VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
Politiek, Nieuws-, Handels- en Annoncenblad.
Orgaan der Liberale verbintenis van Yper en het Arrondissement.
«EENDRACHT MAAKT MACHT.»
Vijftiende jaar
Zaterdag 11" Mei 1901.
Nummer 19.
Wet tegen het drankmisbruik.
De Leerplicht.
Sodoma en Gomorrha.
Abonnementsprijs voorop betaalbaar 3.00 ft*, per jaar voor den buiten. 2.50 ft*. Yoor stad. Per 6 maanden 1 fr. 50. Per 3 maanden 1 fr. Annoncen: 15 cent
jper drukregel. Rechterlijke eerherstellingen: 1 ft*, per regel. Akkoord per jaar of per maand. 5 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 4 fr. per 100
Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering der beide Vlaanderen, als
mede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen Vrijdag middag vrij
un onderteek end toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen.
Ontwerp Lejeune. Ondoelmatige
maatregelen. De eigenaars van
huizen getroffen.
Het gouvernement heeft een wet in het
zout liggen waartegen duizende en duizende
medeburgers niet zullen lachen. Zij werd
gedeponeerd in de Kamer in zitting van 15
Maart 1901 door den heer minister van fi-
nantiën en openbare werken, maar eigen
lijk uitgedacht door den heer Lejeune, kle
rikaal Staatsminister.
Het doel van dit wetsontwerp isbeteu
geling van het schrikkelijk jeneververbruik.
Geen enkel verstandig man of hij moet
elke ernstige poging goedkeuren die, hetzij
door private instellingen, hetzij door de
openbare besturen, wordt beproefd om een
der noodlottigste kwalen van onzen tijd te
keer te gaan, Het alkoolmisbruik heeft in
Belgie onrustwekkende verhoudingen geno
men offlcieele cijfers, die ons onder de hand
liggeD, leeren ons dat in de laatste vijf jaar
het jeneververbruik gelijk stond met negen
liters per jaar voor eiken inwonerdat
maakt voor de ruim 6 miljoen koppen 54
miljoen liters.
't Is onmogelijk te berekenen wat ver
woestingen die plaag na zich slepen. De le
venskrachten en de intelligencie van ons
volk worden op vervaarlijke wijze door den
jenever ondermijnd en het is meer dan tijd
dat er redding opdaagt om den geesel, erger
dan oorlog en pest, uit te roeien.
Elke poging in dien zin, wij herhalen het
moet toegejuicht worden, maar de Regee
ring hoeft niet rond den pot te draaien,
slinksche wegen te volgen, te treffen waar
niet treffen is, plaasters te leggen op een
houten been. Zij heeft voor plicht, als zij
handelen wilen dat moet ze het kwaad
met den wortel uit te roeien.
De jenever is vergift, daarover is de Staat
het met ieder eens. Welnu goed 1 Dat hij dan
het fabrikaat van dien verderfelijken drank
verbiede en hem het land uithoude. Dat is
eenvoudig en radikaal.
Maar totzulken afdoenden maatregel wordt
er niet beslist om twee kapitale redenen
1, Het Goevernement trekt jaarlijks ontzag
lijke miljoenen uit bedoeld volksvergift en,
2. de invloedrijke heeren jeneverstokers mo
gen in hun intresten niet gekrenkt worden.
En van die stelling uitgaande fabrikee-
ren de heeren wettenmakers sedert eenige
jaren beteugelende maatregelen die noch
kop noch steert hebben, het kwaad eerder
verergeren dan bestrijden en enkel voor
gevolg hebben veel last en schade aan tal
van neringdoeners te berokkenen.
Het ontwerp Lejeune, dat volgens het
schijnt nog in dezen zittijd zal doorgaan,
is geen haar beter dan al de vqrige, maar
meer drakonisch, onrechtvaardig, echt
ruïneerend voor duizende menschen en
evenmin doelmatig.
Wij gaan het hier in een paar woorden
schetsen
Het vergunningsrecht wordt algemeen
gemaakt. Het beloop is
60 frank in de gemeenten van min dan
5000 inwoners; 80 fr. in de gemeenten
van 5000 tot 15.000 inwoners100 fr. in
de gemeenten van 15,000 tot 30000
inwoners150 fr. in de gemeenten van
30,000 tot 60,000 inwoners200 fr. in de
gemeenten van meer dan 60,000 inwoners.
Van het vergunningsrecht zijn vrij, de
slijters die, op hunne aanvraag en in den
door de Regeering voorgeschreven vorm,
eene verklaring doen, behelzende de drij
volgende verbintenissen.
1. In de lokalen der slijterij en dier
aanhoorigheden geene sterke dranken te
verkoopen of te leveren, 't zij gelijk om
welke reden, noch die te laten drinken.
2. In dezelfde lokalen, in de woning
van den slijter of van zijnen aangestelde,
indien zij aan de slijterij raakt en in de
aanhoorig heden dezer woning, zelf niet
voor huishoudelijk verbruik, welk-
danige hoeveelheid sterken drank te
behouden.
3. Ten allen tijde dat de slijterij be
zocht wordt ze op aanvraag onder
werpen aan het onderzoek, van twee
daartoe bevoegde en aangestelde Staats-
agenten.
Een taks gelijk aan driemaal het kadas
traal inkomen is verschuldigd door elk
nieuw lokaal dat te beginnen van 1 April
1.1. zal geopend worden en bestemd is tot
verkoop van sterke dranken. De eigenaar,
de vruchtgebruiker of de huurder zijn
verplicht deze openingstakst te betalen.
De openingstaks beloopt op drie maal
het kadastraal inkomen met een mi
nimum van vijf maal het vergunnings
recht. Dus in Yper ten minste 500
frank.
Als nieuwe slijterij wordt aanzien, de
gene ingericht of heringericht na gesloten
te zijn geweest van 1 Januari tot 31 De
cember van een jaar.
Ten minste eene maand voor het openen
eener slijterij moet de eigenaar of huur
der eene openingsverklaring afleggen bij
den ontvanger.
De openingstaks is niet verschuldigd,
indien de slijter, vóór de opening der slij
terij de verklaring doet voorzien bij art.
11zij wordt eischbaar in geval van
schending der verbintenissen.
Straffen.
Worden gestraft met eene boet gelijk
aan drie maal het vergunningsrecht, on-
geminderd de betaling van dit recht
1. Degene die eene slijterij opent zonder
eene maand op voorhand er de aangifte
van te hebben gedaan.
2. Hij die zijn slijterij naar eene ge
meente overgebracht heeft waar het ver
gunningsrecht hooger beloopt zonder het
verschil te hebben aanbetaald.
3. Zij die hunne rechtstreeksche belas
tingen voor het jongst verloopen jaar niet
ten volle hebben vereffend.
In de verschillende gevallen worden
huisraad en materiaal welke tot de slijterij
dienen alsook de sterke dranken welke
zich in eender welk gedeelte van het huis
bevinden verbeurd verklaard, zelfs dan
wanneer die het eigendom van den slijter
niet zijn.
Ziedaar een beknopt overzicht van het
wetsontwerp op het vergunningsrecht.
Er hoeft bijgevoegd te worden hetgeen
M. den Minister zegt in zijn Exposé des
motifs bladz. 5; De eigenaar zal zich
kunnen vrijwaren van de openingstaks
mits aan zich zelf of aan zijnen huurder
het recht te ontzeggen sterke dranken te
verkoopen of in kuiste hebben.
De verplichting van de openings-
taks te betalen door den eigenaar
j blijft bestaan indien den huurder
het verbod van sterke dranken te
verkoopen of in buis te hebben over-
schreidt.
Dus volgens M. de Smet de Nayer, als
de huurder zelfs de schriftelijke over-
eenkomst met zijn eigenaar van noch
sterke dranken te verkoopen noch in
huis te hebben niet naleeft, is het
den eigenaar die gestraft wordt. Zie
daar inderdaad iets monsterachtigs in zake
van wetgeving; een onplichtige straffen
voor eene overtreding door een ander be
gaan.
Hebt ge ooit zoo iets gehoord, eigenaars?
En het is zulken onzin die men uwe ver
tegenwoordigers vraagt, 't zij liberalen of
katholieken, goed te keuren en te stemmen.
Naar de N. Gazet.
In België telt men officiéél 175,000 kin
deren, die nooit de lessen eener school bij
woonden. Maar hoevelen zijn er daarenbo
ven nog, die, alhoewel zij wat ter school,
gingen, toch geen onderricht bezitten
Men mag op meer dan 200,000 het getal
kinders schatten, die ofwel naar school niet
gaan, ofwel die zóó onregelmatig de lessen
volgen, dat zij niets kunnen leeren.
Wat beteekent het onderwijs van eenen
persoon, die met moeite zijnen naam kan
schrijven en die met nog meer moeite een
plakkaat kan lezen? Zoo iemand is zoo
goed als ongeletterd.
Vele burgers, die noglans niet aan eene
te groote tusschenkomst van den Staat hou
den, nemen echter aan, dat men het onder
wijs zou verplichtend maken; zij willen de
kinders beschermen tegen de plichtige nala
tigheid van de ouders.
Wij zijn van gevoelen dat de ouders we
tens en willens in de onwetendheid op te
brengen en aldus hun kroost in de onmoge
lijkheid te stellen later hun lot te verbeteren.
Men mag immers niet vergeten dat eene ze
kere geleerdheid hedendaags voor de werk
lieden onmisbaar geworden is.
De wet beschermt de minderjarige kinders
op eene bijzondere manier, omdat zij onbe
kwaam zijn voor zich zei ven te zorgen. De
voogden der weezen hebben zekere plichten
te vervullenwaarom zou men aan de ou
ders zeiven de plichten van het onderwijs
niet kunnen opleggen, zoowel als de plich
ten van onderhoud, enz.?
Welnu, het is niet te betwijfelen: Het
kind beeft recht op het onderwijs, dat zijn
geestesvoedsel is. Het onderwijs voor de ar
men is geheel kosteloos. Een vader, die zijne
kinderen niet naar school zendt, kwijt dus
zijne plichten niet; hij is onweerdig van het
vaderlijk gezag uit te oefenen en men mag
niet toelaten dat zijne kinders slachtoffers
worden zijner nalatigheid.
De verplichting kan nooit aanzien worden
als een misbruik, zoolang men de ouders vrij
laat hunne kinders naar eene school te zen
den naar hunne keuze. De ouders zenden dus
hunne kinders ter school waar zij willen
de Staat zou alleenlijk moeten zorgen dat er
in elke gemeente eene openbare school be
staat, waar de kinders het kosteloos onder
wijs kunnen ontvangen. De ouders zouden
nogtans vrij blijven hunne kinders naar eene
vrije school te zeuden, zelfs naar eene kloos
terschool.
De kinders, die nergens ter school gaan,
zijn zedelijk verlaten en hebben rechtop de
bescherming der wet en der openbare bestu
ren. De vader heeft het recht niet zijne kin
ders wreedaardig te mishandelen, of hunne
gezondheid te krenken; hij heeft ook het
recht niet zijn kind, door onwetendheid en
gebrek aan opvoeding, voor geheel zijn le
ven slaaf en ongelukkig te maken.
Het is vast en zeker dat een kind, welk
niet ter school gaat, gevaar loopt eenen ver
keerden weg in te slaan, ja, een straatlooper
of zelfs een misdadiger te worden. De zede
lijke opvoeding wordt immers te zamen met
het onderricht verwaarloosd.
Wat kan men in zulke voorwaarden ver
wachten van de 175,000 kinders, die op die
oogenblik in België hoegenaamd geene school
bijwonen
Wie het recht heeft te straffen, zei
Macaulay heeft de plicht te onderwijzen.»
Die woorden toonen op eene duidelijke,
tastbare wijze, welke de plichten zijn der
maatschappij, en inzonderheid van het Gou
vernement, jegens de kinders.
Wanneer een ongeleerd misdadiger voor
het gerecht staat en dat het bewezen wordt
dat hij het slachtoffer is der barbaarscheid
zijns vaders, die hem nooit ter school zond
en zijn kind als een onredelijk dier opkweek
te, dan zouden de openbare besturen zich
moeten op de borst kloppen en zeggenhet
is ook mijne schuldwant, de misdaad,
waarvoor de maatschappij eene straf eischt,
is dikwijls ten grootendeele haar eigen werk.
Gedurende het zeventigjarig onafhanke
lijk bestaan van België hebben de wetgevers
gekozen door de cijnskiezers en later door
het meervoudig stelsel, den heiligsten hun
ner plichten verwaarloosd.
Het Verplichtend Onderwijs moet en
zal dus het gevolg zijn van het zuiver alge
meen stemrecht.
Stad Kortrijk 28 April 1901.
In een artikel van het christen-demokra-
tisch dagblad Het Recht, maakt de heer H.
Planquaert aan de verontwaardiging der ka
tholieken het zedelijk verval bekend der
geestelijkheid die wil het gedacht der arme
boeren van Vlaanderen overheerschen.
Hetgeen bewijst, zegt hij, dat de regeering
van den zeer machtigen bisschop van Gent
door den Heer niet begunstigd is, 't is dat de
priesters van Oost Vlaanderen meer schan
daal verwekken dan de vereenigde geestelijk
heid van westelijk Europa.
En M. Planquaert haald eenige feiten aan
die publiek en voor waar gekend zijn in het
bisdom van Gent.
De overste van het bisschoppelijk college
van Gyseghem werd tot drie maanden ge
vang veroordeeld voor poging tot verkrach
ting van een jong meisje.
Er werd eerst een onderzoek geopend no
pens zekere onzedelijke feiten bedreven op
knechtjes en meisjes negers, opgevoed in
het zelfde gesticht. Het schijnt dat de onder
zoekers zich vóór een moeras van bedorven
heid bevonden waarin een groot getal jonge
meisjes der katholieke groote wereld duikel
den; het verhaal dier gruwelen zou bijna
niet geloofbaar schijnen.
De kleine Congolanders werden naar hun
vaderland teruggezonden en het gesticht
HET WEEKBLAD