SF oud se n bank
4.20 t.h. netto
BEVOLKING VAN YPER
Snelle jaren
Parlementaire en andere
Katholiek Weekblad van het Arrondissement Yper
MIJN GEDACHT
MM
SNIPPERINGEN
Veertiendaggsche Rekeningen 4.75 t.h.
BEURS - BANK - WISSEL
£2r Jaar. - Nummer 1
30 Centiemen.
Zaterdag 4 Januari 1930
EN HET OMLIGGENDE.
Hond het feest van
Driekoningen
Rond het Hucuelijk onzer Prinses
MEESTERE
Voor uwe Geldplaatsingen wendt U in volle vertrouwen tot de
Kapitaal-Concentraties 300 Miilioen.
Bijbank YEEK, Groote Markt, 9. Tel. 304-334
EOF»EItirVTOIIE, Yperstraat, 5. - Tel. 62.
Alle dagen beschikbaar.
0BLIGAT1EN op 5 JAAR aan drager 6 NETTO.
Rente betaalbaar met zesmaandelijksche Koepons.
ABONNEMENTPRIJS
1 Jaar 15 fr. 6 maanden 9 fr. 3 maanden 5 ff.
Men abonneert in alle Postkantoren en in het Opstelbureel.
ABONNEMENT VOOR 'T BUITENLAND:
25 frank. Op het Upstelbweel alleen te vragen.
BEHEER EN OPSTEL
io5, ZONNEBEKE STEENWEG, io5, YPER
Postcheckrekening 40.201
0- casier)
waar op alle wekedagen alle inlichtingen te bekomen zijn
van 11 tot 16 uur.
AANKONDIGINGEN Prijs bij overeenkomst.
Alle Aankondigingen moeten tegen den WOENSDAG
ten laatste ingezonden worden.
Kleine berichten en nieuws ten laatste tegen den
WOENSDAG avond.
ZITDAGEN.
D BRUTSAERT, Kamerlid, is spre-
kelijk voor iedereen:
Te POPERINGHE, in zijn huis,
's morgens, den Maandag en Vrijdag.
Te YPER, den le en 3" Zaterdag der
maand, van 9 y2 tot 12 uur, in den
Katholieken Kring.
Te WERVICK, den 2* Zaterdag der
maand, van 9 y2 tot 12 uur, in Het
Kapitel
HANDELAARS
vraagt eene aankondiging in
«HET YPERSCHE VOLK
Het Ypersche Volk biedt aan zijne
geachte Lezers en Lezeressen zijne beste
venschen van geluk en voorspoed voor
het jaar 1930.
AAN DE
Niemand schier die niet en leest
Men wil weten wat er in de wereld om
gaat Het leven kennen der andere volke
ren, hun bestaan, hun vooruitgang, hun
bestuur.
Ons Vlaamsche Volk bemint zijnen
Godsdienst, zijne vrijheid en landaard,
het zoekt naar welvaren.
Daarover wil het ingelicht zijn.
Het heeft gelijk
Niet weten wat rond ons gebeurt is kind
blijven
Alle mensch is lid van de gemeenzaam
heid elk vraagt rechtelk zoekt naar
verbetering en begeert van het Gemeene-
bestHulp en Waarborg
Over dit alles wil «HET YPERSCHE
VOLK bericht geven.
Wekelijks zal het een overzicht geven
van hetgeen in den vreemde gedaan wordt,
kennis van 't geen in eigen land omgaat,
het nieuws van stad en omliggende en
verder op, nuitige wenken voor huishou
den en familieleven.
Meer beloven dan geven willen wij niet
Doch wij zullen trachten voldoening te
schenken, recht te steunen en wat voor-
deeiig is aan te wijzen, steeds strevend
naar verbetering.
Katholieken steunt uw weekblad
HET YPERSCHE VOLK
Ons blad wordt bijzonderlijk aan de
Heeren Notarissen en Handelaars tot pu
bliciteit aangeboden.
YBezorg a een nummer uit nieuwsgie
righeid en neem uw abonnement.
Te bevragen of te schrijven
fPER, ZONNEBEKESTEENWEÜ, !05~
In veel plaatsen werd eene openbare
inschrijving geopend om onze Prinses
Marie-José, ter gelegenheid van haar
huwelijk met den Kroonprins van Italië,
een na:ionaal geschenk aan te bieden.
Hier en daar wordt dit initiatief
gelaakt.
Waarom
Wel, omdat de Prinses zwemt in de
weelde en absoluut geen geschenken
van doen heelt. Dat men omhalingen doe
voor overstroomden, voorde slachtoffers
van de spoorwegramp van Namen Dat
is wat anders die menschen zijn com
passie weerdEnz.
Zekerlijk verdienen die ongelukkigen
onze belangstelling en onze hulpe. Maar
terwijl zij, die den mond vol compassie
hebben,misschien, als ze 't gevraagd zijn,
een armzalig frankske zullen afdokken,
hebben de slachtoffers die zij beklagen
van het Koninklijk Hof reeds milden
steun ontvangen. Weet iedereen niet dat
de Koning eenige uren na het droevig
ongeluk van Namen reeds ter plaatse was
om de gekwetsten te bezoeken en op te
beuren En weet iedereen niet dat Prin
ses Marie-José, ais blijk van genegen
heid, nu zij hare geliefde hoofdstad gaat
veriaten, aan den Burgemeester van
Brussel eene som van 50.000 fr. heeft
doen bestellen voor de armen
Liefde voor wederliefde. De leden on
zer koninklijke familie hebben zich nooit
laten overwinnen in menschlievendheid.
Onze oud-strijders weten ervan te spre
ken en wat Koningin Elisabeth heeft
gedaan ten voordeele der slachtoffers van
de overstroomingen der laatste jaren ligt
nog frisch in ons geheugen. Wij hebben
dus een plicht van wederliefde en van
erkentelijkheid te vervullen. Het is niet
zoozeer het bedrag der inschrijving noch
de weerde van het geschenk dat hier in
aanmerking komt't is het gebaar, 't is
de goede meening. Uit Leiewacht
De oorsprong van dit feest is heel ver
tezoeken. Bij de Romeinen begonnen de
Saturnusfeesten omtrent den 25 December
en eindigden den 6 Januari.
De beruchte Romeinsche maaltijden, te
dier gelegenheid gehouden, waren niet
zelden uitspattende braspartijen. De ko
ning van het feestmaal werd door het lot
aangewezen en deze stelde dan geregeld
een heildronk in op de gezondheid der
gasten. De dischgenooten droegen mirtus-
kransen en allerhande fijne reukwerken
omwalmden hen.
Toen is Christus kerk gekomen en
'veranderde de Romeinsche Saturnusfees-
>€;i in het Driekoningenfeest. De gebrui
ken weike nog op vele plaatsen bestaan,
als bijv. het Koning aanduiden »,en
Wij meenen onze lezers genoegen te doen met de photo weer te geven welke
genomen is geweest van Prinses Marie-José te Wulveringhem, op den dag Harer
plechtige Eerste Communie, toegereikt door Mgr Debrouwer, destijds apostolische
afgeveerdigde van den Heiligen Stoel in het niet bezette Belgie.
de feestelijkheden welke daarmede ge
paard gaan, zooals het tafelen en drinken,
bij dans en muziek zijn vage overblijfsels
van de vroegere Romeinsche braspartijen.
Een schilder dat ons aan die bacchana-
liën herinnert is het terecht beroemd doek
van Jordaens De Koning drinkt
Drie koningenfeest ..werd
bijöns*olk heel wat schilderachtiger
gevierd dan nu. Dit feest gaf aanleiding
tot allerlei schoone en naiëve volksge
bruiken welke allengs zijn uitgestorven.
Onze voorouders deden zich toen eens
te goed aan koek of wafel de trekbrief-
jes deden hun ronde waarbij men uit
lootte wie koningzotschenker en
muzikant moest zijn.
De sterreliederen waren toen in
vollen bloei. Het klonk langs de straten
van
Wij komen van 't Oost en
Wij zijn de drij Koningen
of nog
wij komen
[van ver,
met de iter
Herderkens van den buiten
Spcedt U op de baan.
Met trommels en met fluiten,
Recht naar Bethlehem.
Want daar is geboren
De God van al,
Die ons het leven
Heeft gegeven
In den stal.
Men heette die liederen sterreliede
ren omdat de kinderen die ze zongen
van huis tot huis gingen met een op een
stok gehechte ster, welke zij onder het
zingen deden draaien. Zij waren immer
ten getalle van drie, en na het iied ging
de deur gewoonlijk open om hen met een
drinkpenning, een stuk koek of taart, te
beloonen.
Op eenige plaatsen in Vlaanderen en
Antwerpen is dit gebruik nog In zwang.
Soms worden de Drie Koningen ver
gezeld van een afschuwelijken Herodes,
die grolt als een beer en met zelden een
pak slaag krijgt.
Het Koning aanduiden van voor
heen, dat nog in sommige huiselijke krin
gen in voege blijft, heeft heden ten dage
ook een gansche wijziging ondergaan.
Het heet thans den Koning leggen of
omleggen en bestaat hierin koning
of koningin worden aangeduid door het
omkeeren van gewone speelkaarten, en
men weet het daarbij steeds zoo aan boord
te leggen dat het lot onveranderlijk valt
op vader of moeder.
Deze zijn uit dien hoofde een trakta
tie verschuldigd en er wordt «gewafeld»
gedronken en gezongen tot in den nacht.
Alzoo gebeurd het o. a. in het Aals.ersche
waar de kinderen liedjes zingen in dezen
aard
.Op Drijkoningen avond
De bakker sloeg zijn wijf,
A! met een dikken knuppel
Zoo deerlijk op haar lijf.
Wat zullen wij den bakker geven voor
[zijn nieuwjaar
Een kindeken in de wiege met schoon
[gekroezeld haar.
Wie zal dat kindeken kersten doen,
Een pasterken met zijn beste schoen.
Wie zal dat kindeke douwen
Twee spaar.sche vrouwen... enz.
De dagen volgen elkander op maar
ze gelijken elkander i.ièt.
Boek der wijsheid.
De silvesterklokken luiden een jaai uit
en wij gelooven nog het echo der vorige
nieuwjaarwenschen in onze ooren te hoo-
rën weerklinken. Zoo- snel gingen ifte
vroeger -weken met hunne'365 dagen tteeH.
De zon steeg en zonk, zonk .en steeg, een
dag voegde zich aari den anderen. Ze
kwamen in ononderbroken achlereenvol-
ging en nu is ook dit jaar bij deze te
rekenen die wij nabetreuren omdat zij
verdwenen. Wij hebben niets anders
daarvan te verwachten als de honderd
herinneringen die uit den zeebodem van
het verleden nog en nogeens weder op
stijgen, om ons te verheugen of ons aan
te klagen, al ingevolge die zich vast-
knoopen aan het bewustzijn van lof of
aanklacht in ons geweten.
Is dat eene zeldzame werkelijkheid
wat ze menschenlevens noemen een
-H..: en ren velen van mil-
lioenen op deze kleine p'aneet. Daar
wordt een geboren en hier zinkt een
moede in 't graf. Van den laatsten dag
eens jaars gaat het oog terug tot den
eersten en doorzoekt zorgvuldig de lange
rij van al datgene wat geschiedde, wat
van last en arbeid, van smart en wee,
van zonheldere en beschaduwde stonden
voorbijtrok.
Velen beleefden niet meer het einde
van het jaar die in het begin op nog me-
dige tientallen van jaren beslist gehoopt
hadden. Menig andere voor wie het af
scheid van de aarde geen offer geweest
ware, sleept zijne last nog steeds verder
zuchtend en zwoegend, als een offerlam
wien het laatste oogenblik zeker is, maar
't wordt hem nog wat verschoven. Een
ecuwig nieuwe veranderen en wisselen,
steeds andere gestalten, een rusteloos
zich veranderend beeld op de steeds ge
lijke schouwplaats. Zij allen vermoeien
zich, plagen zich en dragen aan hunne
balken. Menigeen ligt onder en wordt
vertrappeld van de massa, anderen blij
ven immer boven, nog anderen strijden
jaaruit jaarin den heeten strijd des Le
vens en des lijdens verderen deze zijn
de meesten in getal.
Daar opent zich het portaal van een
nieuwjaar en de lucht is vervuld van het
geroep naar -< Geluk Deze duizend ge
lukzoekers rechts en links en van alie
kan e komen aan, de zeilen gezwollen
van nieuwe hoop, het hart vervuld van
nieuw verlangen naar een gelukzalig
nieuwjaar. Zij vergeten de teleurstellingen
van zoovele voorjaren en hopen op het
naderende geluk. Niet lang. Morgen
komt reeds de rauwe zorg van eiken dag
weder en toont zonder ontfermen dat ook
dit jaar brengt wat zijne voorgangers
alle gebracht hebbenmisschien nog
meerdoornen en distelen en onvoldane
wenschen en onvervulde hoop en smarte
lijke ontgoochelingen. En toch zal men
niet nederbuigen Schikkingen en hinder
nissen laten zich overmeesteren. Die
slechts droomend staat uit testaren, dien
komt het geluk niet toe. Het ligt bachten
de bergen en wil veroverd zijn in ernstig
worstelen. De tranen in de oogen wegge
veegd en dan vooruitvooruit! Niet van
heden tot morgen ook niet van morgen tot
overmorgen. Maar het nieuw jaar heeft
vele dagen en ieder zal een steen zijn tot
het praalgebouw van het geluk. Iedere
nieuwe dag met zijne plicht in het be
roepsleven voert den bouw hooger op en
ieder nieuwe jaar ziet hem verder gevor
derd, tot boven de wolken uit, tot in de
eeuwigheid. Daar eerst wordt hij volein
digd. Wanneer de aardejaren verloopen
zijn, langzaam en toch snel, begint het
eene groote eeuwigheidsjaar, dat nooit
meer eindigt.
Wij kunnen niet nalaten aan onze
lezers de prachtige beschrijving te laten
kennen op zoo meesterlijke wijze in
Hooger Leven gegeven over Meester
Butaye die zich tijdens den oorlog zoo
onderscheiden heeft in de loopgraven van
het Couthof.
Motto Hij woog 210 pond en hij
stonk. (De Koran.)
INLEIDING.
Vlaanderens wonderkind, het licht van
Watou en de tooverlantaren van de Ka
mer der Volksvertegenwoordigers, werd
geboren te Proven, ten jare 1882, op 7
April, feestdag van den heiligen Hegesip-
pus, van een wettigen vader en eene wet
tige moeder. Volgens het register van den
burgerlijken stand kreeg de teere zuige
ling die nu Meestere is, drie deftige na
men Emilius, Lambertus, Cornelius. Hij
woont te Watou, in de Vijfhoekstraat,
nummer 6. Hij heeft twee kinderen aan
zijne parochie en aan Vlaanderen geschon
ken, en van een struischen vent als Mees
tere had men in dien zin wat meer mogen
verwachten. Zijn vrouw heet Zoewitje, en
ik moet zeggen dat het een naam is die
aangenaam aandoet, al is dit eene zeer
persoonlijke meening.
Ik zoude met deze burgerlijke biogra
fische gegevens het hoofdstuk over Mees
tere kunnen sluiten, want alles wel over
wogen is er over hem niets meer te zeggen
en zal er niets meer van hem overblijven.
Hij heeft nooit een andere reden van be
staan gehad dan wat de burgerlijke stand
van Proven, daaromtrent vermeldt.
Nu ik toch over hem schrijven wil,
houd ilc eraan vooraf te verklaren jJat ik
Vóo'f Mèestere een fceker gevoel van syfri-
patHie en bewondering koester welis
waar in bescheiden mate en ik bid u
waarde lezer, deze erkentenis van mijne
diepere gewaarwordingen ten overstaan
van Meestere doorloopend in uw geest te
houden waar ik verder over hem zal uit
weiden. Indien er dus uit mijne bedaarde
pen,in den loop van dezen avond,ontboe
zemingen vloeien die op het eerste ge
zicht onheus of minder vleiend mochten
lijken,zooals bij voorbeeld.idrommedaris,
nijlpaard, dynausoros,8-cylinder,wolken
krabber, en meer andere parlementaire
uitdrukkingen van natuurwetenschappe-
lijken, mechanieken of architecturalen
aard, dan verzoek ik u dit niet in al te
letterlijken zin op te nemen. Overigens
ik zal mijn best doen een beperkt ge
bruik te maken van deze stijlfiguren. En
gij zult toegeven dat het, litterair gespro
ken, een overdreven dualisme zou zijn een
nijlpaard te vergelijken met Meestere,
daargelaten nog den twijfelachtigen
smaak. Al zijn er in 't oog springende
trekken van overeenkomst, qua dikke
pooten, dikke huid, dikke hersens, enz.,
toch zal men inzien dat er enkele kwali
teiten zijn waarin Nijlpaard en Meestere
merkelijk van elkaar verschillen. Nijl
paard heeft vier pooten, Meestere, eilaas
maar twee. Nijlpaard leeft meestendeels
onder water. Meestere meestal boven wa
ter, al zwemt hij dan wel eens tusschen
twee watertjes. Ge zult dadelijk aanne
men, geachte lezer, dut mijne vergelijking Si
niet van zeer kwaadaardigen aard is.
En het gaat niet aan eene zoo markante
figuur als die van Meestere, waarvan de
invloed op de Vaderlandsche politiek, op
het schrijfpapier van de Kamer van Volks
vertegenwoordigers, op de evolutie van
landbouw, groenteteelt, lijfoefeningen en
schermkunst, (zie daarover verder)
van zoo overwegenden aard is, eene fi
guur die twee honderd en tien pond weegt
zonder schoenen, kousen, broek of hemd
die gedekoreerd is met de Overwinnings-
medalie en met de Herinneringsmedalie,
die den zeer bizonderen geur van Vlaan
derens vele landouwen in zijn kleeren
meedraagt, het gaat niet aan, zeg ik, eene
personnaliteit van dit gewicht in een paar
trekken te behandelen. Ik wil het proble-
ma Meestere van zijne diverse zijden
beschouwen, ik wil doordringen tot het
diepere wezen van den mensch, ik wil er
het algemeen menschelijk type in ontdek
ken...
Want ik ken Meestere sedert lange ja
ren. |j
EERSTE HOOFDSTEK.
Motto: «11 résulte de révélations
dues au médecin américain C.-A. i
Pierie, de Cienyon, que notre carcas-
se humaine ne vaut pas cher
Avec un homme normal, pesant 75
kilos (1), on pourrait faire 3 bougies,
une demi-iivre de sucre, une pincte
de soufre a tuer les punaises, les'
quelques litres d'eau nécessaires'
pour laver deux couvertures de laine,
et du fer pour fabriquer un clou de
la grosseur du petit doigt. Si l'on y
ajoute la chaux pour blanchir l'inté-
rieur d'un poulailier, voila, parait-
il, toutes ies richesses, qu'on peut
tirer de chacun de nous au total, la
somme de frs. 28.90, prix de bazar.
(Le XXe Siècle
Om Meestere te begrijpen en plein
épanouissement de sa personnalité
moet ge hem zien uit den stoomtram stap
pen die hem, op de dagen dat het Kamer
zitting geweest is, van Poperinghe naar
Watou brengt. Het is, op de gewone uren
van den dag, een gemoedelijk onpreten
tieus smerig stoömtrammetje. Maar zoo
dra het voelt dat Meestere zijn honorabel
ruggedeel op een van zijn banken heeft
neergestreken,dan zet het als een haantje
zijn kammetje omhoog, spuugt heelder
wolken zwarten damp over de velden,
doet zijn best om een voornaam air aan
te nemen, alles van pure trots omdat het
Meestere in zijne ingewanden draagt. En
als het Watou nadert, fluit en tiert en
rammelt het zooveel het kan Hier ben
ik Hier ben ik met Meestere Opzij
Vlaanderen den Leeuw, Wat Walsch is
Valsch is En op het juiste uur houdt
het stoomtrammetje stil op den hoek van
de Poperingestraat.
Daarbinnen zit Meestere. Van Brussel
tot Poperinghe heeft hij in zijn eerste
klaswagen domweg door het raam zitten
kijken naar het gezicht van de koeien in
de weiden, en de koeien hebben van uit
de weiden naar Meestere's gezicht geke
ken. Ziet hij in den Watouschen stoom-
t am, te Poperinge-statie, supporters van
hem zitten, in 2-de klas, dan stapt hij ook
in 2-de klas. Maar gewoonlijk reist hij
behoorlijk in 1-ste klas. En daar neemt
Meestere, met een gezicht zoo droog en
onbegrijpelijk als een Leuvensche
Tekstuitgave eenige papieren uit zijn
zwarte, dik opgevulde boekentasch, en
kijkt daarin met indrukwekkende attentie.
En ik kan u verzekeren, waarde lezer,
dat deze houding en vooral die tasch, ie-
dermaal een geweldigen indruk maken op
de inboorlingen van Watou, die toevallig-
ook in den tram zitten en bovendien sim
pele geesten en vrome harten ziin. Zij
ikken naar JVTëeSTefe mét respect, en
storen hem niet. Zij weten dat hij op zul
ke oogenblikken bezig is met het heil of
het onheil des vaderlands. Zij oordeelen
Meestere's verstand niet naar zijn gezicht,
niet naar zijn buik, niet naar zijn rede
voeringen of brieven, maar naar de dikte
van die boekentasch. Hoe dikkerdie tasch
hoe grooter Meestere's verstand. In die
tasch steekt onder de papieren, ook een
j>aar kousen, en hij brengt daarin als een
goede huisvader de modieuze boodschap
pen mede voor Zoewitje.
De tram houdt stil, schuins voor de
kerk. Plechtig stapt Meestere uit den wa
gen, de ontzagwekkende boekentasch on
der den arm, Rubenshoed een ietsje te
ver naar achter geschoven, de zwarte la-
valiière fladderend rond zijn roode ooren.
Hij stapt rechtop, gewichtig, voornaam,
dik, en hij houdt op zijn gezicht zijn be-
tooverendste glimlach gereed.Van rechts,
kant van den Smouthoek, komt een strui-
sche jonge man aangestapt. Hij neemt
zijn klak af en groet van verre
Dag Meester
Dag Achieltje groet Meestere
terug, met een glimlach die aan Achieltje
al zijn witte tanden doet zien.
Van links komt uit het Wethuis, waar
het beneden herberg is en boven gemeen
tehuis, de nieuwe garde, opvolger van
Serafien. Deze nieuweling werd benoemd
tegen den candidaat van Meestere, Ca-t
mieltje Pover. Die strijd voor eer en reeht
en de plaats van garde, is een tragische
bladzijde uit de geschiedenis van de goe
de gemeente Watou. Als een kostbaar do
cument wordt in ieder gezin het geie stroi-
briefje bewaard, luidend Den Eersten
wettigen Kandidaat Veldwachter, Pover
Ccmille, aan de. al zoo dikwijls bedrogen
en cm den tuin geleide bevolking van
Watou, dat naar den pappigen stijl en
naar de vele fouten te oordeelen, van
Meestere zelf is. Meestere heeft daarover
in de Kamer geïnterpelleerd toen er nog
twee menschen en een paardenkop in de
Kamer aanwezig waren, om aldus te ver
mijden dat er tegensprekers zouden op
staan om Camieltje Pover in 't ongelijk te
stellen. Maar de nieuwe garde moet be
leefd zijn voor een lid van den gemeente
raad die bovendien ook député is, en hij
groet dus
Dag Meestere
Dag mannetje
En hij groet links en rechts, groot en
klein, ouden en jongen, mannen en vrou
wen, alleman, hij zou zelfs een ezel en
geitenhok groeten rit pure goedhartig
heid. Bij uitzondering maar noemt Mees
tere den naam, hij groet hen allemaal met
dag mannetje of liever mannège
zooais ze dat te Watou zeggen.
En zoo laveert Baas Gansendonck over
de markt, langs het monument van de oud
strijders, naar zijn huis. Even werpt hij
een blik op de herberg, Het Vlaamsch
Huis daar rechts, dat Meestere's her-?*
berg is, en dan staat hij voor zijn deur.
Meestere's. woning heeft iets van Mees
tere zelf. Zij maakt denzelfden nietszeg-
genden indruk, wil zich dik maken, haar
buik vooruitsteken, allemaal net als Mees
tere, behalve dat ze smaller is. Zij heeft
een witten gevel, een verdieping, een dub
bele witte deur met twee trapjes op. Naast
die deur is een vierkant winkelraam, want
tot voor enkele jaren was het bij Meestere
winkel in ellegoederen, die op zeer winst
gevende wijze werd waargenomen daor
Lucietje-zaliger, Zoewitje's zuster.
En op de deur een koperen plaat, die
door Zoewitje in gouden glans wordt
gehouden
MEESTER BUTAYE,
Volks vertegen woord iger
P. P.
«Te oordeelen naar hetgeen verleden
week in het Engelsch Parlement gebeurd
is, schrijft de Werkman moeten de
socialisten daar zoo slecht niet regeeren».
Wat ervan is weten we niet.
We weten slechts dat de Socialisten
aan 't bewind in Belgie over enkele jaren
dezelfde bevoegdheid niet aan den dag
wisten te leggen. Wij dragen er nog. im
mers den last van.
En het feit dat het in Engeland mis
schien beter gaat bewijst niet dat de
Roode Belgische politiekers betere en
spaarzame beheerders geworden zijn.
Ministerke Heymanneke schrijft
De Werkman
...Want 't is wel te verstaan dat Gezel
Missiaen alleen 'ne groote man is...
De Werkman stelt de vraag «Wat
moet de klerikale minderheidsburgemees
ter (Ouf gaarne gezien zijn te Yper
S3
Agentschappen in al de bijzonderste Gemeenten van West-Vlaanderen.
i) Meestere weegt io5 kilos, men brengeI
dus de verdere cijfers daarmede in overeen- I I
stemming indien men zich daartoe geneigd
voelt.