v"00B itwmm. Vande Lanoitte's kof zijn de beste. Visite du Premier Ministre B.iiaii Lord Stanley Baldwin MUSEUMS Van een onzer Ypersche vrienden uit Brussel In Het Ypersche van 26 Mei 1.1. las ik een verslag over ten dubbele vraag, gericht aan den heer Minister van Kunsten en We tenschappen, door Volksvertegenwoordiger Edgard Missiaen, aangaande het Museum Merghelynck en ook over dat van de stad Het is verstaanbaar dat er niet genoeg kan gedaan worden voor de herinrichting dier Museums en wij kunnen anders niet dan de pogingen goedkeuren hiervoor door Volks vejtegenwoordigers of Senatoren onderno men./Maar buiten dat, is het ook wel goed eens het gedacht van de vreemdelingen te hoorenden namenlijk van Engelschen uie tel ken jare per duizenden en nog duizenden de sta.d Yper komen bezoeken. Te Brussel, waar ik verblijf, wonen ver scheidene huisgezinnen in 't zelide gebouw, waaronder een Belgische familie die jaren lang in Amerika vertoefde. Welnu, op Zater dag 26 Mei, ontving die familie bezoek van vrienden uit Engeland, 's Avonds waren wij sapen. Er was spraak over eene omreis in België. Ais Yperhng sprak ik hun heel natuurlijk over een bezoek naar Yper. Het voorstel werd dadelijk aangenomen en 's Zondags, Hoogdag van Sinxen reisden zij, met hirn gezessen, per auto naar Yper en kwamen rond middernacht terug. Ik was reeds slapen maar altijd begeerig naar nieuws over Yper bracht ik hun, den maandag morgen, een goeden dag en vroeg naar hun indrukken over de reis. Alles, zoo zegden zij mij, was even prachtig het weder buitengewoon gunstig, de stad Yper levendig, met zeer tal rijke bezoekers, hec herstel der gebouwen aantrekkelijk, de puinen der Hallen, wonder baar maar droevig, en de Engelsche Poort, oh toen mijn Engelschen daarover spraken was 't als over een nee plus ultra Ik verhaalde hun dan mijn bezoek, in Ja nuari 1919, naar 't platgeschoten Yper, mijn wandeling rond StJacobskerk, de Meenen- poort,het Hoornwerk,de buitenvesting van de Meenen- naar de Rijselpoort. Ik vertelde hun hoe ik, aan de Rijke-Klarens'raat, en ook daar waar de militaire bakkerij had gestaan, onder de vestingen indringen kon, in die vroe gere kazematten, waar de engelsche soldaten binst den oorlog hadden geleefd. Hoe die soldaten van die vestingen uit over kleine brugjes die dan nog boven onze vesting wateren bestonden, man voor man naar 't slagveld uittrokken en hoe er, ten huidi-, gen.dage, voor de vreemdelingen geen spoor van bestaan meer te ontwaren was Welnu, beste vrienden, bij mijn verhaal stonden die Engelschen als paf geslagen bij de bi sta tiging dat er niets gedaan weid om die ge dachtenissen aan den grootsten aller oorlo gen, te bewaren en aan de bezoekeis in oogen schouw te geven. Ik had hun de artikelen van 't Ypersche t.t z. de ondervragingen van den heer Missiaen over 't herstel onzer Museums, gelezen en vertaald. Zij stemden met die vragen in, maar konden er niet over dat van wege 't Ypersche stadsbestuur of desnoods van wege het pri vaat initiatief geen Museum gemaakt werd van de oude kazematten zooals ze binst den oorlog ingericht waren. Geen prachcversiering, geen luister, geen overgroote kosten. Een enkele, waarachtige en doodeenvoudige oorlogsinrichting, zooals die had bestaan met ook het bewaren der overgangsbrugjés. Da.t had voor ons, zoo verklaarden mij die Engelschen, het merk waardigste, het meest ontroerend Museum geweest dat Yper alléén in heel België ons als beste aantrekkelijkheid had kunnen aanbieden. Ik deelde hun denkwijzemaar verzuchtte... hela is... tei laat bedacht.... de kans is ver- "Inzagen mij verwonderd aan en zegden kort weg 't Is nooit te laat om «el te d°D°"óüde kazematten dienen o"derhonden te worden. De muuropeningen die in® oorlog toegang gaven om, langs e brugjes, den overkant der vestingwa ere bereiken, behoeven te herworden zoo' zijn geweest. -. Die oorlogsbrugjes zelf, al beston en zij een enkele plank, op staanders beiusten begeeren wij opnieuw te zien, dan en alleen zal de Meenenpoort voor ons als een heiligdom worden aanzien, waar wij, m.w.n de hulde aan de dappere helden gelnac ook zullen ontwaren een deel hunner f vens wijze binst die akelige en verschrikkelijke oorlogjaren. Kan het Ypersche stadsbestuur hierin niets doen? Tot daar II Maar dat het toch het privaat initiatief niet belemmere van diegenen, die hun geboortestad liefhebbende, haai meer en meer voor de talrijke bezoekers aantiek kelijk willen maken. Desnoods verklaarde die enkele Engelsche familie zich bereid, voor een tiental duizend frank tusschen te komen in 't stichten van het noodige kapitaal om door een bijzondere maatschappij gevolg 'e geven tot verwezenlijking van dit gedacht, dat zeker wel door veel Yperlingen wordt gedeeld en niet moet verlaten worden. Yperling. Sous les prétextes d'économie et de regrou- pement de l'armée, le ministère de la défense nationale a supprimé les garnisons de plu- sieurs villes dont Ypres. Mais, depuis le départ de l'école d'équita- tion, du bataillon du 3" de ligne, de l'école régimentaire, pas même a 3o kilomètres d'ici, le département de la guerre a acheté a gros deniers des hectares d'excelientes terres a labour pour y installer un champ d'aviation, et a abandonné le polygone de Zonnebeke, qu'il aurait pu étendre a bon compte. Ne 'parions pas de tout ce qui a été fait au dehors de ce périmètre. Tout récemment, a ig kilo mètres d'ici, dans une ville industrielle, qui ne comptait pas un soldat avant guerre, l'au- torité militaire a acquis un immeuble industriel a destination d'un service auxiliaire. Alors que dans nos murs on compte une caserne reconstruite et des terrains militaires a dis cretion. D\m cóté on dépense des millions en acquisitions nouvelles, d'un autre co hélas nous sommes de ce có'é, le service des do- maines est chargé de se défaire de toutes les propr étés militaires, la casern-1 y comprise. Est cc la faire des économics, regrouper l'armée Cette liquidation laissera t elle impassibles les mandataires préposés a la défense de nos in'.érêts Ne tenteront-ils plus rien pour recouvrer notre garnison, ou tout au moins pour avoir une compensation N'ont-ils rien a proposer dans ce but Voici une idéé dont la realisation sera peut être difficile a cause de la routine, mais pas impossible. L'armée beige existe en vue de la défense du territoire, done, le cas échéant, pour entrer en campagne. Faire la guerre ne con sist pas a réussir des alignments impec- cables, mais exige que les hommes soient aptes a pouvoir lire des cartes, a s'orienter pour atteindre un endroit désigné la con- naissance des regions a traverser afin d'en utiliser les accidents de terrain pour se sous- traire a la vue de l'ennemi que les éclaireurs soient a meme de repérer les positions et d eyaluer les forces de l'adversaire que J ravitaillement se fasse en temps voulu des grades, habitude d'assumer des responsaw! que tous aPPrennent a se débroniller. Or tout ceci ne s'acquiert qu'en service de campagne, la petite gUerre 1 chaque année, l'autonté militaire fass'e courir le pays par un nombre donné de ments en faisant la petite guerre entre unités. Comme ces manoeuvres duret une grande partie de l'année, Cela Va dire que les champs a labour devraient respectés. Les regiments en cimpagne feraiet séjour d'une certaine durée dans lesex. de garnison d'avant guerre, comme Dans ces places qui deviendraient des sons temporairt-s, les unités logeraient les casernes et batiment s militairesqui ex encore, et pendant leur séjour rayonne dans 1?. region. Si l'étape a parcourir entre deaxgan temporaires serait trop longue pour être tuée en une journée, des locaux publj l'une ou l'autre locali seraient mis a] position de l'intendance militaire. Ce serait le bon moyen, croyons nous prendre le métier de soldat. Par lei parcourir le pays, l'armée gagnerait en larité, et des centaines de milliers de ne passeraient plus leur existence sans vu un régiment. Et Ypres aurait unega pendant une grande partie de l'année, 1 les regiments se succéderaient. Que les administrations des ex-vill garnison s'entendent avec Messieurs Sénateurs et Représentants pour prier besoin pour forcer, le ministère delad nationale a modifier le programme d struction militaire en s'inspirant du ci-dessus. Entretemps que qui-de-dro mande a Monsieur le Ministre de su provisoirement a la realisation des pro; militaires sises en ville, propriétésqt des atouts que nous tenons en mains. K. BKNERV, Mercredi, vers i3 heures, est arriv gnito, a Ypres, Lord Stanley Premier Ministre de l'Empire Britan accompagné de Lady Baldwin, de leur général Ware et du général Sir Lawrence. Nos hótes sont descendus a I' Skindies oü, après un déjeuner, ils i rendus a l'Hótel de Ville. M. le Bourgmestre Sobry, entouré Echevins, leur souhaita la bienvenue. avoir signé le Livre d'or, Lord Br accompagné de sa suite et de MM. les mestre et Echevins, est allé dépos superbe gerbe de ileurs au Monunu Héros Yprois et ensuite une autre g' Mémorial Britannique de la Porie de Jeudi le Premier Ministre et LadyB et leur suite, après avoir visité ((T Cemetery St Julien, le Canadian tery de Poelcapelle, le Dressing St et les environs de la ville, ont quit't vers 16 heures. Lord Bal Iwin a envoyé a M- Ministre Jaspar un télégramme tradui- sentiments de vive sympathie quep' tous les sujets britanniques a légaf' vaillante Nation Beige. II adresse leureux remerciments a la Noble B pour la cordialité qu'elle ne cesse gner dans tous ses rapports avec Britannique et pour la faqon vrai®el chante dont elle tient a honorer l®®f de ses chers disparus. Pendant le trop bref séjour denos marque un service d'ordre trés disc I été organisé par la police locale. J]

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersche (1925-1929) | 1928 | | pagina 4