, vallen bij voorliefde vooraanstaande
socialistische leiders (want ge moet ver
staan dat Missiaen een vooraanstaande
socialistische leider is... Dat kan immers
niet anders N.V.R.) op de krapuleuste
manier aan
En die kraptileuze aanvallen zijn te
schrijven dat Missiaen en Leuridan brie
ven zouden gewisseld hebben, of persoon
lijke gesprekken gehad dat Missiaen
de knecht van Leuridan was en met hem
in het Vlaamsch Huis pintjes dronk en
kaart speelde.
Ge ziet, beste lezers, dat het erg is..-
zeer erg... en dat Missiaen gelijk heeft
zich zoo kwaad te maken.
En als dit waar is sta ik 500 frank
van mijn loon af... en als dat waar is sta
ik nog 500 frank van mijn loon af... en
als dat allemaal waar is geef ik 1.000
frank aan de N. S. B. Wat moet die
man van geld weten om zoo kordaat met
de briefjes van 100 franks om te sprin
gen... De werkerspartij moet hem goed
en breed betalen, hé
Maar het mooiste van al is dat hij aan
den uitgever van de Gazette van Gent
textueel schrijftGe zult wel moeten
bekennen dat ge een echt krapuul moet
zijn om dergelijke hatelijke beschuldigin
gen die op niets berusten naar uwe po
litieke tegenstrevers te werpen
Wat vanwege een oud-volksvertegen
woordiger nogal deftig en hoffelijk is...
En zoo hebt ge er twee voile kolom
men... 't is altijd gazettevullinge... Dat
bewust eens te meer wat een puik Ypersch
burgertje we in het persoontje van Mis
siaen de heer hebben te bezitten... Dat
doet eere aan onze stad, eere aan ons
arrondissement... en vooral eere aan de
genen die dat naar de Kamer hebben
gezonden.
We hebben in ons laatste nummer
laten uitschijnen en bewezen dat de op-
stelraad van 't Westland (dat jiu van
uit Yper via Stavele en Aalst naar Lan-
gemarek gereisd is) goed ineen zat zooals
het een ernstig blad betaamt.
We lezen nu in zijn laatste nummer op
de eerste bladzijde van onder het volgende
advies met vette lijn omkranstBestrij
ding der Hoppekrisis. Op maandag 18
Oogst te 8 uur 's avonds in 't Vlaamsch
Huis groote markt te Poperinghe komt er
een bijzondere spreker de hoppekrisis
uiteenzetten enz. en op dezelfde bladzijde
bovenaan lezen we, met verbazing, het
volgende advies in zeer vette letters over
gedrukt Groote meeting op maandag
18 Augustus te 8 uur in de zaal van het
Vlaamsch Huis Markt, Poperinghe. Spre
ker Volksvertegenwoordiger J. Leuridan
over «de Ondergang der Hoppekweek
enz.
We vernemen dus met innige belang
stelling dat de bijzondere spreker M.
Leuridan is en dat Meester Leuridan de
bijzondere spreker is.
We wisten reeds dat de z'n competentie
in de hoppekwestie zeer te waardeeren
is... daarvan heeft hij in de Kamer van
Volksvertegenwoordigers over enkele we
ken reeds het slaande bewijs gegeven.
Eenieder herinnert zich nog zijne deftige!!
en wel gedocumenteerde tusschen-
komst, door Meester Vanden Bulcke en
Butaye (pardon door Vanden Bulcke en
Meester Butaye... Met al die Meesters
zoudt er wellicht in verdolen) nagepiept
en,door Minister Baels op treffende wijze
in den grond geboord en weerlegd.
't Schijnt dat er daar bijzondere maat
regelen zullen getroffen worden... Waar
schijnlijk zal de redevoering van Meester
Leuridan voldoende zijn om de hoppe
kwestie in Belgie in een haai en een zwaai
goed te maken... en de hoppekweek zal
door Hem, nieuwe Messias, gered wor
den.
Wij hopen stellig dat al de hoppe-
kweekers die aan hoppekweek en niet
aan politiek doen daar zullen tegenwoor
dig zijn.
De 0 n ver m oe i bare j> liberal e Y pe r-
sche Turners hebben zondag laatst te
Yper een publiek feestje gegeven.
Het feest liep goed van stapel totdat
(in cauda venenum) het op z'n uiterste
einde uitliep tot eene formidabele apo
théose van de liberale partijen gedachte.
Immers van de laatste pyramied die uit
gevoerd werd,werd misbruik gemaakt om
vijf groote blauwe liberale vlaggen aan
den dag te brengen terwijl beneden
slechts een klein Belgisch en een klein
Ypersch vaandelken tebespeuren waren...
wat van de vaderlandsliefde van de libe
ralen, die daarmede nochtans plegen te
bogen,'maar een flauw gedacht geeft.
De Nationalisten hebben den 11" Juli
het kioskop hunne mode» versierd...
We zien nu de Liberalen van een open
baar feest misbruik maken om aan poli
tieke propaganda te doen...
De beurt komt nu aan de Socialisten...
Maar ze kunnen zeggen dat het vaan
dels waren van de Congo waarop de
gouden ster vergeten was...
Het leggen van den eersten steen der
Kaaimuren.
Zondag laatst greep onder een giooten
toeloop van volk de plechtigheid plaats
van het leggen van den eersten steen der
kaaimuren.
De Burgemeester omringd van het
Schepencollege en de Katholieke en Libe
rale Gemeenteraadsleden woonden deze
plechtigheid bij, opgeluisterd met de
Harmonie Ypriana en het Brandweer
korps.
De Handelskamer van Yper was met
een honderdtal leden opgekomen om deze
plechtigheid te vieren.
In eene gepaste rede wist Burgemees
ter Sobry het nut van den vaart te laten
uitschijnen, loofde en dankte al degenen
die aan het sukses var. dit herstellings
werk medegeholpen hadden #en drukte
den wensch uit dat het herstellen van de
vaart veel zou meebrengen tot den wel
vaart van Yper en het Ypersche.
H. Verstraete, hoofdingenieur van den
Provincialen Technischen Dienst, deed
daarna de geschiedenis van onzen vaart
en toonde hoe het in het verleden mede-
geholpen had tot den voorspoed van de
stad.
(Bij plaatsgebrek zijn wij de breedvoe
rige teks van deze redevoeringen in ons
aanstaande nummer over te drukken).
Daarna onder het spelen van het Na
tionaal lied en van het lied van O. L. Vr.
van Thuyne werd door HH. Sobry,
D'Huvettere, Verstraete en H. Vermeulen
den eersten steen der kaaimuren inge
metseld.
De uitgenoodigde officieelen werden
daarna ten Stadhuize door het Schepen
college ontvangen.
Het BESTE en ZEKERSTE middel om
regelmatig het blad te ontvangen, is een
abonnement vragen in de post op
PAUSELIJKE GOEDKEURING
Aan het Vatikaan was de Herderlijke
Brief van het Belgisch Eprécopaat: den
27 Juni 1.1., ter gelegenheid van het Eeuw
feest van Belgie's Onafhankelijkheid, afge
kondigd overgemaakt.
Zijne Eminentie Kardinaal Van Roey,
aartsbisschop van Mechelen komt nu het
volgende antwoord te ontvangen.
STAATSSECRETARIAAT
van Zijn Heiligheid.
Uit het Vaticaan, 12 Aug. 1930.
Eminentie,
Zijn Heiligheid heeft, door bemiddeling
van Zijn Excellentie Monseigneur den Apos-
tolischen Nuntius, een afschrift ontvangen
van den Herderlijken Brief dien het Bel
gisch Episcopaat, waarvan Uwe Eminentie
het hoofd is, gezonden heeft aan de Katho
lieken van dit Koninkrijk, bij gelegenheid
van het eerste Eeuwfeest van diens onaf
hankelijkheid.
Zijn Heiligheid de Paus heeft zich ge-
waardigd Zijn hooge voldoening nopens de
gepastheid van dit schrijven uit te drukken
en heeft mij opdracht gegeven aan Uwe
Eminentie, en door hare bemiddeling, aan
al de leden van het Belgisch Episcopaat zijn
gelukwenschen er over aan te bieden, want
Zijn Heiligheid is van oordeel dat de Belgi
sche Bisschoppen, door deze daad van her
derlijken iever, den Godsdienst en het Va
derland goed gediend hebben.
Den Apostolischen Zegen aan Uwe Emi
nentie en aan al de Hoofden der Bisdommen
ESP