Plechtige Communie
Drukkerij Dumortier
Groote Werken
19 JAAR Nr 10 4 JUNI 1938
Weekblad -
voor het Arrondissement Yper
Journal hebdomadaire
de 1'Arrondissement d'Ypres
Federatie der Ceteisterden
van het Arrondissement Yper
Fédération des Sinistrés
de ('Arrondissement d'Ypres
GEMEENTERAAD VAN YPER
PATERNOSTERS
KERKBOEKEN
GEDACHTENISSEN
3 4, Boterstraat, 34
YPER
CORNELIS JANSENIUS
HET
YPERSCHE
LA REGION
D'YPRES
Beheer, Opstel en Aankondigingen 34, Boterstraat, 34, YPER.
Rédaction. Administration et Publicité 34, rue au Beurre, 1PRES.
Abonnement21 fr. 00 per jaar Buitenland 32 fr.
Men kan inschrijven in alle Belgische postkantoren.
Tel. 500 40 ct. het nummer.
Naamlooze artikels geweigerd
Abonnement21 fr. 00 par an Étranger 32 fr.
On peut s'abonner dans tous les bureaux de poste Beiges.
40 ct. Ie numéro. Tél. 500
Les articles non signés sont refusés
O
De aanstaande maandelijksche vergadering,
van de Afgevaardigden der Bonden van geteis-
terden, zal plaats hebben op Zondag 12 Juni
1938, om 15.00 uur, in het Hotel Continental
Statieplaats, te YPER.
DAGORDE
1) De kwestie der interesten.
2) Verscheidene.
Al onze bonden en samenwerkende vennoot
schappen en al onze gemeente-overheden worden
dringend verzocht afgevaardigden naar de ver
gadering te zenden. Ingang vrij aan alle ge-
teisterden. De Vooratter,
Arthur Butaye, av., Yper.
O
La proehaine reunion niensueile, des Délegués
des clubs de sinistrés, aura lieu le Dimanche
12 Juin 1938, a 15.00 h., en 1' Hotel Continen
tal Place de la Gare, a YPRES.
ORDRE DU JOUR
1) La question des intéréts.
2) Divers.
Toutes nos associations et nos coopératives et
toutes les autorités communales sont instamment
priées d'envoyer leurs délégués a la réunion.
Tous les sinistrés sont admis.
Le Président,
Arthur Butaye, av., Ypres.
Zitting van Dinsdag 7 Juni 1938, om 18 uur
DAGORDE
1. Proces-verbaal der zitting van 2 Mei 1938.
2. Commissie van Openbaren Onderstand
Openbare verkooping van bouwgrond.
3. Commissie van Openbaren Onderstand Ont
slag en overdracht van pacht.
4. Kloosterpoort Aanbesteding Proces-ver-
baal.
3. Verlegging van den steenweg Yper-Komen
Vrijgekomen grond Verkoop.
i. Baan Yper-Diksmuide Vrijgekomen grond
Overname aan den Staat.
7. St. Georges Memorial Church Rekening
1937.
8. Begrafenissen en begraafplaatsen Regle
ment Aanvulling.
9. Nijverheidsschool Leergang in Electro-tech-
»iek Uitbreiding.
H. Hallen Lantaarn Aanbod.
11. Nieuw Stationsgebouw Plans.
12. Zillebekevijver voetweg Rooiïngsplan.
13- Zillebekevijver Oevers Versterking.
In de Kamerzitting van 24 Mei 11. gaf de Heer
I Max-Leo Gerard, minister van Financiën, een
uiteenzetting van den financieelen toestand en
toonde, als inleiding zijner rede, de ontwikkeling
aan van de uitgaven der buitengewone begroo-
ting.
In 1935 werd er, op de 1.560 millioen toegewe
zen kredieten, een som van 1.253 millioen uitge-
i geven in 1936 bedroegen de uitgaven de som van
2.217 millioen terwijl er als toegewezen kredieten
j 2.486 millioen voorzien waren, en in 1937 werden
er 2.467 millioen frank uitgegeven van de 2.877
die voorzien waren. Dit maakt dat er voor deze
drie jaar samen 5.937 millioen fr. uitgegeven
werden, terwijl in het geheel 6.923 millioen kre
dieten toegewezen waren, wat beteekenen wil
dat er op de ondernomen werken nog heel wat
uit te voeren en te betalen blijft.
Voor het jaar 1938 beloopt het totaal der ge
vraagde kredieten de som van 2.595 millioen, en
in 1939 zal, voor de uitvoering van de werken
waartoe besloten werd, de som van 2.342 millioen
noodig zijn.
Voor die vijf jaren zal ons land dus zoo maar
een uitgaaf van ongeveer tien milliard besteden
aan groote werken, werken die overal elders in
uitvoering zijn of zullen gedaan worden, die aan
groote, rijke en machtige steden zullen ten goede
komen en die wij, bewoners der streek die voor
het heil van gansch het land geslachtofferd
werd en die nu nog steeds vergeten, verwaar
loosd en zelfs schandelijk miskend wordt, met
onze centen zullen helpen betalen.
Had men in 1936 de 10 millioen verteerd welke
door den Heer Minister De Man bestemd werden
voor net herstel der vaart Yper-Komen en in de
jaren 1937 en 1938 iedermaal twintig a dertig
millioen bijgevoegd, dan zouden de werken nu
weldra voltooid en het kanaal voor de scheep
vaart geopend zijn tot leniging der werkloosheid
en tot grootere welvaart van Yper en van gansch
de streek, en dit zonder dat 's lands financieele
toestand, ver van er door te lijden, er iets zou
van gemerkt hebben.
Het herstel der vaart Yper-Komen wordt op
een 80 millioen geraamd, uitgaaf die, rekening
houdende met de verminderde uitgave voor werk
loosheid, op 60 millioen mag teruggebracht wor
den. Doch laat ons nog het bedrag van 80 mil
lioen aannemen, dan nog bedraagt de hier te
doene uitgaaf nog geen een per honderd van de
tien milliard die men besloten is elders uit te
besteden. Wat beteekent dit, een per honderd
Dit bewijst eens te meer hoe weinig gewettigd
de weigering van den Heer Minister Merlot is.
Immers, het is niet deze uitgaaf van 80 millioen,
dan nog op verscheidene dienstjaren te nemen,
die de schatkist zal verarmen als deze in staat is
milliarden uit te geven. Daarbij zal er wellicht
op al de groote werken, waarvan de uitvoering
nu reeds besloten werd, een misrekening van een
per honderd bestatigd worden, zoodat volstrekt
niets belet het hier door de gansche streek ver
langde werk uit te voeren.
Dat men milliarden bestede voor andere wer
ken zooals de Noord-Zuidverbinding, het Albert-
kanaal en andere, wij komen er niet tegen op,
maar dat men dan ook niet weigere hier eenige
millioenen te besteden voor een werk waarop
wij een onbetwistbaar recht hebben en dat, al
onze vroegere bestuurders en bevoegdheden wa
ren het daarover eens, voor den heropbloei en
vooruitgang onzer streek een onmisbare noodza
kelijkheid is.
Wij hebben ten gepasten tijde in dit blad de 300r
verjaring vermeld van den sterfdag van Cornells
Jansenius, den 7° en grootsten der Iepersche bis
schoppen, die alhier op 6 Mei 1638 overleed.
Wij ontleenen aan een artikel van de Nieuwe
Rotterdamsche Courantvolgende zeer merk
waardige levensbeschrijving.
Cornells Jansz. werd 28 October 1585 te Leer
dam geboren. Zijn ouders, Jan Ottensz. en Elisa
beth Zegers, eenvoudige vrome katholieken, wa
ren kort voor de geboorte van dit, hun vierde,
kind uit hun woonplaats Ackoy wegens de gods
diensttroebelen verdreven, en vestigden zich la
ter in Culenborg, zoodat hun beroemd geworden
zoon daar zijn jeugd doorbracht. Hij scheen
vroegtijdig reeds voor den priesterstand bestemd
en bezocht voor de studie der letteren te Utrecht
de Latijnsche school. Terstond bleken al zijn uit
nemende gaven en inborst voor de te volgen loop
baan. Hij vertrok op 17-jarigen leeftijd naar Leu
ven, waar de theologische scholing het best ge
waarborgd was. In het college de Valk opge
nomen, onderscheidde hij zich weldra als student
van bijzonderen aanleg en verwierf zich na 2 jaar
bij den gebruikelijken concursus der vier col
lege's den titel van primarius in de philosophie.
Van 1604 tot 1608 volgde hij de lessen in de god
geleerdheid aan het college paus Adriaan
waar hij de aandacht trok van den bekehden
hoogleeraar Jacobus Jansonius, terwijl hij toen
ook zijn Latijnschen naam aannam, dien hij voor
taan als geleerde zou voeren.
In zijn studiejaren maakte hij het begin mee
van een brandenden strijd, welken de universi
teit te doorstaan kreeg bij het wederopkomen
van semipelagiaansche leerlingen. Zij waren ver
nieuwd door de geschillen, die de Concordia
het boek van Molina, in verschillende scholen
veroorzaakt had, en waarin Leuven rechtstreeks
betrokken werd, toen de werken van zijn hoog
leeraar Baius (1567) door Rome waren veroor
deeld. Ofschoon Baius zelf herroepen had, bleef
de gansche faculteit bij het onderwijs toch diens
oriëntatie in het gewichtig leerstuk van de ge
nade en den vrijen wil volgen ter bestrijding van
het veldwinnend molinisme. Het gevaar dat de
sana doctrina der kerk bedreigde, welke men in
het Au^ustinisme belichaamd wist, vuurde ook
Jansenius aan, om zich op de grondige studie van
de Kerkvaders, voornamelijk Augustinus, te wer
pen, wat hij zoo ingespannen deed, dat zijn niet
sterk gestel werd geschokt en hij om gezond
heidsredenen naar Frankrijk ging, waar hij ter
zelfder tijd te Parijs in kennis kwam met Jean
du Verger de Hauranne, den lateren leider van
den kring van Port-Royal, die aan de Sorbonne
dezelfde oneenigheden onder de theologen had
waargenomen, die te Leuven gaande waren. Door
gemeenschappelijk onderzoek bleven ze voor
taan bevriend en bereidden beiden zich toen al
voor voor de werken die zij schreven onder den
naam van hun geliefkoosden kerkvader, van
eerstgenoemde zijn «Petrus Aurelius», van laatst
genoemde zijn «Augustinus».
Na terugkeer in Leuven waar nu Jansenius
president van het Hollandsch college Pulcheria
geworden was, werd deze langzamerhand de spil
der theologische faculteit. Eerst benoemd tot
professor ordinarius, verwierf hij, na behaald
doctoraat in 1619, als regius professor den leer
stoel in de Bijbelsche exegese. Gestadig in aan
zien klimmend volgde in 1635 zijn verheffing tot
rector-magnificus. Het noemen der hem opgedra
gen ambten en waardigheden gelde als bewijs,