Bijvoegsel aan HET YPERSCHE VOLKvan Zaterdag 80 December 1913
tSGfWlill
De Koning
Roodhuiden
Van alles Wat
E. H. C2ESAR GEZELLE in de Katholieke Jonge Wacht
IfeerbeliJhc Ifeakitdkr
furkelijk Üktsws
GUIDO GEZELLE E
De Wereldbrief «RerumNovarum»
MENGELWERK N° 13
DER
VI
Op zoek achter den vijand
VOORDRACHT OVER
op Zaterdag 13 December 1913
rBEeaU yfiarigeaet." j
Zondag 21 December."'— 4- Zondag van den
Advent. Wis van dezen Zondag
Evangelie van den Zondag, In het vijftiende
regeei'ingsjaar van Keizer Tiberius, toen Pontius Pilatus
landvoogd van Judea was, Herodes viervorst van Galilëa,
zijn broeder Fhillipus viervorst van Ituria en de land
streek Trachonitis, en Ljsanias viervorst van Abilene,
onder het^ hoogepriesterschap van Annas en Caïphas,
kwam het Voord Gods over Joannes, den zoon van Zacha-
riüs, in de woestijn. En hij kwam in de ganscheomstreek
van den Jordaan en predikte het doopsel van boetpleging
tot vergeving der zonden, zooals geschreven staat in het
boek der uitspraken van den profeet Isaïas Eene stem
klonk in de woestijn Bereidt den weg des Heeren, maakt
zijne paden recht. Alle dal zal gevuld, en alle berg en heu
vel zal gelaagd worden de kromme wegen zullen recht
en de oneffene effen worden ;'en alle vleesch zal het heil
Gods aanschouwen.
Maandag 22 —H.Thomas, Apostel.
Dinsdag 23/— H. Bugolinus, belijder.
Gedurige Aanbidding te VlamertiDghe.
Woensdag 24. Vigilie van KerstdagVas-
ten en Vleeschderfdag-
Donderdag 25. ItERS L DAG feest
met octaaf.
Gedurige Aanbidding te Zonnebeke.
KERSTDAG Geboorte van t). H. Jcsus-
Christus, Opzeil Zaligmaker te Bethleem, in>en arme
stal.
Te priesters lezen drie missen de nachtmissede
dageraadmisse, de dagmi'se ter eere van de H.
Drievuldigheid, den Vader, den Zoon en den H. Geest;
ooit ter eere der drie geboorten Christï: de Eeuwige uit
de schoot zijns Vaders, de Tijdelijke uittde schoot van
O. L.V.de Moeder Gods Mari»i A& (Geestelijke uit zijn
eigen Herte en verlangendeiliefde inpons.
Vriidag 26. H. Stepkanus, eerste martelaar,
feest met octaaf, gedachtenis va» al de HH Martelaren
Zaterdag 27.—"if. Joannes, Apostel en Evan
gelist, feest met octaaf.
van grooten en kleinen geworden was, zag
hij meer en meer de ijzelijke ramp in, waar
de maatschappij naartoe ijlde; en, als Plaats
vervanger van Jesus-Chi'istus, riep hij, lijk
zijn Meester Misereor super liane turbam.
Ik heb medelijden met al dat volk in de
armoede gedompeld, verdrukt, veracht en mis
prezen, van al zijne rechten ontbloot en op
het punt van in verwoede dolheid gansch
het maatschappelijk leven door opstand, en
oorlog omver te werpen en te vernietigen.
'I Was in 1891 dat de zoo vermaarde, zoo
diepdoordachte en heilbrengende wereldbrief
Rerum Novarum a verscheen en in alle
landen en bestieren verbazing verwekte, e r-
bied afdwong en als grondwet van alle maat
schappelijke wetten scheen te moeten die
nen.
't Is die wereldbrief die aan Paus Leo
XIII den naam deed geven van Paus der
Werklieden, omdat hij, zonder iemands rech
ten te krenken, recht zou laten geworden
aan dezen die, als onmenschen, zonder rech
ten geworden waren.
Wat het Opperhoofd der Heilige Kerk in
dien beruchten brief aan gansch de wereld
aankondigde, willen wij in 't eerst komend
nummer in 't korte uiteendoen, te meer dat
veel patronen en werklieden hem schijnen
niet te kennen, daar zij regelrecht handelen
tegen al wat erin ten bate der volkeren ien
ten dienste der maatschappij wordt voorge
schreven en aangeleerd.
Over twee, drie weken begon Het "Spersche
Volk eene reeks sociale leidartikelen die wij
allernuttigst achten om tot stof te dienen^ voor
voordrachten en bespreking eu m studiekring en
Onze medewerker zeg de wtt waarheid dat
de wereldbrief' Rerum Novarum van zaliger
Paus Leo XIII de grondwet is waarop alle so
ciale wetten moeten geschoeid zijn om den vre
de in den samenleving te herstellen.
\~Geheel gepast gaf hij verleden week een korte
schets van den maatschoppelijhen toestand bij
't verschijnen van die vermaarde Pauzelij ke
Encycliek.
Wij geven vandaag het einde van het artikel
over den socialen toestand.
Na het stoffelijk sociaal verval,door de Fr ari
sche Omwenteling metthare tevgelooze Vrij
heid, hare valsche Gelijkheid, han leugenach
tige Broederlijkheid gestichtafgeschetst te
hebben zoo gaat onze medewerker voort
De vrijzinnige of liberale geest der revolu
tiemannen die de Kerk en hare leering ge
weldig bestreden, deed het christen-zijn bij
grooten en kleinen, bij patronen ai werk
lieden verminderen. H oe min ons, volk
christen werd, hoe min het zijnen toestand
kon verdragenwant eens de hoop op een
toekomstig leven verdwenen, voelde et zag
het niets anders dan het lijdelijk genot en
welzijn waarvan het zoo brutaal versopten
werd.
't Overschouwen van zijne ellende en 't
gevoelen van zijne verdrukking baarden hij
den aardsch geworden werkman nijd en ja-
loerschheid die in hardnekkigen ha.it over
sloeg tegen al wat patroon en meester nas,
te meer dat die gevoelens nog opgestookt
waren door eenige dweepers, bij wie noch
rechtveerdigheid noch liefde te vinden was.
Intusschen had de Kerk in verschuiige
landen der wereld de groote armoede tn
diepe ellende van den werkman beproefd 1e
lenigen door liefdadigheid in alle slach van
inrichtingen gepleegd. Onmachtig waren die
inrichtingen om haat en nijd te verdrijvl
en de armoede te bekampen. Herhaalde si
menscholingen van verwoede werklieden, oi
ruslwtkkende woelingen waarvan wij liier i:
België ook weten te spreken ontstonden et
deden voor orde en ruste der maatschappj
vreezen.
Een Ketteler, een Kolping in Duitschland
een Manning in Engeland, een Pecci in Ita
lië, een Harmei in Frankrijk, een Mermil-
lon in Zwitserland, een Gibbons in 't Nieuw
Amerika ontwaakten en zagen in dat lief
dadigheid alleen niet meer bestand was om
de revolutionnaire drommen tegen te houden
en te -bevredigen. Met liefdadigheid moest
rechtveerdigheid gepaard gaan en zij zochten
in de verledene eeuwen de redding der maat
schappij. Wat eertijds vrede teweegbracht, zou
het nu nog doen, en reeds vooraleer de
socialisten er aan dachten, zette Ketteler, eerst
als onderpastoor, dan als pastoor, maar bij
zonderlijk als bisschop te Mainz, in Duitsch
land, zijne gedachten uiteen, waar hij het
werkvolk door vereeniging' zijne macht deed
zoeken om zijne rechten, en in 't bijzonder
zijn recht op mensehelijk leven te verde
digen en te veroveren.
't Was in die benaarde en beroerde tij
den dat kardinaal Pecci Paus van Rome
werd. Reeds lang was die man, van edelen
bloede, bekommerd met den zoo vernede
renden en onuitstaanbaren toestand van den
werkersstand.
Nu dat hij Vader -der christenheid, Vader
Vervolg
Custer was dus meester geworden van die
versterkingen, waar hij den grootsten tegen
stand meende te ontmoeten, zonder eene
scbote geschoten te hebben. Hij was aan een
der hoogste bergtoppen gekomen, en plantte
er het sterrenvaandel der Vereenigde-Staten
op.
Geen vijand gewaar wordende, begon Cu
ster te denken dat hij voor hen de vluchl
nam, om reden der buitengewone sterkte van
het leger der Staten, en der straffen die zij
waarschijnlijk vreesden. Hij kreeg alzoo het
gedacht van een grooten slag te slaan, en
van de vijanden aan te vallen te midden hun
land, en recht op het dorp der Siouwen aan
te rukken, die den opstand begonnen had-
(l) tie Koning aar Roodhuiden, J. Demeester,
Roosselaere, fr. 1.50.
Wijding. Zaterdag, 20 December, heeft
heeft de II. Wijding plaats in de kerk van
het Seminarie te Brugge. Hier volgt de lijst,
van deze die de wijding ontvangen uit de
handen van Z. D. H. Mgr. Waffelaert, bis
schop van Brugge.
WIJDING VAN PRIESTER.
Georges Borre, Veurne; Albert Brutsaert,
Popcrioghe Georges Delmarque, Bevercn-bij-
Roeselaere; Gabriel Demeester, Roesehtt'fe
Oswald Doucy, Westoutre; Joseph Dossaer,
Oostende; Jules Flipts, Rouselaere; Octaaf
Hanssens, Wevelghem; Anloon Quartier, Cuer-
ne; Jerome Priem, Poperinghe; Amand Ver-
haeghe, Iseghem; René Verscheure, Thielt;
Kaïel Willems, Brugge; Georges Werbrouck,
Yper (van het bisdom Doornijk, student in
godsgeleerdheid te Leuven).
WIJDING VAN DIAKEN.
Georges Bouchery, Meenen; Achille Del-
neste, Reckem; Joseph Dewispelaere, Kort-
rijk; Gustave Gysels, Rumbeke; Ernest Han-
nicart, Gheluwe; Georges Messiaen, Ouckene;
Jcan Muylle, Brugge; Paul Valekenaere, Thor-
hout Joseph VandenBussche, Brugge; Er-
nest Vandendriessche, Kortrijk; Marcel Van-
denweghe, Alveringhem; Maurice Vander-
meersch, Iseghem; Albert Vanghest, Kortrijk.
WIJDING VAN ONDERDIAKEN.
René Deleersnyder, Thielt; Alphonse De-
leu, Meenen Joseph Delrue, Reckem; Pros
per Denolf, Thorhout; Octav-e Depoorter,
Émelghem: René Desmet, Luigne; Raymond
Gheeraert, Poelcapelle; Julien Kestelijn, Crom-
beke; Lo-dewijk Lelieur, Elver-dinghe; Al
phonse Van-dewalle, Waereghem; Jeröme Van-
tomme, Iseghem; Raymond Verbouwe, Eg-
gcwaertscapelle; Joseph Vergracht, Avelghem.
MINDER ORDERS.
Maurice Veys, Brugge.
De Belg als handelaar. Indien de
waarde van een volk aan de belangrijkheid
van zijnen handel moet gemeten worden, dan
wordt door de Action Economiquevast
gesteld -dat, gezien een totaal van verhande
lingen (in- en uitvoer) van 8 milliard 469.
530.000 franken, voor eene bevolking van
7.301.024 inwoners, elke Belg 1125 frank
waard is. In 1911 bedroeg deze waarde slechts
1023 franken (met eenen handel van 7 milliard
672.000.000).
Het is echter dit laatste cijfer dat dient
genomen te worden om de Belgische han
delsmacht bij deze van andere landen te ver
gelijken, daar het meerendeel derzelve hunne
statiestieken voor 1912 nog niet hebben open
baar gemaakt.
De Belg, 1.023 fr.; de Zwitser, 885 fr.;
de Engelschman, 685 fr.de Deen, 670 fr.
!de Noor 451 fr.; de Franschman, 369 fr.;
ie Duitscher, 340 fr.; de Zweed, 339 fr.;
io Turk, 214 fr.de Rumeen, 174 fr.de
italiaan, 157 fr.; de Oostenrijk-Hongariër,
19 fr.; de Griek, 117 fr.; de Spanjaard 99
t\; de Bulgaar 88 fr.; de Portugees, 87 fr.
Serviër, 78 fr.de Rus, 48 fr.
Bijgevolg is op handelsgebied een Belg
eer weerd dan een Zwitser, een Engelsch-
an en een Deen.
Hij weegt op tegen twee Noren; staat ge
le met ongeveer drij Franschen, Duitschers
cZweden; met vijf Turken, zes Rumenen
o Italianen, negen Oostenrijkers-Hongariërs
0iGrieken, twaalf Bulgaren of Portugeezen
ellertien Serviërs. Tot slot vertegenwoordigen
sltRs 32 Russen de handëlsmacht van eenen
Be
del en waar hij waarschijnlijk ging te doen
he%n met den gevaarlijksten hoofdman,
me Sitting-Bull.
Valeer de Black-Hills te verlaten, zendt
hij eggen aan de bevelhebbers Crooks en
Mü' wat hij van zin is te doen, en laat
builen weg kennen dien hij volgen zal.
Hij al door de weiden trekken, die langs
de yenne liggen, hij zal wat verder over
d™ lissouri trachten te geraken, om van
daar,p Daootah te vallen, en al dé landen
tc Woesten, daar nog nooit amerikaansche
s°hhn hadden durven binnentreden.
Ye-heidene dagen zijn voorbij'.
D(Veldheer heeft zijne schikkingen ten
deele-;[gevocrcj jjjj js over den Missouri g&-
trokk en zjjn volk js ;n het groene dal,
waarir ge Deek der Siouwen loopt.
Dn-)ldaten stappen bij bendetjes, zonder
zingeng iachen, droevig en schier zonder
sprekevoort De peerden laten hunnen kop
hangeicn iaten hen voorttrekken door man-
nen deven moede zijn als zij', Eene bran
dende 3n zendt hare onverdragelijke hitte
overd<(reek: en men moest maar voort, op
zoek ;,[cr eenen vijand dien men niet
vindt.
EindK kwamen zijl in. eene tamelijk
groote ,ene vlakte, waarnevens een bosch
gelegen as.
Nadajg bosch onderzocht was, en dat
men ei,e6Q SE,0Qr yan yij&nden ontdekt
E H GUIDO GEZELLE. Hij wierdgeboren te Brugge den I" in
Bloeimaand 1830Leeraarin het Klein Seminarie van Rousselare in
1851Priester gewijd door Z. D. H. Bisschop Malou, den ie in Zo
mermaand 185 4; Onder-Rectorvan hetEngelsch Seminarie, te Brugge
den 16in Koornmaand 1861Onderpastor op Ste Walburga, te
Bruggeden IV' in Zaaimaand 1863Onderpastor op O. L. Vrouw te
Kortrijkden 20n in Plerfstmaand 1872Bestierder der Zusters van
het Kindeke Jesus te Kortrijkden 23" in Bloeimaand i88q; Bestierder
van het Engelsch Klooster, te Brugge, den 30in Lentemaand i8qq.
Hij overleed godvruchtig te Brugge, den 27n in Slachtmaand l8go
Hij was Doktor in Wijsbegeerte en Letterkunde van de Hoageschoolvan
Leuven, Lid der Vlaamsche AkademieKanunnik van het H Graf te
Jerusalem, Ridder der Leopoldsorde, Vereerd met het Pauzelijk cere-
kruis Pro Ecclesia et Pontifice, Lid van het Comité Flamand de
Franceenz. De meest gekende werken van Guido Gezelle zijn: Dicht
oefeningen; Kerkhofblommen; Gedichten, gezangen en gebeden; Kleine
gedichtjes; Liederen, Eerdichten et reliqua; Tijdkrans, Rijmsnoer;
Hiawatha vertaling uit Longfellow) al dichtbundels. Na de dood des
Meester werden nog verschillige werken uitgegeven. Van den kleinen
Hertog, De doolaards in Egypten, prozawerken en meerandere. God
delijke Beschouwingen, vertaling uit 't latijn van Mgr. Waffelaert's
werk, Rond den Heerd eti Biehorf twee tijdschriften door Guido
Gezelle gesticht.
Er is iemand geweest in Vlaanderen die zijn leven lang
als een zoetgevooisde nachtegaal zijn innerlijke diep heeft
uitg gorgeld uit de tooverharp van diens gemoed zijn er
prachtige melo üeën gesprougea en uit zijn gouden pen
vloeiden er op 't glad papier ouvarwelkbare kransen van
oden en hymnen aan al het door God geschapen in Vlaan-
derens natuur! Die psalmist die de schepselen een stemme
gaf waarbij ze luidop den lof van den Heiland verkondig
den het was GUIDO GEZELLE de godsdienstige priester
dichter die juichte en zong ter kelen uit
Mij spreekt de blomme een tale....
Mij groet het altemale
dat God geschapen heeft
en zóo door al zijne verzen h en, heeft bij als CHRISTEN
KUNSTENAAR de Glorie en de Majesteit des Scheppers, een
voudig en toch heerlijk laten stralen.
Dat heeft zijn waardige neef E. H Caesar Gezelle in
de vergadering der K. J. W. zoo m-esterlijk doen uit
schijnen en het was welgemeend en oprecht dat de gansche
zaal herhaalde keeren onder deze voordracht in een lui I-
machtige handgeklap losbarstte om ten slotte op te laaien
tot een gloedvolle, welverdiende en schi r eindelooze
ovatie 1
E i geen wonder ook 't Was immer* loutere streeling
dat h ioren lezen van den Waterspegel't was toch zoo
christelijk klag-md dat, Bidden op den Berg alléén zoo
los en ontbonden dat steeds krachtiger Weg met upennen
zoo danig aangrijpend dat hooger en hooger klinkende
loflied
Voor Jezus de eerste stem
Voor Jezus en het laatste lied
Voor Jezus, nog voor Hem
Ze kloeg zóo vroom de drukke bede Heer mijn hert is
boos en schuldighet schijverd9 en schaatste zóo
lijzig op 't water dat
krinklende, winklende waterding
met 't zwarte kapoteken aan....
en het daverde als een hooglied door de ziel het ketteren
van dien nachtegale. We hoorden de Winden ruiscaen en
buischen de Donder botsen en dreunen we zagen den
luister van 't verheven stergewelf de helder blanke
mane klaar en het gulden hoofd der Blijde Zonne
E. H. CiESAR GEZELLE. Geboren te Brugge den 25 October 1873-
Na zijne letterkundige studiën te hebben vollrokketi aan de Hoogeschool
van Leuven werd hij in igoo professor van Poësis en van Engelsche en
Deutsche talen in 't College te Kortrijk. Sinds Juli IQ13 is hij onder
pastor op St. Maartens te Yper. Als begaafde letterkundige Ridder in
Ijeopoldsorde benoemdheeft hij de volgende werken geschrevenPrimu
la Veris Uit het leven der Dieren Leliën van Dalen Vertel
lingen van E.Poe en Englendale van Father Faber Menigvuldige
dicht- en prozastukkeu verschenen van hem in allerhande tijdschriften.
Welk een zware toon van droefheid en
lijden lag er besloten in het lezen van dat
snikkende Lied, oliedWat een hoop
vol smeeken boorde er door dien Eeuw
krans met betrouwende uitroeping
Heere maakt mijn herte sterk
opdat het onder 't lijden
niet week en worde en weg en vloei
Wat een zwaarmoed- en droefgeestizheid
oversluierde dat somber Uit de diepten
maar ook wat een jubelend geloof berustend
in een vonklende hoop en een goddelijke
liefde doorschokte gansch ons wezen bij het
bonken als parels op marmeren vloer van
'k sta mij zoo geren te midden het veld...
'k ben Geest dan, 'k ben Koning, 'k beheersche
Uw schepping 0 God is een tempel [t'Heelal,.,
met U in mijn herte en Uw bloed op mijn hoofd
met U in mijn herte en mijn oog op het kruis
nog tien stappen, drie stappen, éen stap
nog, driemaal hosannah éen stap en een stem
en 'k vluchtte in uw armen o Jesu
Die dat hoorde lezen, moest een traan in
zijn oogen voelen blinken... dat was zóo be
geesterend, zóo overweldigend schoon weer
eegeven dat ons harte breken moest en
brak willen of niet I...
Eq zóo zaten we elk in zijn hoekje gefokt,
aandachtig toe te luisteren naar deu gevier-
den spreker di9 ons twee uren lang met een
vacht van wonnige schoonheid omdoezelde
onder een stroomval van onvergetelijke
wonderverzen.
Op het gelaat van den kundigen redenaar
anders zoo kalm en rustig, rimpelplooi-
den er beurtelings gevoelens van smart en
droefheid, vreugde en blijdschap uit zijn
oogeu straalde afwisselend liefde en bewon
dering ia die zoo talloos genuanceerde
stemmenklanken reuzelde er af en toe geest
drift of vervoeringeu die toegeknepen
vuist balde wel eens bij het treffend weder
geven van 't onuitgesproken zielewêe des
Meesters zóo dikwijls misverstaan... zoo
dikwijls onbegrepen I....
Weihoe misverstaan en onbegrepen in
Vlaanderen en door Vlaanderen waarover
hij zoo schoone zong
O I landeke ge zijt maar klëen
niet grooter zou 'k u geren
en 'k zie U, en 't en is maar éen
en 'k zie U zoo toch zoo geren I
Misverstaan en onbegrepen door dat
Vlaanderen dat hij zijn] eigen krachtig we
zen heeft willen terugschenken onder den
levendmakendën gloed der Goddelijke Poë
zie
01 had men toen onder de tooverroede van
een Csesar Gezelle de zit 1 vaa den Grooten
Dichter zien openvouwen als de bladen van
een boek dan zou men wel verstaan en
goed begrepen hebbeu het heerlijk leitmotiv
in het diepste diep van dien genialen kop
verborgen....
Achter ieder versregel die als goudregen
uit spreker's mond ia onze harten nederzij-
pelde, hebban we den geest van den Groo
ten Zanger gloorvol zien waren over
gansch ons wezen is een rilling geloopen
van onuitwischbare aandoening en de snaren
van ons warm gevoel zijn zóo hevig aan het
zinderen gegaan...
We waren niet meer van de aarde op
den krachtigen adem dier Hooge Kunst die
ons heel en al had inuenomen, waren we ge
stegen ver boven alle menschengedoe ia de
zuivere lucht der literaire schoonheid. Op
de vleugels der verbeelding klapwiekten we
metbreeden slag in de lustwaranden van
G-'zelles dichterlijken kunstholwe dronken
tot overzadigens <08 aan die bron van innig
genotwe smaakten en smekten zoo lang,
zoo zoet, zoo vurig, we wenschten gedu-
rig tot we al op eans bij het laatste
woord dier betoovereude rec'e ia een duize-
lisen val uit die hoogten van fantasies ne-
dertuimelden midden al het ontgoochelen
de... der banale Werkelijheid...
En toch jubelt nu hart om dit paar uurtjes
dat we zoo hart-opbeurend en zoo zielver
kwikkend mochten doorbrengen. Nooit ver
geten we de Macht en de Invloed welke ver
tolking dier hemelsche Poëzie op ons heeft
in^ewrocht... In zyn sierlijke Vlaamsche
tale, zoo lenig en zwierig in zijn mond, heeft
Cffl3ar Gezelle voor goed bij de J. W. de bron
openg»-8tampt waaruit injbreede stralenjhet
heilzaam water der Vlaamsche kunst, Ivlok-
schuimend, in de harten heeft gestroe'd...
over onze hoofden heeft hij van uit den heer
lijken Gezelletrans (het vrome manna van
het smaken der Eeuwige Schoonheid doen
nedersneeuwen en allen hebben honger en
dorst gekregen maar meer genot op dat
gebied.,..
Mocht die zielekreet weerklank vinden bi)
Hem die ons voor het eerst op zoo eene lek
kere kunstbrok vergastte. Eerw. Heer onder
pastor kom ons nog dikwijls in gouden ran-
kenvoor de voeten werpen al de heerlijkheid
van „uw verheven kunnen-, telkens als gij
optreedt zal er hoosgetijde wezen in ons
g moed en gelijk Karei Bostija het'zoo
krachtig zong onder de knapoa begeleiding
van Lucien Vtrhaeghe dan'zullen we tel
kens ook door den gloed van uw meesterlijke
schoon losbranden van kot en ketens om
hoog op te stijgen in een nieuwen/kunst
vaart ten HemelA.
Dit zijn cijfers die meer moeten openbaar
gemaakt worden.
Hulde aan de nieuwe Schoolwet.
Men weet dat Griekenland, tengevolge van
den laalsten oorlog', zijn grondgebied aanzien
lijk uitgebreid heeft. Dientengevolge moeten
er groote hervormingen geschieden, en men
wil er zich eerst en vooral bezig houden
met de opvoeding en het onderwijs der kin
deren. Weet men wat de regeering gedaan
heeft Zij heeft haren gezant in België ge
last al de dokumenten te verzamelen betrek
kelijk het nieuw Schoolwetsontwerp dat in
de Kamer besproken wordt. De grieksche re
geering wil er eene grondige studie van ma
ken en onderzoeken op welke wijze onze
wetgeving kan toegepast worden op den toe
stand in Griekenland. Terwijl de oppositie
alhier het ontwerp bckampt, brengt de vreem
deling er hulde met te trachten ze bij' hem
in te voeren. En zoo krijgen de Belgische
liberalen en socialisten eene les, die voor
hen weer eene vernedering te meer is.
tarissen van den staf.
Voetvolk. 2,129 officieren en 32,096 man
schappen.
Ruiterij. 340 officieren en 7.664 man
schappen.
Veldgeschut. 503 officieren en 8.093
Vestingsartillerie. 314 officieren en 4442
mannen.
Genie. 179 officieren en 2307 mannen.
I.uclitvaarders, 48 officieren.
Vervoer. 117 officieren en 772 mannen.
Intendencie42 officieren intendenten, 69
onderofficieren-sekretarissen der intendencie en
park et-kommiezen 207 officieren-rekenplich-
tigen 29 officieren-rekenplichtigen van het
materieel 78 officieren van het bestuur en
1056 mannen.
Gezondheidsdienst. 245 geneesheeren,
62 apo ihckers en 80 veeartsen.
Dus, een totaal van 4587 officieren en
57.696 onderofficieren en soldaten.
Daarbij' komen 2.300 officierenpeerden en
14.800 peerden der troepen.
Daar België 7 1/2 millioen inwoners telt,
beteekent een leger in vredestijd van 57.000
mannen, 7 1/2 soldaten op 1000 inwoners.
Het nieuwe leger. Na de vol
ledige herinrichling zal ons leger op vredes-
voet als volgt zijn samengesteld
Algemeene stafElf luitenanten generaals
en 34 generaals-majoors.
Korps van staf 54 officieren van den bij
zonderen kader en 89 van den hulp-kader;
26 officieren en 197 onder-ofifcicieren-sekre- naar Amerika uilgeweken, sloot in
-nar- -* -r-vtd&ïför'-'frr* -i
Een globe-trotter te Scheut.
De missionnarissen van Scheut ontvingen de
zer dagen het bezoek van eenen belangwek-
kenden globe-trotter.
M. Kriesz, geboren te Rotterdam in 1893,
1909 eene
had, liet Custer aan zijne mannen toe daar
eenige uren te rusten.
De peerden stonden aan staken gebonden,
en alen hetgeen hun voorgezet wierd. De
soldaten dronken koffie met legerbeschuit, en
gingen alsdan waar het hun beliefde. De eenen
legden zich te slapen in de sehaduwe der
boomen, langs den kant van den bosch
anderen gingen een bad nemen in de beek, of
gingen kreeften en palingen vangen.
Op den hoek van den bosch stond een
overgroote eikenboom, van boven tot bene
den met ijfte overgroeid. De boom was dood
van ouderdom maar de groene ijfte, die al
zijne takken bedekte, scheen hem een nieuw
leven te geven.
Veldheer Custer zette er hem ondev ne
der, alsook een nieuwsberichter van een ame-
rikaansch dagblad, de New-York Herald
aan wien wij meestal de bijzonderheden te
danken hebben, die in ons verhaal voorko
men.
't Is een droevige veltdocht die wij
doen, zei Custer uwe lezers zullen er zeer
verwonderd over zijn, en weinig bewonde
ring hebben voor onze heldendaden.
Maar wij' doen ten minste een aangenaam
uitstapje, door eene der schoonste streken
die ik van mijn leven gezien heb, antwoord
de de nieuwsberichter al lachende.
Ik kan er niet mede lachen, sprak Cus
ter onze toestand schijnt er mij te droe
vig Koor, eu ik feea yerre yan gerust te zijn.
Waarlijk! hernam de andere maar ik
heb toch maar weinig kanongeschot gehoord
tot nu toe, en weinig bloed zien stroomen.
Ik meende de Roodhuiden bij' geheele ben
den te zien opkomen als wilde dieren, 0111
ons aan te vallen en te verscheuren, en
al onze hoofdschedels mede te nemen als
bewijzen hunner zegepraal. Ja, ik moet het
bekennen, ik was een weinig benauwd van
levende gebraden en opgeëten te worden. En
die vreeselijke Sitting-Bull, die alles ging ver
slaan, vlucht hiji niet gelijk al de anderen?
Nu, lach maar, zoo het u lust, ant
woordde de veldheer, een weinig grammoedig.
Wat mij betreft, ik ben en blijf ongerust
over die handelwijze der wilden. Zij zijn niet
gewoon alzoo te vluchten en ik hoorde
liever hunnen oorlogskreet, en zag ze liever
op ons vallen... Maar kent gij. dien oor
logskreet der Indianen
Neen ik; maar men zegt dat hij' schrik
kelijk is.
Of hij i Ik heb hem dikwijls gehoord.
F.n iederen keer rezen mijne haren op mijn
hoofd. Eens... oh ik en zal het van mijn
leven vergeten... Ik was jonge soldaat, en
wierd met mijne makkers achter de Rood
huiden gezonden. Wijl kwamen even aan een
dicht begroeiden bosch toe, als wij' al met
eens, langs alle kanten, een zoo eenig, ver
vaarlijk, helsch geroep hoorden, dat wij ver
stomd bleven staan, niet wetende of wij' met
menschen of met duivelen te doen hadden.
overeenkomst met den bestuurder van een
dagblad van Denver (Colorado). De jongeling
moest in gezelschap van eenen Amerikaan,
eenen Deen en eenen Engelschman, té voét
en zonder geld de reis om de wereld doen.
Bij hunne terugkomst zou aan elk der 4
jongelingen 10.000 dollars worden uitbetaald.
De vier reizigers, vertrokken uit Denver
den 5 Januari 1909. Zij' doorliepen Colo
rado, Wyoming, Urah, de Sierra Nevada
(4.480 111.), Californië, San-Francis co. Zijl be
gaven zich naar Oceanië en de Philippijnen.
Zijl bezochten Japan, Tonkin en Cochin-
china.
In Scain werd de Amerikaan in een ge
vecht gedood. De Deen bezweek ten gevolge
van een zonneslag in Java. De Engelschman
stierf aan de zwarte waterkoorts.
Kriesz, alleen overgebleven, ging naar Sin
gapore waar hij' met eene kleurlinge van
Hollandschen vader in het huwelijk trad, en
vervolgde de reis met zijne vrouw. Hij had ook
uit Holland zijnen jongeren broeder doen
overkomen om hem te vergezellen.
Het drietal doortrok samen China en Mon
golië, namelijk de .streken waar de zende
lingen van Scheut missiën hebben geslicht.
De reizigers hebben meest al de paters van
Scheut, in die gewesten verblijvende, bezocht
en brachten van de missionnarissen brieven
mede, getuigende van hunnen doortocht, en
van hunne goede betrekkingen met onze land-
genooten. Zij bezitten de beste getuigschriften,
Maar hoe schrikkelijk die oorlogskreet moge
wezen, 't* en is toch maar een kreet, en hij'
doet min zeer als hunne scherpe schichten,
gelijk of wij het wel zullen ondervinden, als
wijl ze tegenkomen.
Als wiji ze tegenkomen zei de nieuws
berichter, half benauwd en half verwonderd
van te hooren dat zulks nog gebeuren kon.
Ja, als wij' ze tegenkomen, ging Cus
ter voort. Ik meen wel van ja, maar ik weet
niet waar wij vinden overal de dorpen ver
nield, en alles verlaten, tot de Black-Hills
toe. Maar zij moeten daarvoor redens heb
ben en elders betere verschansingen vinden.
Ah I ik voorzeg het u wij- zullen moeten
voorzichtig zijn en moedig, of wij zullen te
kort bollen tegen Sitting-Bull en zijn leger.
Maar als zij' altijd voort vluchten, zij
kunnen ons verre leiden, en rond geheel de
woestijn doen loopen.
Mocht het God believen dat het alzoo
niet ging I Ons volk zou welhaast afgemat
zijn en schier onbekwaam om nog te vech
ten. Wij' hebben nog de wilden niet gezien
maar zijt er zeker van dat zij ons volgen,
ons omringen, en dat zij' al onze bewegin
gen gadeslaan. Gister was er nog eens een
man te kort 't is reeds de zeven-en-twin-
tigste sedert dat wiji de sterkte Lincoln ver
laten hebben. Waar meent gij dat die man
nen bevaren zijn
l Zij'zijn zeker weggevlucht uit het leger.
.WeggeyluehtNiet te doen. Waarom
onder andere van Mgr. Otto, apostolisch vi-
karis van Kansou en van Pater Stappers,
missieoverste dezer provincie.
De jongere broeder van Kriesz die te
Rotterdam ziek ligt, brengt eenige vertraging
in de reis. Ziji moeten nog den weg afleggen
van Brussel naar Kales, Liverpool, New-York
Denver,
Zonderlinge saboteering. Een
nieuw middel van vrouwenrechtpropaganda.
Onze lezers weten ongetwijfeld dat in de
Engelsche haarkapperswinkels, veel vrouwe
lijke bedienden gebezigd worden, die, overi
gens, zeer handig met scheermessen, kammen
en borstels omspringen.
Dit sehij'nt niet al te voorzichtig. De stern-
rechtvrouwen hebben onder dit haark'appers-
personeel reeds een aantal partijgangsters aan
geworven, en deze, op' een ordewoord, besloten
Zondag hun werk te saboteeren.
Op een gegeven oogenblik lieten de. dertig
op veertig vrouwelijke barbiers, te Londen,
enz., den arbeid staan, de klanten latende zit
ten, deze half geschoren, gene gezeept, ééii
andere het haar half afgesneden, enz. Niette
genstaande de beden en smeekingën der pa
troons en het tempeesten der slachtoffers dier
flauwe grappen, weigerden zij' nog iets te ver
richten, plakten op de vitrienen briefjes met
het opschrift Geeft het vrouwenstem re ebt en
wiji zullen u scheren», en trokken er
door.
van
zouden zij' ons verlaten Zij weten dat zij
bijna voorzeker in de handen der wilden
zouden vallen en er niet levende zouden uit
komen. Gevlucht zijn zij nietmaar zij zijn
gevallen onder de kapmessen van Sitting's
zendelingen. Hunne doode lichamen hangen
hier of daar aan de boomen van de streek
die wij doortrokken hebben.
Maar, lieve vriend, weet gij dat gij mij
geen aangenaam nieuws vertelt Neem dat
ik ievers eene wandeling .wil doen alleen.
Gij: zoudt mij moeten vaarwel zeggen
vooraleer ons te verlaten want er ware groot
gevaar voor u van ons niet meer weder ie
zien.
Als de zaken alzoo staan, waarom nog
verder op!rekken Waarom niet terugkeeren
van waar wij gekomen zijn
Omdat wij: gezonden zijn om de In
dianen te stillen, en onzen plicht moeten vol
brengen, zei Custer. Wij' zullen voort gaan
tot aan het dorp der Siouwen. Ik meen dat
het daar is dat Sitting ons afwacht. En als
dan zult gij: eens zien wat wij kunnen
Bij die woorden stond de veldheer op, en
de moed straalde in zijne oogen, en de' be
geerte van te vechten weerklonk in zijne stem.
Op dien oogenblik kwamen er kreten van
het einde der opene plaats, waar de solda
ten rustende waren.
Op,! riep_ Custer, het kan de vijand zijn.