Gazette vaa 't arrondissement IJperen.
POLITIEKE BERICHTEN.
Nr 58.
26e Jaar.
Zondag 6n Februari 1887.
Politiek. Stads-, Kunst- en Letternieuws. Verschiilige Tijdingen, Markten, Bekendmakingen.
Eendracht.
öorlogsgeruchtesi.
Bareel: Dixmadestraat, IS.
AANKONDIGINGEN 10 centiemen den regel.
RECL1MËN s «5 centlemen den regel.
Brieven en wikken moeten vrachtvrij toegeionden worden.
ABONNEMENT
fr. 4-90 's gaar» voor de stad; fr. 4-50 voor gelieel Stelgic.
Buitenlaadsche verzendingen, 't port daarboven.
10 centiemen het nautmer.
M«i schrijft in ep al de poitbureelen.
IJZEREN-WEG. 1 Dec. 1886.
Vertrekuren van IJperen naar
Poperinghe, 6-50 9-09 10-00 12-07
3_oo 4-00 6-42 9-05 9-58.
Poperinghe-Hazebrouck,6-5012-07 6-42.
Houthem, 5-30 8-20 11-16 5-20
Comen, 5-30 8-05 8-20 9-58
10-10 11-16 2-41 2-53 5-20
8-58
Comen-Armentiers, 5-30 8-05 11-16
2-53 5-20 8-58.
Roeselare, 6-15 Zaterdag 7-45 10-45
12-20 4-10—6-42
Langemarck-Oostende, 7-21 12-22 5-57
-6-22.
Kortrijk, 5-30—8-20 -9-58 11-16 2-41
5-20.
Kortrijk-Brussel, 5-30 S-58 11-16 2-41
5-20.
Kortrijk-Gent, 5-30 8-20 11-16 2-41
5-20.
De Norddeutsche Zeitung van Ber
lijn meldt de tijding dat de franscben.den
20 Februari, de veldhutten van Corcieux,
nabij Saint-Dié(Vosges), door een regiment
infanterie en een regiment kavalerie zullen
doen bezeilen.
De Journal van St-Petersburg zegt.
dat de oorlogvrees door dagbladartikels is
uitgelokt. Het is onbetwistbaar dat de
wapeningen lot konflikten aanleiding
kunnen geven. Evenwel heeft men her
haalde malen kunnen vaststellen dat geen
enkel gouvernement den oorlog wensclil.
Uit Pesth wordt gemeld dat het hon-
gaarsch gouvernement zeven miljoen zal
vragen voor de wapening van den hon-
gaarsche landsturm.
Men verwacht alle oogenblikken het
dekreet, den uitvoer van peerden in Oos-
tenrijk-IIongarije verbiedende.
Het blad de Postvan Berlijn, kondigt
een artikel af onder den onrustbarenden
titel Onder de snede van het mes die
de tegenhanger is van zijn artikel in 1875
afgekondigd De oorlog in 't zicht
Na vastgesteld te hebben dat geen en
kel woord van Duilschland uitgaande,
heden den invloed van generaal Boulan-
ger kan verminderen, verklaard bet blad,
dat het de plicht is der duitsche drukpers
de openbare denkwijze te verlichten, uit
hoofde der polimiek van de oppositie
bladen die de ergheid van den toestand
betwisten.
De Post behelst verder tegen generaal
Roulanger, den franschen minister van
oorlog, een zeer scherp artikel, waarin
gezegd wordt dat hij machtiger is dan
Thiers en Gambetta waren. Hij heerscht
door oorlogzuchtige bewegingen,waarvan
hij den stoot heeft gegeven. Hij moet nu
op dezelfde wijze voortgaan, als hij zich
staande wil houden. Hij kan het fransch
volk thans niet meer tot vredelievende
gedachten terugbrengen.
Het gevaar kan niet verdwijnen, ten zij
betere vaderlandslievende mannen konden
bewijzen dat de oorlog eene dwaasheid
zou zijn, en dat generaal Boulanger het
ministerie zou verlaten onder beschuldi
ging Frankrijk op den boord van eenen
afgrond te hebben geleid.
Het gevaar van eenen onmiddelijken
oorlog kan niet verdwijnen, dan door een
terugwerking van wege het fransch volk,
iets dat weinig waarschijnlijk is.
P. S. Dit artikel heeft op de beurs
van Parijs eene paniek teweeg gebracht.
72,000 duitsche reservisten zijn in hun
land opgeroepen voor de oefeningen met
een nieuw repetitie-geweer.
Eendracht baart Macht. Wij, Fla
minganten, zijn daar allen van over
tuigd, en toch heerscht er nergens
meer tweedracht dan in 't Vlaamsche
kamp.
Aan wien, aan wat de schuld?
Zou het niet, in de eerste plaats,
de verregaande aanmatiging zijn
sommiger personaliteiten, die er al
te veel aan houden eene autocrati
sche rol te spelen
Zij alleen, of niemand anders
Buigt voor hen, en als zij iets zeg
gen beaamt eerbiediglijk hun gezegde.
Beoogen zij dezen of genen eereti-
tel of eerepfaats, knijpt de oogen
dicht, houdt den mond toe, en als zij
den eeretitel of de eereplaats vast
hebben, juigt en looft, al hadden zij
niet de minste aanspraak te doen gel
den voor dien eeretitel of die eere
plaats.
Plegen zij onrecht in prijskampen,
zijt niet zoo vermetel dit onrecht aan
te klagen: integendeel, prijst hunne
rechtvaardigheid.
Vormen zij eene veem of kliek,
zwijgen zij u dood in hunne organen
of breken zij u er moedwillig in af,
mort niet, maar kust de hand die u
geslagen heeft, streelt en vleit hen,
en, in 't vervolg, zullen zij u met
meer mildheid behandelen en u mo
gelijk hoog verheffen...
Maar neen, een man, die het hart
op de rechte plaats heeft, kan aldus
niet handelen; hij komt in opstand
tegen de autocraten, hij wil hen tot
inkeer brengen, en hij schandvlekt
hunne ikzucht.
Wee, den vermetele! De autocraten
zenden hem hunne satellieten op 't
lijf, en 't schermutselen begint, duurt
soms jaren en jaren: kostbare tijd,
verloren voor den gemeenschappelij-
ken taalstrijd Doch, wij herhalen
het: aan wien de grootste schuld
't Is waar: er bestaan nog andere
oorzaken onzer tweedracht. De af
gunst heerscht almachtig bij velen
onzer schrijvers; de eenen zijn ja-
loersch op de anderen. De goede
broeders drukken elkander zeer broe
derlijk de hand, geven elkander de
zoetste namen, maar pas heeft de
eene zich verwijdert of de andere
past hem 't schoonste kleedje aan dat
men kan uitdenken. Hoe meer talent
de afwezige heeft, des te beter 't
kleedje past.
Van daar het ontstaan en bestaan
onzer zoo talrijke letterkliekjes; de
leden van dit kliekje beschouwen de
leden van geen kliekje niet meer
of min als vijanden.
Miserie miserie
Wat is het gevolg van dat alles
Dat bezadigde mannen zich, door
een gevoel van walg aangedreven,
uit alle letterkringen terugtrekken,
dat enkelen zelfs vreemd worden aan
onzen rassenstrijd en dat onze
aangroeiende tweedracht krachten
schenkt aan onze taaivijanden.
Heeft onze beweging autocraten
noodig, die alles doen plooien naar
hunne grillen
Het ware gek daarop een antwoord
te geven. Dat de autocraten hunne
verwaandheid beteugelen, en de een
dracht zal er veel door winnen. Veel
zou deze er ook door winnen, indien
onzen letterkundigen meer grootmoe
dig voor elkander's talent waren.
Kleingeestigheid voegt alleen der zich
zelf kennende nietigheid. Wezenlijk
talent verheft zich boven de afgunst,
en kent zelfs dit den mensch zoo ver
achtelijk makend gevoel niet.
Flaminganten, de vijand is sterk;
daarom
EendrachtEendracht
Vooral
Mildheid Grootmoedigheid
Doch ook: strijd, onverbiddelijken
strijd waar alleenheerschappij ons de
wet wil voorschrijven. (Flandria.)
Ook de Kreuz Zeitung bevat eer, hoofd
artikel over de onzijdigheid van Belgie.
Het blad, dat met het Hof en met de
meest invloedhebbende militaire kringen
in de nauwste betekkingen staat, brengt
in herrinnering het dubbel verdrag bij
het begin van den oorlog van 1870 door
M. Gladstone gesloten met Pruisen en
Frankrijk.
Volgens hel verdrag, zoo besluit de
Kreuz Zeitung haar betoog, is twaalf
maanden na het sluiten van de vrede te
Frankfort vervallen. Dientengevolge staan
wij thans weder uitsluitend op het sland-
pund van hel verdrag van 19 April 1839.
Moest dus nu of later weder een oorlog
tusschen Frankrijk en Duitschland uitbre
ken dan zou de stand van zaken zijn als
volgt
Van Duitschland heeft Belgie niets te
vreezen, wat ook sir Charles Dilke (in de
Fortnightly Reviewdaarvan moge zeg
gen. Belgie kan echter ook, in geval Fran
krijk eenen inval doet, van Duitschland
geene hulp verwachten, dewijl dit rijk
alsdan veeleer eveneens genoodzaakt zou
kunnen zijn, hel tooneel van den strijd
naar Belgie te verplaatsen.
Tusschenkomst van Oostenrijk of
Rusland kan niemand in ernst veronder
stellen, en het is nu de vraag of lord
Salisbury het voorbeeld van M. Gladstone
volgen zou. In alle geval zou Belgie al
leen kunnen rekenen op den goeden wil
en offervaardigheid van Engeland, en
vooral deze laatste eigenschappen laat
wel iels te wensehen over.
Belgie kan dus alleen vertrouwen op
zijne eigene hulpmiddelen. Men beweert
dal prins von Bismarck gezegd heeft de
Belgische onzijdigheid kan het best be
schermd werden door het Belgisch leger.
Wij weten niet of de Rijkskanselier
werkelijk deze woorden gesproken heeft,
maar waarheid bevatten zij zekerlijk onder
alle omstandigheden, en niemand maakt
zich ook in Belgie de illusiedat een pa
pieren verdrag in slaat zou zij de plaats
te vervullen van eigen strijdkrachten.»
De Moniteur Diplomatique wiens be
trekkingen met de gezanten te Parijs
maar al te goed gekend zijn, en die meer
malen de weergalm is van Turkije, zegt
in zijn nummer van Zaterdag avond, na
onderzoek van den toestand het volgende:
Het middelpunt der tempeesten ligt
werkelijk in de Balkans, te Weenen, te
St-Petersburg, te Konstanlinopel.
Bulgarie, in zijne geringe omvatting,
in zijne nietligheid, is vol bedreiging
voor de toekomst, omdat juist daaruit
weer de Oostersche Kwestie kan \oor-
spruiten.
Rusland houdt sterk aan dat land r
keizer Frans Josef zelve heeft er een al
lergrootste belang aan, gezien dal zijn
land er aan grenst, zoodal nagenoeg hier
bij alles afhangt van de beslissing welke
Cesar Alexander zal nemen
Ofschoon nu ook vandaag alles eene vre
delievende oplossing voorspeit of schijnt
te kunnen doen voorspellen, wordt echter
langst russische zijde tegengesproken,
dat Rusland den Paus zou hebben voor
gesteld als scheidsman in de kwestie op te
treden.
DE TOEKOMST,