Katholieke eerlijkheid.
STADSNIEUWS.
J\r 318.
31e Jaar,
Zondag 31n Januari 1892.
Zond a gs 1)1 ad der Stad en het Arrondissement Y PER Eft.
ONZE YPSRSCHS BROODROQVEKS
Men schrijft in:
te Yperen, Dixmüdesïraat!8.en op al de postbureelen.
Alie affichen bij den drukker van dit blad gedrukt,
worden onvergeld in hetzelve geplaatst tot den dag der
verkooping.
Men wordt verzocht alle hoegenaamde artikelen
uiterlijk tegen Vrijdagnamiddag,vrachtvrij en ouderteekend
toe te zenden.
ABONNEMENTSPRIJS VOOROP BETAALBAAR
2-50 f«\ 'sjaars voor de stad; 3 fr. voor
Buitenlandsche verzendingen, 't port
Aankondigingen: <J0 centiemen d
Reklamen: 2b id. id
Rechterlijke eerherstellingen '1 frank id
Akkoord per maand of per jaai
Yperen, 30n Januari 1892.
Ten gevolge der mishandelingen, in de
katholieke school gepleegd en waarvan
wij in eon onzer laatste nummers gespro
ken hebben, heeft het Journal d'Ypres,
in plaats van te loochenen, het voordeeli-
ger geoordeeld zijne tegenstrevers met
dezelfde fouten Ie beschuldigen.Hel recht
zinnig pondpapieflje heeft zich wel ge
wacht feiten noch zelfs een enkel feit aan
Ie halen of te bepalen, het heeft ziclt te
vreden gehouden, (en dit is ook veel ge
makkelijker), met op eene onbepaalde
wijze te beschuldigen en te doen gelooven
dal de officiëele scholen niets aan de vrije
scholen tc verwijlen hebben, dal, als er
disleis zijn in de eene, er niet min doornen
zijn in de andere.
De heer Verduyn, de hoofdonderwijzer
der gemeenteschool, die beweert beter te
weten wal er in zijne school omgaat dan
de wijvvalerkwispels die bel heilig leuge--
naarsblad opstellen, heeft zich aanzien als
in zijne eer getroffen en gelasterd in liet-
gene hem duurbaarst was: de goede faam
zijner school. Hij schreef dus eenen brief,
waarin hij protest aanteekende legen deze
beschuldigingen en die het Journal eens
fijn op de duimen klopte.
Maar hel franseh lasterbladje is gelijk
eene slang; als men er den voet heeft op
gezet en denkt dat men ze verpletterd
heeft, zij sluipt onder T gras en komt
verder te voorschijn om opnieuw te steken
en haar venijn uit te spuwen. Het is de
bestuurder niet, zegt het Journal, dien
wij beoogen; het is hij niet die de leerlin
gen slaat en die de oorzaak is dat zijne
school ontvlucht wordt, het zijn de onder
wijzers; want hij, M. Verduyn, is een
uitmuntend bestuurder en indien hij ons
leugenstraft, hij is te goeder trouw, nie
mand wil hel betwisten, maar 't is dat hij
niet wel weet wat er in zijne school om
gaat.
Nu, volgens liet Journal, de heer
Ycrduyn is een uitmuntend bestuurder,en
een uitmuntend bestuurder, volgens ons,
moet weten wat er in zijne school omgaat.
Maar, de lieer Verduyn bevestigt dat
er in zijne school niets gebeurt van hetge-
ne liet Journal dYpres haar verwijt;
het verwijt van het Journal is dus valsch;
en het godvruchtig bladje heeft dus gelo
gen.
In zijnen briefloocbent de lieer Verduyn
ook dat, niettegenstaande de beweringen
van het Journal, er vele leerlingen van
de gemeentescholen naar de dompersscho-
len overgaan,en dit om die slagen te ont
vluchten. Hij bevestigt, (spreken wij van
geene slagen meer, die slechts eene uil
vinding van het Journal is) da' gansch
het tegenovergestelde plaats heeft, dat er
meer leerlingen van dc vrije scholen naar
de gemeentescholen overgaan, dan er van
de gemeente- naar de vrijescholen gaan
dat de registers zulks bewijzen.
Dit verwondert het Journal d'Ypres
dat de registers der gemeentescholen die
bijzonderheden melden
Wij begrijpen die verwondering die
ons niet ten minsle verwondert. In de
kalolescbolen aanvaardt men alles,zonder
konlrool, zonder onderzoek het getal is
bun God. Hun register is hun brevier,
en er is geen ander. In de officiëele scho
len ontleedt men den leerling die zich
voorstelt; men wil weten wat hij is, van
waar bij komt. Men koopt geen katten in
zakken.En alzoo is 'l dat de heer Verduyn
het verschil heeft kunnen vaststellen lus-
schen het inkomen en het uitgaan. De
oolijkaards der groole scholen van zede-
leer en van eerbied, vermoeden alleenlijk
die eenvoudige en kleine voorzorgen niet
die in de goed ingerichte gestichten geno
men worden. Ook hebben zij nog veel te
leer en.
Maar gelijk men zich altijd moet trach
ten wit te wasschen als men door de
klaarblijkelijkheid verpletterd is, hoopt
het Journal zijne nederlaag te verbergen
door eene haarklieverij, die een gemakke
lijk reddingsmiddel is, waar men niet
veel waagt met zich er aan vast te klam
pen. Indien het de slagen of de registers
niet zijn die plichtig zijn, en indien de
heer Bestuurder een uitmuntend en een
rechtschapen mensch, een ieverig en in
alle omstandigheden nauwkeurige bestuur
der is onder het oogpunt der spelling
en der spraakleer is het anders.
Het is zeker Henrietje die dit ontdekt
heeft, want onder betrek van spelling en
spraakleer is er geen grooter leeuw onder
de kappe des hemels. Men zou wel doen,
als men brieven aan het Journal d'Ypres
schrijft, eerst de goedkeuring van dien ge
leerden nietweter af te vragen.
TE BRUSSEL.
Onze twee volksvertegenwoordigers, die
wij het geluk hebben in onzen gemeen
teraad te zien zetelen, Colaert en Struye,
hebben elk eene redevoering uitgesproken,
strekkende om het gouvernement aan te
Sporen meer en meer de officiëele onder
der wijzers te vervolgen en te broodrooven.
Colaert, die altijd spreekt gelijk een
papegaai, dikwijls zonder te weten wat
hij zelf wil, heeft maar herhaald wat d.c
weggeschopte minister Woeste reeds ge
zegd had, om 100,000 fr. tc bekomen ten
voordeele der aanneming van kalotesclio-
len, die hij zou willen zien ondersteunen
ten nadeele der officiëele scholen en der
officiëele onderwijzers, ledereen weet hoe
woeslaard Woeste deze zaak voorstelde,
en wij achten het onnoodig op het ge
zwets van zijnen papegaai, Colaert, aan tc
dringen.
Maar spreken wij van den godvruch-
ligen heer Struye, den man naar Gods
hart, die zijnen naaste bemint gelijk zijn
eigen zeiven en een ander niet zou wen-
sclien wat hij zelf niet zou willen aange
daan worden. M. Struye vraagt eenvoudig
weg de afschaffing der gemeentescholen
van Boesinghe en van Westvleteren.
Minister De Burlet antwoordt dat er
een onderzoek geopend was en dat men
den uilslag ervan moest afwachten. Het
onderzoek waarvan de heer De Burlet
spreekt is gedaan en wij zullen het aan
stonds laten kennen.
Onder de schoolwet van 1879 lelde de'
5 CENTIEMEN HET NU MM
DE TOEKOMS
I
i