VAN IJPEREN EN HET ARRONDISSEMENT.
Politiek, Nieuws-, Handels- en Aanoncenblad.
Orgaan der Liberale verbintenis van Yperen en het Arrondissement.
((EENDRACHT MAAKT MACHT.»
Vijftiende jaar
Zaterdag 2n Februari 1901.
Nummer 5.
Regeling
yan Vrouwen
en Kinderen arbeid.
De Loting.
Lied van Christus.
Groote Kuisch.
Abonnementsprijs voorop betaalbaar 3.00 fr. per jaar voor den buiten. 2.50 fr. voor stad. Per 6 maanden 1 fr 50 Per 3 maanden 1 fr. Annoncen. 15 cent
jper drukregel. Rechterlijke eerherstellingen: 1 fr. per regel. Akkoord per jaar of per maand. 5 centiemen per nummer. Afzonderlijke nummers voor artikels, enz. 4 fr. per 100
Alle berichten van verkoopingen of andere bekendmakingen ten bureele dezer gedrukt worden eens gratis ingelijfd. De annoncen voor België, ter uitzondering dor beide Vlaanderen, als
mede die voor het buitenland worden ontvangen door den Office de Publicité, Magdalenastraat, Brussel. ---.Men wordt verzocht alle koegenaatnde artikels uiterlijk tégen Vrijdag middag vrr
tjn onderteekend toe te zenden. Artikelen ongeteekend of personnaliteiten bevattende worden niet opgenomen
De klerikalen hebben over eenen
geruimen tijd eene wet gemaakt,den
kinderen arbeid regelende. Deze wet
bestaat slechts op het papier en is
gelijk vele Belgische wetten een
waar misbaksel, even als de huidige
wet op de burgerwacht. Zij voldoet
in geenen deele aan de vereischten
van den dag.
Terwijl onze wetsmeders daarme
de bezig waren, hebben zij geen
uurtje tijd gevonden om er een
staartjen aan te doen, den vrouwen
arbeid regelende.
Wij liberalen, wij willen dat deze
wetten, welke van eene eerste nood
wendigheid zijn, volledigd en uitge
voerd worden.
De vrouwenarbeid wordt den dag
van heden als een natuurlijk iets be
schouwd. De werkgever en de sa
menleving sluiten de oogen, voor den
nadeeligen invloed die zekeren ar
beid op de stoffelijke en zedelijke
waarde der vrouw uitoefent. Het is
nu bijna of dat de vrouw geschapen
is, om nevens den man te zwoegen
en te slavenMen schijnt den dag
van heden te vergeten dat de vrouw
eene andere roeping heeft op de aar
de, als nevens den man te wedijve
ren in krachtenmen schijnt te ver
geten dat zij geroepen is, om eene
edele taak te vervullen, om al hare
zorgen te besteden aan de opvoeding
harer kinderen, ten einde er waar
dige burgers van te maken. In het
begin der zoogezegde 20e eeuw ver
geet men dat zij geschapen is om
huismoeder te zijn
Het is in zekere werkersfamiliën
de gewoonte geworden, dat moeder
week in, week uit, van 's morgends
vroeg tot 's avonds laat naar het
werk gaat, de kinderen aan vreemde
handen toevertrouwende. Die arme
kleinen kunnen van die warme, koes
terende zonnestralen, die men moe
derliefde noemt, nooit genieten De
eenige oogenblikken dat zij 's avonds
moeder zijn, kunnen weinig of gee
nen invloed op hunne hartjes uit
oefenen, en zoo komt het dat het
hart dier schepsels, als ze ook een
maal moeder of vader worden, koud
blijft, als de winterzon die de edele
bloesems der moederliefde niet kan
ontkiemen.
En wanneer de zoon of dochter 12
jaar geworden is, dan is hunnen tijd
gekomen, dan moeten zij ook tus-
schen mannen en vrouwen van allen
ouderdom en zeden naar de fabriek,
daar in die fabriek! waar dikwijls
hunne eer geschonden wordt, waar
zij op een dag alle eergevoel, alle
zedelijkheid verliezen 1
En zij die de wetten maken en
van op hunne balkons des Zondags
die arme losgelaten langs de straten
zien dansen en zingen, zeggen: dat
zijn gelukkigen dezer aarde.
Wij, liberalen, willen daar een
einde zien aankomen.
Wij denken dat het hoog tijd is
dat dien toestand verandere en daar
om voegen wij in ons programma
Regeling van vrouwen- en kinde
ren arbeid Goliath.
Verledene week was het loting en met
haar zijn begonnen de dagen van rouw voor
de werkersklas en de kleine burgerij, dagen
van slemperij en uitspatting voor vele ramp
zaligen die niet eens begrijpen dat hun ge
huil en hunne vreugde, met genoegen wor
den aanhoord door de voorstanders dier
schandelijke en onrechtvaardige instelling.
Ontelbare malen werd tegen de schanda
lige bloedwet geprotesteerdbij elke loting
gaan, uit alle hoeken des lands, stemmen op
tegen her afschuwelijke stelsel, dat door de
klerikalen, spijts alle recht en rede, wordt
in voege gehouden
De wetgevers, die strenge maatregelen
eischen tegen de speelhuizen, die niet wil
len dat op de paardenkoersen worde gewed,
omdat zij aan de vele familiën, welke reeds
door het kansspel in ellende en rouw zijn
gedompeld, nieuwe smarten willen sparen
en de anderen voor het ongeluk willen be
hoeden, de wetgevers vinden het volko
men in orde dat de jongelingen op bepaalde
dagen des jaars naar de gemeentehuizen
worden geroepen om daar een kansspel aan
te gaan, waarvan de inzet is: hun leven,
hun bloed, hunne toekomst.
Wie een hoog nummer trekt is van zijne
vaderlandsche plichten onthevenwie een
laag nummer trekt, moet dienen, wel te
verstaan als hij niet rijk is en zich niet kan
vrijkoopeu voÖr eenige goudstukken.
Dat is de wet in België, eene wet die,
niettegenstaande al de kiesbeloften der kle
rikalen, in voege gehouden blijft ter groote
schande van het land en van de beschaving.
Gehoorzamen moet meö aan de bloedwet
en moest het soms in het gedacht van den
loteling komen ongehoorzaam te wezen, dan
zijn gendarmen daar om hem te pakken, en
rechters om hem streng te veroordeelen
strenger dan ooit dief of moordenaar ver
oordeeld wordt.
Is het dan een wonder dat do zelfbewuste,
arme jongen, met den angst in het hart,
naar de loting trekt? Is het een wonder dat
de rijken er niet ont.geven
Wat kan het aezen laatsten schelen? Lot
hij er uit, het kan hém niet deerenvoor
hem is'niets verahderd. Trekt hij er in,
't is hem nog onverschillig: zijn vader heeft
hem verzekerd tegen vaderlandsche plich
ten, en er zijn immers slachtoffers der hui
dige maatschappelijke inrichting genoeg,
die zich bij den eenen of den andereu ziel-
hond gaan verkoopen om te kunnen eten.
De rijke koopt honden voor zijn plezier
paarden voor fzijn plezier, menschen
ook vor voor zijn plezier.
Leve het geld, dat alle rechten koopt, dat
vrij stelt van alle plichten 1
Leve de bloedwet, die alleen gemaakt is
voor de armen, en die de rijken zoo onver
schillig laat
Leve de regeering, die [zulke schoone wet
in voege houdt, en die toch luidop verklaart,
dat alle Belgen gelijk zijn voorde wet!
Gelijk voor de wet
Vraag dat eens aan de werkersvrouw,
aan de arme moeder wier zoon ar in ge
vallen is en die haar broodwinner, de steun
van haar gezin moet afstaan aan 't vader
land.
En vraag dat aan de rijke madam, wier
zoon gezoogd en opgevoed werd door vreem
den, en die met enkele goudstukken nen
remplagant koopt, om haren geparfumeer-
den erfgenaam te huis te houden, opdat hij
niet gestoord worde in zijn elegant en on
nuttig aardsleven.
Gelijkheiden loting
Dat is een gruwelijke ongelijkheid, een
schandalig onrecht
Dat het volk zich overdenke waar de
echte volksvrienden zijn! Bij de liberalen
die de loting willen afschaffen en vervan
gen door den algemeenen dienstplicht of bij
de klerikalen die dat stelsel blijven behouden?
Weg met de loting
Weg met de klerikale Regeering 1
Leve de algemeene dienstplicht
Goliath.
De gebeurtenissen van het proces Dreyfus
waarover men thans door het verleenen
eener amnistie het gras wil doen groeien,
hebben ons onder andere aangetoond hoe
het klerikalism het fransch leger verrot heeft.
Het is geweten'hoe'ffiet jezuiëtenorde in
dit schandelijk rechtsgeding een voorname
rol speelde. De legeroversten van den fran-
schen staf, als een Henry, een Boisdeffre,
een Esterhazy, een Gonse, ,een Mercier en
zooveel anderen, smeedden hun komplotten
en gingen om raad en bevel in het kabinet
van een pater Dulac, generaal der fransche
jezuiëten.
Men had bij onze Zuiderburen niet zooals
hier het leger doen paradeeren in katholie
ke processiën, de soldaten des Zondags naar
de mis gedreven en hun gelokt naar kriste-
lijkë genootschappen, maar men had er lang
zamerhand, onderduimscb maar onophoude
lijk de kaders geklerikalizeerd, de beste en
onderJanigste leerlingen der jezuiëtenk >lle-
giën als officieren in de regimenten, in de
militaire lyceums, in de regimentsscholen
en in den staf binnengesmokkeld.
Het laat zich gemakkelijk begrijpen hoe
ellendig het met de gewetensvrijheid staat in
een leger waarover de discipelen van Loyola
den duim houden, waarin zij meester zijn
over de bevorderingen, over de loopbaan
der ondergeschikten. Om een klein gedacht
te geven van den geest die in het fransche
leger heerscht, zullen wij het volgende
herinneren:
Onlangs werd een jong mensch tot officier
in een fransche garnizoenstad bevorderd. Als
gebruikelijk ging hij zich voo'rstellen aan
zijn oversten enkollegas. Het officièrskorps
ontving den nieuwbenoemde met de meest
in 't oog slaande koelheid en niemand wilde
hem zelfs de hand reiken.
Na onderzoek over de reden dier zoo on
verdiende als diep kwetsende ontvangst,
ontdekte de jonge luitenant dat hij verdacht
werd Jood tëzijn. Hij ging onmiddelijk zijn
kolonel vinden en verzekerde hem tot den
katholieken godsdienst te bekóoren.
Dan moet ge ons daarvan het bewijs
brengen bij middel van uw doopakt, was
het onbeschaamd antwoord van den regi
mentsbevelhebber.
De officier bracht den doopakt en werd
met open armen door zijn wapenbroeders
ontvangen.
Is het geene schande zulke feiten te moeten
vaststellen ruim honderd jaar na de fransche
omwenteling, in een land waar het monster
van den godsdiensthaat den kop werd inge
drukt?
HET WEEKBLAD
i.
'k Wil thans eens zingen van u, fanatieken,
Gij, die dwepend en vol papei'ij
Aanhangt den sleep van de Roömsche Katholieken,
En bezoekt hun Krocht en Kringen er bij.:
Luistert mat aandacht, slechts eenige stonden,
'k Geef, in dit lied, u het klaarste betoon,
Dat door de priesters, onbeschoft wordt geschonden
Christus zijn leering, zoo heil en zoo schoon.
2.
Christus zijn leering, zijn daad en zijn leven,
Ademt de liefde voor alles wat lijdt.
Ziet nu de priesters, hun doel en hun streven,
'tls aan 't beheerscheu van 't menschdom gewijd.
Rome alleen wil de schepter omvatten,
Haar heerschappij wil zij voeren ten top.
Klooslers en kerken kripelen van schatten
Christus nochtans was'zoo arm als Job.
3.
Christus die leerdeweest allen broeders,
Mint uwen naaste, vergeldt kwaad met goed.
Maar zij tie dienaars, de zielen behoeders,
Dragen slechts ai gunst en ni, jd in't geipoed.
Geeii broeder meer kan hun hérte verrükken,
Van dwingelandij waren zij immer de tolk.
Z'helpen steeds meer en meer d'armeh verdrukken,
Christus nochtans was de vriend van het volk.
4.
Christus die'leerde deTuibeid verachten
Werkt en weest vlijtig, zoo klonk zijn gebod.
Daar zijne priesters niets anders betrachten,
Dan lustig te leven.in 't zjoetste gpnot,
Met ronde buiken en vet gelijk zwijnen
aanbidden zij de luiheid 't eiken dag
D'armen bezwijken en zij zuipen wijnen,
Christus nochtans heeft vervloekt zulk gedrag.
5.
Christus verjoeg uit des tempels gewelven
Kramers en koopers met krachten geweld.
Maar zijne priesters verkoopen nu zeiven,
Alles bij hen is te verkrijgen voor geld
Aflaten, gebeden en ook sacramenten,
Ja zelfs den hemel krijgt g'altemaal
AD ge maar afstand wil doen van uwe centen.
Christus nochtans was de vijand daarvan.
6.
Ch'rïstns die preekte in zijne sermoenen
Tegen vorsten en graven en eiken tyran.
Maar zijne dienaars, de zielen behoeders,
Voor het nietsdoende gekroonde gespan,
Toch trekken zij als trouwe trawanten
Hetzij in het groot, hetzij in het klein,
Met die vervloekte nutlooze gezanten,
Christus nochtnns was 'nen Republikein.
7.
Christus die leerde: Gelijk zijn de menschen...
Voor ieder die werkt, moeten rechten bestaan,
Ziet hoe de papen, die ons stellig verwenschen,
En kunnen God in het aangezichte slaan
Eens zal het volk ons levensrecht erven,
Hoewel de priesters aan hun plicht falen,
Want voor de leering, wist Christus te sterven
Moedig aan 't kruis, als de liberalen.