Liberale Associatie
INHULDIGING
VAND ENPEEREBOOM.
i\r 353.
31e Jaar,
Zondag, 2n October 1892.
Zondagsblad der Stad en bet Arrondissement YPLHE1\.
Zondag 9 October 1892,
OPENBAARMAKING.
(geteek.) Julien Mahieu.
occ.)
Men schrijft in:
te Yperen, Dixmudeslraat, (8,en op al de postbureelen.
Alle affichen bij den drukker van dit blad gedrukt, worden
onvergeld in hetzelve geplaatst tot den dag der verkooping.
Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikels uiterlijk tegen
Vrijdagnamiddag,vrachtvrij en onderteekend toe .te zenden.
Voor de aankondigingen buiten West-Vlaanderen, zich te
wenden te Brussel bij l'Agence Havas,52,Magdeleinestr.,
of te Parijs, 8, Beursplaats.
ABONNEMENTSPRIJS VOOROP BETAALBAAR:
2-50 fr. 'sjaar» voor de stad; 3 f'r.voor
Buitenlandsche verzendingen, 't port
5 CENTIEMEN BET
Aankondigingen: 10 centiemen den
Reklamen: 25 id. id.
Rechterlijke eerherstellingen 1 frank id.
Akkoord per maand of per jaar.
VAN YPEREN.
om 8 ure 's avonds,
Algemeene vergadering in het lokaal der
CAFÉ DE LA BOURSE, CARTONSTRAAT.
Geene andere uitnoodiging zal uitgege
ven worden.
Yperen, den 24 September 1892.
De ondergeteekende Mahieu
Ju li en, Sterrestraat, Yperen,
erkent dat het bij misslag is dat
hij houden staan heeft, dat het al
koperen zakuurwerken waren, die
Valère Gilon in de openbare ver
kooping van 12 September, in de
verkoopingszaal verkocht had. Het
was wel goed en degelijk zilver en
gouddat is door de Keurders of
Experts bewezen. Hij herroept dus
al de valsche geruchten, welke hij
deswege in omloop gebracht heeft
en draagt al de kosten af dezer
openbaarmaking.
VUN HET GEDENKSTUK
Zondag 11. heeft de plechtige inhuldi
ging van het standbeeld van Alfons Van-
denpeereboom plaats gehad en duizenden
menschen verdrongen zich op de plaats
die zijnen naam draagt om de plechtigheid
bij te wonen.
Van 7 1/2 ure 's morgens reeds zond
ons klokkenspel zijne blijde tonen van het
Ypersch lied over de stad en herinnerde al
de inwoners dat allen kinderen van de
zelfde moeder zijn en dat allen haren op
roep moeten beantwoorden wanneer deze
hen uitnoodigt om de gedachtenis van een
barer doorluchtigste telgen te vieren.
Weldra waren de gevels van bijna al de
huizen bevlagd; zoowel dat de stad eindig
de met in hare voornaamste straten een uit
zicht van feest te geven dat wij zelden ge
zien hebben.
't Is 's middags dal de plechtigheid
plaats heeft gehadTwee treden waren bij
het gedenkstuk opgeslagen geweest.
Op de eerste, recht over het standbeeld,
namen opvolgenllijk plaats de leden der
Inrichtings-commissie, de heer Burge
meester, vergezeld van zijne Twee schepe
nen, de leden van den Gemeenteraad, de
heer Arrondissemenls-Commiss-ris, de h'
Deken Boone, de Pastoors der kerken van
St. Jacob en St. Pieler en, in het alge
meen, afgevaardigden van al de burger
lijke en militaire overheden der stad.
Op d'andere trede bevond zich de Stads-
Harmonie, die de plechtigheid opende
met het muziekstuk Ypricuia gecom
poneerd door eenen Yperschen kunste
naar, den heere K. Dewulf.
De heer Advokaat BOSSAERT, Voorzit
ter der Inrichtings-commissie, sprak de
volgende redevoering uil, die wij, zoo
trouw mogelijk uit het fransch vertaald
hebben opdat al onze stadsgenooten, die
in de fransche taal niet bedreven zijn, er
zouden kennis van nemen
Mijnheeren,
Het zal weldra negen jaren geleden zijn
dat wij, in een heugelijk feest, de verschij
ning van liet zevende en laatste boekdeel der
Ypriana vierden.
»Het was,gij herinnert hetu.eene aandoen
lijke betooging van samenneiging, van dank
baarheid en van eerbied; eene ongemeene
ovatie, waaraan al de inwoners der stad,
welke hun rang en politieke denkwijze ook
waren, deel namen.
De eerwaardige schrijver had alsdan de
een-en-zeventig jaren overschreden; hij was
veel verouderd bij de werken der laatste ja
ren, en het was voor allen zichtbaar gewor
den dat de dood weldra zou zegepralen^ over
die eertijds zoo levendige en zoo Iloeke
natuur.
Inderdaad, het noodlottig uur vertoefde
niet te slagen, en, heden, rust de uitmun
tende man,die in 1883 zoo zeer toegejuicht
werd, sinds acht jaren in den vrede des
graf s.
Zijne begrafenis, gelijk zijn leven, is
eenvoudig geweest. Geene praal heeft haar
vergezeld, en geene redevoering heeft, om
er den tekst van uitersten lof van te maken,
den arbeid van dit zoo wel vervuld leven en
de gewichtige diensten die hij aan de open
bare zaak bewezen had herinnerd.
Alzoo had het de overledene, overigens,
uitdrukkelijk bevolen; het zij hij gehoor
hebbe gegeven aan een gevoel van zedigheid,
die den grond van zijnen aard uitmaakte
hetzij hij, ijverige en rechtzinnige chris
ten, niet gewild hebbe dat, op het uiterste
oogenblik van den overgang zijner ziel van
deze wereld tot de andere, het oordeel der
menschen zich kwam mengen met het oor
deel van God.
Maar zijne talrijke vrienden, die alzoo.
tot een bedroevend stilzwijgen gedwongen
werd, hebben gemeend hunne verkleefd
heid aan zijne nagedachtenis te moeten uit
drukken door een nieuw gedenkteeken dat,
aan de opmerkzaamheid van het publiek te
pronk gesteld, onophoudelijk aan de toeko
mende geslachten, met de dankbaarheid der
tijdgenooten, al de verdiensten van den over
leden grooten burger en al zijne titels aan de
erkentenis van het nageslacht herinnerde.
De steden, zoowel als de volkeren, ver
eeren zich met de nagedachtenis te vereeren
van dezen die hen grootmoediglijk gediend
en verheerlijkt hebben.
Rechtvaardige belooning voor die ver
dwenen uitgelezene mannen, het is tevens
voor dezen die achter hen komen, eene be
stendige aanbeveling om hun voorbeeld te
volgenhunne dienstvaardigheid na te
bootsen en hunne plaats te nemen in den
strijd voor het goede.
En wie, Mijnheeren, was waardiger
dan Alfons VANDENPEEREBOOM van
die hulde, van die nagelatene eer
Niemand zal ontkennen dat hij een der
merkwaardigste en der verdienstelijkste
kinderen geweest zij onder al dezen die de
stad Yperen heeft zien ter wereld komen.
En voor ons, die de bestendige getuigen zijn
geweest van zijn leven, 't is nauwelijks
iroodig de groote en talrijke titels te herin
neren die hij verworven heeft aan de dank
baarheid en aan de hoogachting van al da
Yperlingen.
Geboren in 1800 twaalf, VANDEN
PEEREBOOM was achttien jaar oud toen
onze omwenteling uitborst. Hij ging zijne
jongelingsjaren ingaan wanneer het land
zijde onafhankelijkheid intrad en, vatbare
ziel voor al de edele gevoelens, hij bewaarde
onuitwischbaar en levendig den indruk der
.MNIIEHA
DE TOEKOM»