Bijvoegsel aan HET YPERSCHE VOLKvan Zaterdag 80 December 1913 tSGfWlill De Koning Roodhuiden Van alles Wat E. H. C2ESAR GEZELLE in de Katholieke Jonge Wacht IfeerbeliJhc Ifeakitdkr furkelijk Üktsws GUIDO GEZELLE E De Wereldbrief «RerumNovarum» MENGELWERK N° 13 DER VI Op zoek achter den vijand VOORDRACHT OVER op Zaterdag 13 December 1913 rBEeaU yfiarigeaet." j Zondag 21 December."'— 4- Zondag van den Advent. Wis van dezen Zondag Evangelie van den Zondag, In het vijftiende regeei'ingsjaar van Keizer Tiberius, toen Pontius Pilatus landvoogd van Judea was, Herodes viervorst van Galilëa, zijn broeder Fhillipus viervorst van Ituria en de land streek Trachonitis, en Ljsanias viervorst van Abilene, onder het^ hoogepriesterschap van Annas en Caïphas, kwam het Voord Gods over Joannes, den zoon van Zacha- riüs, in de woestijn. En hij kwam in de ganscheomstreek van den Jordaan en predikte het doopsel van boetpleging tot vergeving der zonden, zooals geschreven staat in het boek der uitspraken van den profeet Isaïas Eene stem klonk in de woestijn Bereidt den weg des Heeren, maakt zijne paden recht. Alle dal zal gevuld, en alle berg en heu vel zal gelaagd worden de kromme wegen zullen recht en de oneffene effen worden ;'en alle vleesch zal het heil Gods aanschouwen. Maandag 22 —H.Thomas, Apostel. Dinsdag 23/— H. Bugolinus, belijder. Gedurige Aanbidding te VlamertiDghe. Woensdag 24. Vigilie van KerstdagVas- ten en Vleeschderfdag- Donderdag 25. ItERS L DAG feest met octaaf. Gedurige Aanbidding te Zonnebeke. KERSTDAG Geboorte van t). H. Jcsus- Christus, Opzeil Zaligmaker te Bethleem, in>en arme stal. Te priesters lezen drie missen de nachtmissede dageraadmisse, de dagmi'se ter eere van de H. Drievuldigheid, den Vader, den Zoon en den H. Geest; ooit ter eere der drie geboorten Christï: de Eeuwige uit de schoot zijns Vaders, de Tijdelijke uittde schoot van O. L.V.de Moeder Gods Mari»i A& (Geestelijke uit zijn eigen Herte en verlangendeiliefde inpons. Vriidag 26. H. Stepkanus, eerste martelaar, feest met octaaf, gedachtenis va» al de HH Martelaren Zaterdag 27.—"if. Joannes, Apostel en Evan gelist, feest met octaaf. van grooten en kleinen geworden was, zag hij meer en meer de ijzelijke ramp in, waar de maatschappij naartoe ijlde; en, als Plaats vervanger van Jesus-Chi'istus, riep hij, lijk zijn Meester Misereor super liane turbam. Ik heb medelijden met al dat volk in de armoede gedompeld, verdrukt, veracht en mis prezen, van al zijne rechten ontbloot en op het punt van in verwoede dolheid gansch het maatschappelijk leven door opstand, en oorlog omver te werpen en te vernietigen. 'I Was in 1891 dat de zoo vermaarde, zoo diepdoordachte en heilbrengende wereldbrief Rerum Novarum a verscheen en in alle landen en bestieren verbazing verwekte, e r- bied afdwong en als grondwet van alle maat schappelijke wetten scheen te moeten die nen. 't Is die wereldbrief die aan Paus Leo XIII den naam deed geven van Paus der Werklieden, omdat hij, zonder iemands rech ten te krenken, recht zou laten geworden aan dezen die, als onmenschen, zonder rech ten geworden waren. Wat het Opperhoofd der Heilige Kerk in dien beruchten brief aan gansch de wereld aankondigde, willen wij in 't eerst komend nummer in 't korte uiteendoen, te meer dat veel patronen en werklieden hem schijnen niet te kennen, daar zij regelrecht handelen tegen al wat erin ten bate der volkeren ien ten dienste der maatschappij wordt voorge schreven en aangeleerd. Over twee, drie weken begon Het "Spersche Volk eene reeks sociale leidartikelen die wij allernuttigst achten om tot stof te dienen^ voor voordrachten en bespreking eu m studiekring en Onze medewerker zeg de wtt waarheid dat de wereldbrief' Rerum Novarum van zaliger Paus Leo XIII de grondwet is waarop alle so ciale wetten moeten geschoeid zijn om den vre de in den samenleving te herstellen. \~Geheel gepast gaf hij verleden week een korte schets van den maatschoppelijhen toestand bij 't verschijnen van die vermaarde Pauzelij ke Encycliek. Wij geven vandaag het einde van het artikel over den socialen toestand. Na het stoffelijk sociaal verval,door de Fr ari sche Omwenteling metthare tevgelooze Vrij heid, hare valsche Gelijkheid, han leugenach tige Broederlijkheid gestichtafgeschetst te hebben zoo gaat onze medewerker voort De vrijzinnige of liberale geest der revolu tiemannen die de Kerk en hare leering ge weldig bestreden, deed het christen-zijn bij grooten en kleinen, bij patronen ai werk lieden verminderen. H oe min ons, volk christen werd, hoe min het zijnen toestand kon verdragenwant eens de hoop op een toekomstig leven verdwenen, voelde et zag het niets anders dan het lijdelijk genot en welzijn waarvan het zoo brutaal versopten werd. 't Overschouwen van zijne ellende en 't gevoelen van zijne verdrukking baarden hij den aardsch geworden werkman nijd en ja- loerschheid die in hardnekkigen ha.it over sloeg tegen al wat patroon en meester nas, te meer dat die gevoelens nog opgestookt waren door eenige dweepers, bij wie noch rechtveerdigheid noch liefde te vinden was. Intusschen had de Kerk in verschuiige landen der wereld de groote armoede tn diepe ellende van den werkman beproefd 1e lenigen door liefdadigheid in alle slach van inrichtingen gepleegd. Onmachtig waren die inrichtingen om haat en nijd te verdrijvl en de armoede te bekampen. Herhaalde si menscholingen van verwoede werklieden, oi ruslwtkkende woelingen waarvan wij liier i: België ook weten te spreken ontstonden et deden voor orde en ruste der maatschappj vreezen. Een Ketteler, een Kolping in Duitschland een Manning in Engeland, een Pecci in Ita lië, een Harmei in Frankrijk, een Mermil- lon in Zwitserland, een Gibbons in 't Nieuw Amerika ontwaakten en zagen in dat lief dadigheid alleen niet meer bestand was om de revolutionnaire drommen tegen te houden en te -bevredigen. Met liefdadigheid moest rechtveerdigheid gepaard gaan en zij zochten in de verledene eeuwen de redding der maat schappij. Wat eertijds vrede teweegbracht, zou het nu nog doen, en reeds vooraleer de socialisten er aan dachten, zette Ketteler, eerst als onderpastoor, dan als pastoor, maar bij zonderlijk als bisschop te Mainz, in Duitsch land, zijne gedachten uiteen, waar hij het werkvolk door vereeniging' zijne macht deed zoeken om zijne rechten, en in 't bijzonder zijn recht op mensehelijk leven te verde digen en te veroveren. 't Was in die benaarde en beroerde tij den dat kardinaal Pecci Paus van Rome werd. Reeds lang was die man, van edelen bloede, bekommerd met den zoo vernede renden en onuitstaanbaren toestand van den werkersstand. Nu dat hij Vader -der christenheid, Vader Vervolg Custer was dus meester geworden van die versterkingen, waar hij den grootsten tegen stand meende te ontmoeten, zonder eene scbote geschoten te hebben. Hij was aan een der hoogste bergtoppen gekomen, en plantte er het sterrenvaandel der Vereenigde-Staten op. Geen vijand gewaar wordende, begon Cu ster te denken dat hij voor hen de vluchl nam, om reden der buitengewone sterkte van het leger der Staten, en der straffen die zij waarschijnlijk vreesden. Hij kreeg alzoo het gedacht van een grooten slag te slaan, en van de vijanden aan te vallen te midden hun land, en recht op het dorp der Siouwen aan te rukken, die den opstand begonnen had- (l) tie Koning aar Roodhuiden, J. Demeester, Roosselaere, fr. 1.50. Wijding. Zaterdag, 20 December, heeft heeft de II. Wijding plaats in de kerk van het Seminarie te Brugge. Hier volgt de lijst, van deze die de wijding ontvangen uit de handen van Z. D. H. Mgr. Waffelaert, bis schop van Brugge. WIJDING VAN PRIESTER. Georges Borre, Veurne; Albert Brutsaert, Popcrioghe Georges Delmarque, Bevercn-bij- Roeselaere; Gabriel Demeester, Roesehtt'fe Oswald Doucy, Westoutre; Joseph Dossaer, Oostende; Jules Flipts, Rouselaere; Octaaf Hanssens, Wevelghem; Anloon Quartier, Cuer- ne; Jerome Priem, Poperinghe; Amand Ver- haeghe, Iseghem; René Verscheure, Thielt; Kaïel Willems, Brugge; Georges Werbrouck, Yper (van het bisdom Doornijk, student in godsgeleerdheid te Leuven). WIJDING VAN DIAKEN. Georges Bouchery, Meenen; Achille Del- neste, Reckem; Joseph Dewispelaere, Kort- rijk; Gustave Gysels, Rumbeke; Ernest Han- nicart, Gheluwe; Georges Messiaen, Ouckene; Jcan Muylle, Brugge; Paul Valekenaere, Thor- hout Joseph VandenBussche, Brugge; Er- nest Vandendriessche, Kortrijk; Marcel Van- denweghe, Alveringhem; Maurice Vander- meersch, Iseghem; Albert Vanghest, Kortrijk. WIJDING VAN ONDERDIAKEN. René Deleersnyder, Thielt; Alphonse De- leu, Meenen Joseph Delrue, Reckem; Pros per Denolf, Thorhout; Octav-e Depoorter, Émelghem: René Desmet, Luigne; Raymond Gheeraert, Poelcapelle; Julien Kestelijn, Crom- beke; Lo-dewijk Lelieur, Elver-dinghe; Al phonse Van-dewalle, Waereghem; Jeröme Van- tomme, Iseghem; Raymond Verbouwe, Eg- gcwaertscapelle; Joseph Vergracht, Avelghem. MINDER ORDERS. Maurice Veys, Brugge. De Belg als handelaar. Indien de waarde van een volk aan de belangrijkheid van zijnen handel moet gemeten worden, dan wordt door de Action Economiquevast gesteld -dat, gezien een totaal van verhande lingen (in- en uitvoer) van 8 milliard 469. 530.000 franken, voor eene bevolking van 7.301.024 inwoners, elke Belg 1125 frank waard is. In 1911 bedroeg deze waarde slechts 1023 franken (met eenen handel van 7 milliard 672.000.000). Het is echter dit laatste cijfer dat dient genomen te worden om de Belgische han delsmacht bij deze van andere landen te ver gelijken, daar het meerendeel derzelve hunne statiestieken voor 1912 nog niet hebben open baar gemaakt. De Belg, 1.023 fr.; de Zwitser, 885 fr.; de Engelschman, 685 fr.de Deen, 670 fr. !de Noor 451 fr.; de Franschman, 369 fr.; ie Duitscher, 340 fr.; de Zweed, 339 fr.; io Turk, 214 fr.de Rumeen, 174 fr.de italiaan, 157 fr.; de Oostenrijk-Hongariër, 19 fr.; de Griek, 117 fr.; de Spanjaard 99 t\; de Bulgaar 88 fr.; de Portugees, 87 fr. Serviër, 78 fr.de Rus, 48 fr. Bijgevolg is op handelsgebied een Belg eer weerd dan een Zwitser, een Engelsch- an en een Deen. Hij weegt op tegen twee Noren; staat ge le met ongeveer drij Franschen, Duitschers cZweden; met vijf Turken, zes Rumenen o Italianen, negen Oostenrijkers-Hongariërs 0iGrieken, twaalf Bulgaren of Portugeezen ellertien Serviërs. Tot slot vertegenwoordigen sltRs 32 Russen de handëlsmacht van eenen Be del en waar hij waarschijnlijk ging te doen he%n met den gevaarlijksten hoofdman, me Sitting-Bull. Valeer de Black-Hills te verlaten, zendt hij eggen aan de bevelhebbers Crooks en Mü' wat hij van zin is te doen, en laat builen weg kennen dien hij volgen zal. Hij al door de weiden trekken, die langs de yenne liggen, hij zal wat verder over d™ lissouri trachten te geraken, om van daar,p Daootah te vallen, en al dé landen tc Woesten, daar nog nooit amerikaansche s°hhn hadden durven binnentreden. Ye-heidene dagen zijn voorbij'. D(Veldheer heeft zijne schikkingen ten deele-;[gevocrcj jjjj js over den Missouri g&- trokk en zjjn volk js ;n het groene dal, waarir ge Deek der Siouwen loopt. Dn-)ldaten stappen bij bendetjes, zonder zingeng iachen, droevig en schier zonder sprekevoort De peerden laten hunnen kop hangeicn iaten hen voorttrekken door man- nen deven moede zijn als zij', Eene bran dende 3n zendt hare onverdragelijke hitte overd<(reek: en men moest maar voort, op zoek ;,[cr eenen vijand dien men niet vindt. EindK kwamen zijl in. eene tamelijk groote ,ene vlakte, waarnevens een bosch gelegen as. Nadajg bosch onderzocht was, en dat men ei,e6Q SE,0Qr yan yij&nden ontdekt E H GUIDO GEZELLE. Hij wierdgeboren te Brugge den I" in Bloeimaand 1830Leeraarin het Klein Seminarie van Rousselare in 1851Priester gewijd door Z. D. H. Bisschop Malou, den ie in Zo mermaand 185 4; Onder-Rectorvan hetEngelsch Seminarie, te Brugge den 16in Koornmaand 1861Onderpastor op Ste Walburga, te Bruggeden IV' in Zaaimaand 1863Onderpastor op O. L. Vrouw te Kortrijkden 20n in Plerfstmaand 1872Bestierder der Zusters van het Kindeke Jesus te Kortrijkden 23" in Bloeimaand i88q; Bestierder van het Engelsch Klooster, te Brugge, den 30in Lentemaand i8qq. Hij overleed godvruchtig te Brugge, den 27n in Slachtmaand l8go Hij was Doktor in Wijsbegeerte en Letterkunde van de Hoageschoolvan Leuven, Lid der Vlaamsche AkademieKanunnik van het H Graf te Jerusalem, Ridder der Leopoldsorde, Vereerd met het Pauzelijk cere- kruis Pro Ecclesia et Pontifice, Lid van het Comité Flamand de Franceenz. De meest gekende werken van Guido Gezelle zijn: Dicht oefeningen; Kerkhofblommen; Gedichten, gezangen en gebeden; Kleine gedichtjes; Liederen, Eerdichten et reliqua; Tijdkrans, Rijmsnoer; Hiawatha vertaling uit Longfellow) al dichtbundels. Na de dood des Meester werden nog verschillige werken uitgegeven. Van den kleinen Hertog, De doolaards in Egypten, prozawerken en meerandere. God delijke Beschouwingen, vertaling uit 't latijn van Mgr. Waffelaert's werk, Rond den Heerd eti Biehorf twee tijdschriften door Guido Gezelle gesticht. Er is iemand geweest in Vlaanderen die zijn leven lang als een zoetgevooisde nachtegaal zijn innerlijke diep heeft uitg gorgeld uit de tooverharp van diens gemoed zijn er prachtige melo üeën gesprougea en uit zijn gouden pen vloeiden er op 't glad papier ouvarwelkbare kransen van oden en hymnen aan al het door God geschapen in Vlaan- derens natuur! Die psalmist die de schepselen een stemme gaf waarbij ze luidop den lof van den Heiland verkondig den het was GUIDO GEZELLE de godsdienstige priester dichter die juichte en zong ter kelen uit Mij spreekt de blomme een tale.... Mij groet het altemale dat God geschapen heeft en zóo door al zijne verzen h en, heeft bij als CHRISTEN KUNSTENAAR de Glorie en de Majesteit des Scheppers, een voudig en toch heerlijk laten stralen. Dat heeft zijn waardige neef E. H Caesar Gezelle in de vergadering der K. J. W. zoo m-esterlijk doen uit schijnen en het was welgemeend en oprecht dat de gansche zaal herhaalde keeren onder deze voordracht in een lui I- machtige handgeklap losbarstte om ten slotte op te laaien tot een gloedvolle, welverdiende en schi r eindelooze ovatie 1 E i geen wonder ook 't Was immer* loutere streeling dat h ioren lezen van den Waterspegel't was toch zoo christelijk klag-md dat, Bidden op den Berg alléén zoo los en ontbonden dat steeds krachtiger Weg met upennen zoo danig aangrijpend dat hooger en hooger klinkende loflied Voor Jezus de eerste stem Voor Jezus en het laatste lied Voor Jezus, nog voor Hem Ze kloeg zóo vroom de drukke bede Heer mijn hert is boos en schuldighet schijverd9 en schaatste zóo lijzig op 't water dat krinklende, winklende waterding met 't zwarte kapoteken aan.... en het daverde als een hooglied door de ziel het ketteren van dien nachtegale. We hoorden de Winden ruiscaen en buischen de Donder botsen en dreunen we zagen den luister van 't verheven stergewelf de helder blanke mane klaar en het gulden hoofd der Blijde Zonne E. H. CiESAR GEZELLE. Geboren te Brugge den 25 October 1873- Na zijne letterkundige studiën te hebben vollrokketi aan de Hoogeschool van Leuven werd hij in igoo professor van Poësis en van Engelsche en Deutsche talen in 't College te Kortrijk. Sinds Juli IQ13 is hij onder pastor op St. Maartens te Yper. Als begaafde letterkundige Ridder in Ijeopoldsorde benoemdheeft hij de volgende werken geschrevenPrimu la Veris Uit het leven der Dieren Leliën van Dalen Vertel lingen van E.Poe en Englendale van Father Faber Menigvuldige dicht- en prozastukkeu verschenen van hem in allerhande tijdschriften. Welk een zware toon van droefheid en lijden lag er besloten in het lezen van dat snikkende Lied, oliedWat een hoop vol smeeken boorde er door dien Eeuw krans met betrouwende uitroeping Heere maakt mijn herte sterk opdat het onder 't lijden niet week en worde en weg en vloei Wat een zwaarmoed- en droefgeestizheid oversluierde dat somber Uit de diepten maar ook wat een jubelend geloof berustend in een vonklende hoop en een goddelijke liefde doorschokte gansch ons wezen bij het bonken als parels op marmeren vloer van 'k sta mij zoo geren te midden het veld... 'k ben Geest dan, 'k ben Koning, 'k beheersche Uw schepping 0 God is een tempel [t'Heelal,., met U in mijn herte en Uw bloed op mijn hoofd met U in mijn herte en mijn oog op het kruis nog tien stappen, drie stappen, éen stap nog, driemaal hosannah éen stap en een stem en 'k vluchtte in uw armen o Jesu Die dat hoorde lezen, moest een traan in zijn oogen voelen blinken... dat was zóo be geesterend, zóo overweldigend schoon weer eegeven dat ons harte breken moest en brak willen of niet I... Eq zóo zaten we elk in zijn hoekje gefokt, aandachtig toe te luisteren naar deu gevier- den spreker di9 ons twee uren lang met een vacht van wonnige schoonheid omdoezelde onder een stroomval van onvergetelijke wonderverzen. Op het gelaat van den kundigen redenaar anders zoo kalm en rustig, rimpelplooi- den er beurtelings gevoelens van smart en droefheid, vreugde en blijdschap uit zijn oogeu straalde afwisselend liefde en bewon dering ia die zoo talloos genuanceerde stemmenklanken reuzelde er af en toe geest drift of vervoeringeu die toegeknepen vuist balde wel eens bij het treffend weder geven van 't onuitgesproken zielewêe des Meesters zóo dikwijls misverstaan... zoo dikwijls onbegrepen I.... Weihoe misverstaan en onbegrepen in Vlaanderen en door Vlaanderen waarover hij zoo schoone zong O I landeke ge zijt maar klëen niet grooter zou 'k u geren en 'k zie U, en 't en is maar éen en 'k zie U zoo toch zoo geren I Misverstaan en onbegrepen door dat Vlaanderen dat hij zijn] eigen krachtig we zen heeft willen terugschenken onder den levendmakendën gloed der Goddelijke Poë zie 01 had men toen onder de tooverroede van een Csesar Gezelle de zit 1 vaa den Grooten Dichter zien openvouwen als de bladen van een boek dan zou men wel verstaan en goed begrepen hebbeu het heerlijk leitmotiv in het diepste diep van dien genialen kop verborgen.... Achter ieder versregel die als goudregen uit spreker's mond ia onze harten nederzij- pelde, hebban we den geest van den Groo ten Zanger gloorvol zien waren over gansch ons wezen is een rilling geloopen van onuitwischbare aandoening en de snaren van ons warm gevoel zijn zóo hevig aan het zinderen gegaan... We waren niet meer van de aarde op den krachtigen adem dier Hooge Kunst die ons heel en al had inuenomen, waren we ge stegen ver boven alle menschengedoe ia de zuivere lucht der literaire schoonheid. Op de vleugels der verbeelding klapwiekten we metbreeden slag in de lustwaranden van G-'zelles dichterlijken kunstholwe dronken tot overzadigens <08 aan die bron van innig genotwe smaakten en smekten zoo lang, zoo zoet, zoo vurig, we wenschten gedu- rig tot we al op eans bij het laatste woord dier betoovereude rec'e ia een duize- lisen val uit die hoogten van fantasies ne- dertuimelden midden al het ontgoochelen de... der banale Werkelijheid... En toch jubelt nu hart om dit paar uurtjes dat we zoo hart-opbeurend en zoo zielver kwikkend mochten doorbrengen. Nooit ver geten we de Macht en de Invloed welke ver tolking dier hemelsche Poëzie op ons heeft in^ewrocht... In zyn sierlijke Vlaamsche tale, zoo lenig en zwierig in zijn mond, heeft Cffl3ar Gezelle voor goed bij de J. W. de bron openg»-8tampt waaruit injbreede stralenjhet heilzaam water der Vlaamsche kunst, Ivlok- schuimend, in de harten heeft gestroe'd... over onze hoofden heeft hij van uit den heer lijken Gezelletrans (het vrome manna van het smaken der Eeuwige Schoonheid doen nedersneeuwen en allen hebben honger en dorst gekregen maar meer genot op dat gebied.,.. Mocht die zielekreet weerklank vinden bi) Hem die ons voor het eerst op zoo eene lek kere kunstbrok vergastte. Eerw. Heer onder pastor kom ons nog dikwijls in gouden ran- kenvoor de voeten werpen al de heerlijkheid van „uw verheven kunnen-, telkens als gij optreedt zal er hoosgetijde wezen in ons g moed en gelijk Karei Bostija het'zoo krachtig zong onder de knapoa begeleiding van Lucien Vtrhaeghe dan'zullen we tel kens ook door den gloed van uw meesterlijke schoon losbranden van kot en ketens om hoog op te stijgen in een nieuwen/kunst vaart ten HemelA. Dit zijn cijfers die meer moeten openbaar gemaakt worden. Hulde aan de nieuwe Schoolwet. Men weet dat Griekenland, tengevolge van den laalsten oorlog', zijn grondgebied aanzien lijk uitgebreid heeft. Dientengevolge moeten er groote hervormingen geschieden, en men wil er zich eerst en vooral bezig houden met de opvoeding en het onderwijs der kin deren. Weet men wat de regeering gedaan heeft Zij heeft haren gezant in België ge last al de dokumenten te verzamelen betrek kelijk het nieuw Schoolwetsontwerp dat in de Kamer besproken wordt. De grieksche re geering wil er eene grondige studie van ma ken en onderzoeken op welke wijze onze wetgeving kan toegepast worden op den toe stand in Griekenland. Terwijl de oppositie alhier het ontwerp bckampt, brengt de vreem deling er hulde met te trachten ze bij' hem in te voeren. En zoo krijgen de Belgische liberalen en socialisten eene les, die voor hen weer eene vernedering te meer is. tarissen van den staf. Voetvolk. 2,129 officieren en 32,096 man schappen. Ruiterij. 340 officieren en 7.664 man schappen. Veldgeschut. 503 officieren en 8.093 Vestingsartillerie. 314 officieren en 4442 mannen. Genie. 179 officieren en 2307 mannen. I.uclitvaarders, 48 officieren. Vervoer. 117 officieren en 772 mannen. Intendencie42 officieren intendenten, 69 onderofficieren-sekretarissen der intendencie en park et-kommiezen 207 officieren-rekenplich- tigen 29 officieren-rekenplichtigen van het materieel 78 officieren van het bestuur en 1056 mannen. Gezondheidsdienst. 245 geneesheeren, 62 apo ihckers en 80 veeartsen. Dus, een totaal van 4587 officieren en 57.696 onderofficieren en soldaten. Daarbij' komen 2.300 officierenpeerden en 14.800 peerden der troepen. Daar België 7 1/2 millioen inwoners telt, beteekent een leger in vredestijd van 57.000 mannen, 7 1/2 soldaten op 1000 inwoners. Het nieuwe leger. Na de vol ledige herinrichling zal ons leger op vredes- voet als volgt zijn samengesteld Algemeene stafElf luitenanten generaals en 34 generaals-majoors. Korps van staf 54 officieren van den bij zonderen kader en 89 van den hulp-kader; 26 officieren en 197 onder-ofifcicieren-sekre- naar Amerika uilgeweken, sloot in -nar- -* -r-vtd&ïför'-'frr* -i Een globe-trotter te Scheut. De missionnarissen van Scheut ontvingen de zer dagen het bezoek van eenen belangwek- kenden globe-trotter. M. Kriesz, geboren te Rotterdam in 1893, 1909 eene had, liet Custer aan zijne mannen toe daar eenige uren te rusten. De peerden stonden aan staken gebonden, en alen hetgeen hun voorgezet wierd. De soldaten dronken koffie met legerbeschuit, en gingen alsdan waar het hun beliefde. De eenen legden zich te slapen in de sehaduwe der boomen, langs den kant van den bosch anderen gingen een bad nemen in de beek, of gingen kreeften en palingen vangen. Op den hoek van den bosch stond een overgroote eikenboom, van boven tot bene den met ijfte overgroeid. De boom was dood van ouderdom maar de groene ijfte, die al zijne takken bedekte, scheen hem een nieuw leven te geven. Veldheer Custer zette er hem ondev ne der, alsook een nieuwsberichter van een ame- rikaansch dagblad, de New-York Herald aan wien wij meestal de bijzonderheden te danken hebben, die in ons verhaal voorko men. 't Is een droevige veltdocht die wij doen, zei Custer uwe lezers zullen er zeer verwonderd over zijn, en weinig bewonde ring hebben voor onze heldendaden. Maar wij' doen ten minste een aangenaam uitstapje, door eene der schoonste streken die ik van mijn leven gezien heb, antwoord de de nieuwsberichter al lachende. Ik kan er niet mede lachen, sprak Cus ter onze toestand schijnt er mij te droe vig Koor, eu ik feea yerre yan gerust te zijn. Waarlijk! hernam de andere maar ik heb toch maar weinig kanongeschot gehoord tot nu toe, en weinig bloed zien stroomen. Ik meende de Roodhuiden bij' geheele ben den te zien opkomen als wilde dieren, 0111 ons aan te vallen en te verscheuren, en al onze hoofdschedels mede te nemen als bewijzen hunner zegepraal. Ja, ik moet het bekennen, ik was een weinig benauwd van levende gebraden en opgeëten te worden. En die vreeselijke Sitting-Bull, die alles ging ver slaan, vlucht hiji niet gelijk al de anderen? Nu, lach maar, zoo het u lust, ant woordde de veldheer, een weinig grammoedig. Wat mij betreft, ik ben en blijf ongerust over die handelwijze der wilden. Zij zijn niet gewoon alzoo te vluchten en ik hoorde liever hunnen oorlogskreet, en zag ze liever op ons vallen... Maar kent gij. dien oor logskreet der Indianen Neen ik; maar men zegt dat hij' schrik kelijk is. Of hij i Ik heb hem dikwijls gehoord. F.n iederen keer rezen mijne haren op mijn hoofd. Eens... oh ik en zal het van mijn leven vergeten... Ik was jonge soldaat, en wierd met mijne makkers achter de Rood huiden gezonden. Wijl kwamen even aan een dicht begroeiden bosch toe, als wij' al met eens, langs alle kanten, een zoo eenig, ver vaarlijk, helsch geroep hoorden, dat wij ver stomd bleven staan, niet wetende of wij' met menschen of met duivelen te doen hadden. overeenkomst met den bestuurder van een dagblad van Denver (Colorado). De jongeling moest in gezelschap van eenen Amerikaan, eenen Deen en eenen Engelschman, té voét en zonder geld de reis om de wereld doen. Bij hunne terugkomst zou aan elk der 4 jongelingen 10.000 dollars worden uitbetaald. De vier reizigers, vertrokken uit Denver den 5 Januari 1909. Zij' doorliepen Colo rado, Wyoming, Urah, de Sierra Nevada (4.480 111.), Californië, San-Francis co. Zijl be gaven zich naar Oceanië en de Philippijnen. Zijl bezochten Japan, Tonkin en Cochin- china. In Scain werd de Amerikaan in een ge vecht gedood. De Deen bezweek ten gevolge van een zonneslag in Java. De Engelschman stierf aan de zwarte waterkoorts. Kriesz, alleen overgebleven, ging naar Sin gapore waar hij' met eene kleurlinge van Hollandschen vader in het huwelijk trad, en vervolgde de reis met zijne vrouw. Hij had ook uit Holland zijnen jongeren broeder doen overkomen om hem te vergezellen. Het drietal doortrok samen China en Mon golië, namelijk de .streken waar de zende lingen van Scheut missiën hebben geslicht. De reizigers hebben meest al de paters van Scheut, in die gewesten verblijvende, bezocht en brachten van de missionnarissen brieven mede, getuigende van hunnen doortocht, en van hunne goede betrekkingen met onze land- genooten. Zij bezitten de beste getuigschriften, Maar hoe schrikkelijk die oorlogskreet moge wezen, 't* en is toch maar een kreet, en hij' doet min zeer als hunne scherpe schichten, gelijk of wij het wel zullen ondervinden, als wijl ze tegenkomen. Als wiji ze tegenkomen zei de nieuws berichter, half benauwd en half verwonderd van te hooren dat zulks nog gebeuren kon. Ja, als wij' ze tegenkomen, ging Cus ter voort. Ik meen wel van ja, maar ik weet niet waar wij vinden overal de dorpen ver nield, en alles verlaten, tot de Black-Hills toe. Maar zij moeten daarvoor redens heb ben en elders betere verschansingen vinden. Ah I ik voorzeg het u wij- zullen moeten voorzichtig zijn en moedig, of wij zullen te kort bollen tegen Sitting-Bull en zijn leger. Maar als zij' altijd voort vluchten, zij kunnen ons verre leiden, en rond geheel de woestijn doen loopen. Mocht het God believen dat het alzoo niet ging I Ons volk zou welhaast afgemat zijn en schier onbekwaam om nog te vech ten. Wij' hebben nog de wilden niet gezien maar zijt er zeker van dat zij ons volgen, ons omringen, en dat zij' al onze bewegin gen gadeslaan. Gister was er nog eens een man te kort 't is reeds de zeven-en-twin- tigste sedert dat wiji de sterkte Lincoln ver laten hebben. Waar meent gij dat die man nen bevaren zijn l Zij'zijn zeker weggevlucht uit het leger. .WeggeyluehtNiet te doen. Waarom onder andere van Mgr. Otto, apostolisch vi- karis van Kansou en van Pater Stappers, missieoverste dezer provincie. De jongere broeder van Kriesz die te Rotterdam ziek ligt, brengt eenige vertraging in de reis. Ziji moeten nog den weg afleggen van Brussel naar Kales, Liverpool, New-York Denver, Zonderlinge saboteering. Een nieuw middel van vrouwenrechtpropaganda. Onze lezers weten ongetwijfeld dat in de Engelsche haarkapperswinkels, veel vrouwe lijke bedienden gebezigd worden, die, overi gens, zeer handig met scheermessen, kammen en borstels omspringen. Dit sehij'nt niet al te voorzichtig. De stern- rechtvrouwen hebben onder dit haark'appers- personeel reeds een aantal partijgangsters aan geworven, en deze, op' een ordewoord, besloten Zondag hun werk te saboteeren. Op een gegeven oogenblik lieten de. dertig op veertig vrouwelijke barbiers, te Londen, enz., den arbeid staan, de klanten latende zit ten, deze half geschoren, gene gezeept, ééii andere het haar half afgesneden, enz. Niette genstaande de beden en smeekingën der pa troons en het tempeesten der slachtoffers dier flauwe grappen, weigerden zij' nog iets te ver richten, plakten op de vitrienen briefjes met het opschrift Geeft het vrouwenstem re ebt en wiji zullen u scheren», en trokken er door. van zouden zij' ons verlaten Zij weten dat zij bijna voorzeker in de handen der wilden zouden vallen en er niet levende zouden uit komen. Gevlucht zijn zij nietmaar zij zijn gevallen onder de kapmessen van Sitting's zendelingen. Hunne doode lichamen hangen hier of daar aan de boomen van de streek die wij doortrokken hebben. Maar, lieve vriend, weet gij dat gij mij geen aangenaam nieuws vertelt Neem dat ik ievers eene wandeling .wil doen alleen. Gij: zoudt mij moeten vaarwel zeggen vooraleer ons te verlaten want er ware groot gevaar voor u van ons niet meer weder ie zien. Als de zaken alzoo staan, waarom nog verder op!rekken Waarom niet terugkeeren van waar wij gekomen zijn Omdat wij: gezonden zijn om de In dianen te stillen, en onzen plicht moeten vol brengen, zei Custer. Wij' zullen voort gaan tot aan het dorp der Siouwen. Ik meen dat het daar is dat Sitting ons afwacht. En als dan zult gij: eens zien wat wij kunnen Bij die woorden stond de veldheer op, en de moed straalde in zijne oogen, en de' be geerte van te vechten weerklonk in zijne stem. Op dien oogenblik kwamen er kreten van het einde der opene plaats, waar de solda ten rustende waren. Op,! riep_ Custer, het kan de vijand zijn.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche Volk (1910-1915, 1927-32) | 1913 | | pagina 3