Gazelle van '1 arrondissement Mperen.
Wij hebben een cardinaal.
Kr 681.
Politiek. Stads-, Kunst- en Letternieuws. Verschillige Tijdingen. Markten, Bekendmakingen.
Bericht aan onze abonnenten.
Politieke berichten.
Stads Nieuws.
AANKONDIGINGEN
REKLAMEN
ABONNEMENT
Daar onze TOEKOMST altoos regel
matig den Zaterdag van IJperen verzon
den wordt, verzoeken wij dezen die hun
nummer niet ontvangen, hel ons dadelijk
te laten welen, opdat wij een einde stel
len aan dien staat van zaken.
De zitting der departementale raden
is in Frankrijk begonnen. Bij de opening
hebben verscheidene voorzitters meer of
min lange redevoeringen uitgesproken,
waarin zij hunne voldoening uitdrukken
over de stemming der grondwettelijke
wetten en debeveslinging der republikein-
sche instellingen.
De heer Thiers heeft eene députatiè
ontvangen van Franschmans, die op het
eiland van Maurice verblijven; zij heeft
hem een adres in een album gebonden
opgedragen, alsook eene schoone medalie,
met opschrift: «Aan den bevrijder van
het grondgebied.
Het engelsch Parlement heeft Maan
dag zijne zittingen hernomen.
De pruisische Kamer heeft Dinsdag
hare werkzaamheden hernomen. Aan de
dagorde was de discussie, in derde lezing,
van het wetsontwerp de jaarwedden der
katholijke bisschoppen afschaffende.
De gedeputeerde Jungdoet uitschijnen
dat het verstandig en onderwezen ge
deelte der bevolking het tegenwoordig
ontwerp aanziet als zijnde het eenigste
antwoord dat men behoort te geven aan
de pauslijke encycliek.
Het ontwerp wordt vervolgens in
stemming gelegd en aangenomen.
De keizer van Oostenrijk is maandag
te Venetie aangekomen.
De koning van Italië bevond er zich
reeds van zondag. Hij is vergezeld van
zijne twee zonen, den koninklijken prins
en den hertog van Genua. De bevolking
heeft ze met geestdrift ontvangen.
De keizer van Oostenrijk kwam kwart
na elf ure in de statie te Venetie, die te
dier gelegengenheid fraai versierd was.
De koning, de prinsen en deoverheden
wachtten den keizer; de twee vorsten
omhelsden elkander, waarna de keizer
de hand der prinsen drukte.
De volksmenigte heeft de twee vorsten
met veel geestdrift toegejuicht; een groote
stoet van gondolen (booten) bedekte het
groot kanaal en volgde de gondole waar
op zich de twee vorsten bevonden.
Volgens eene depeche uit Berlijn, zou
de keizer van Duitschland definitief
afgezien hebben van zijne reis naar
Italië.
De tijdingen uit Spanje zijn meer en
meer voordeelig aan de zaak van het
gouvernement van Alfons XII.
De engelsche dagbladen bevestigen de
depeche van Buenos-Ayres aangaande
de wanorders, die ongeveer een maand
geleden zijn uitgebroken in die stad en
die aanleiding hebben gegeven tot be
treurenswaardige aanslagen tegen de
geestelijke overheden.
Meer dan 50,000 personen hebben
zich den 28 Februari naar het kollegie
des Jesuilen begeven, hebben de gebou
wen in brand gesloken en het vuur bij
middel van petrool aangehitst. Verschei
dene jesuiten zijn gedood, anderen ge
vaarlijk gekwetst. Daarna heeft de
volksmenigte zich naar liet aartsbisschop
pelijk paleis begeven; deze prelaat had
eenige dagen te voren eenen herderlijken
brief afgekondigd, die de eerste oorzaak
schijnt te zijn geweest van die erge
wanorders. In een oogenblik was het
paleis geheel uitgeplunderd.
Het gouvernement heeft troepen ge-
zouden om het vernietigen der openbare
gebouwen en kloosters te beletten een
groot getal aanhoudingen zijn gedaan.
Men is verplicht geweest den staat van
beleg uit te roepen, om een einde aan
die crimineele volksopgewondenheid te
stellen. Vervolgingen zijn ingespannen
tegen de schuldigen.
Een bericht uit Rome bevestigt dat
de nontius van den paus in Spanje de
onderrichting zal brengen, waarhij de
bischoppen van wege den H. Stoel
uitgenoodigd worden tot het sluiten van
den vrede mede te werken.
Men kondigt aan dat de nota, door
het duitsch gouvernement aan het kabi
net van Brussel, in het begin van februa
ri gezonden, geen betrek had op de hou
ding der drukpers in Belgie, maar wel
op de zaak Duchesne, zaak die men behan
deld heeft, onder hetjwetgevend en inter
nationaal opzicht.
Allo, kamaraden, waren wij nog
capabel van te eten, te drinken, te
slapen, te doen, te werken zonder
kardinaal?
Neen. niet waar.
Gij hebt dat allen zeker wel ondervon
den: zonder kardinaal ging alles om zee-
pe: de kas van den staat was ledig, de
militaire en de andere lasten sloegen op in
plaats van af, de kleine bedienden en
werden niet helaald kortom zonder
kardinaal was alles ten slechtste.
Maar nu hebben wij er eenen
Hij en gaat ons maar dertig duizend
francs 's jaars kosten
Enfin, veur niet.
Hij en zal maar 50, maar vijftig dui
zend francs kosten om hem te instellee-
ren anders gezeid in zijne meubels te
steken.
Is da niet veur niet? En zoudt ge wil
len veur alzoo een bagatelle, beroofd
zijn van nen kardinaal? Un cardinal
des mers ou des mères, gelijk of .Jules
Janin zei van een kreeft en gelijk of wij
gehoord hebben in den fameusen dis
cours over de moeder der Macchabocüs-
sen.
Allo! allo! wij hebben nen kardinaal
we moeten niet meer werken.
En diejen discipel van eenen God van
armoede en kost ons arme burgers, maar
dertig duizend francs per jaar!
Geüjk of wij zeggen: gratis veur niet!
Telt nu op uw vingers de bisschoppen
daarbij, de kaneunikèn, de pastoors, de
onderpastoors, enz., enz., enz. die allen
op onze kosten leven zonder werken
en spelt daar tons goejen visch van.
Bureel: Dixinudestrant, 39.
10 centiemen den regel.
25 centiemen den regel.
Brieven en pakken moeten vrachtvrij
toegezonden worden.
fr. 4-00 's jaars voer de stad,
fr. 4-50 voor geheel Belgie.
Buitenlandsche verzendingen 't port daarboven.
10 centiemen het niiinmci'.
Men schrijft in op alle de postbureelen.
DE TDEKOMST
IJZEREN-WEG.
VERTREKUREN VAN IJPEREN NAAR
Poperinghe-Hazebrouck. 6-50. - 12-05. - 5-57.
- 6-50
Poperinghe. 9-07. - 8-45. - 9-50.
Kortrijk. 5-54. - 9-49. - 11-18. - 2-55. - 5-25.
Roeselare. 7-50. - 12-25. - 6-45.
Langemark-Oostende. 7-15. - 12-06. - 6-20.
IJperen, 10" April 1875.
Lijkrede uitgesproken over het graf van
M. CH. BECUWE, den Dinsdag 6 April 1875,
door M. Vanheule, schepenen der stad.
Mijne heeren,
Wie van ons, wanneer wij deze rustplaats be
zochten, liet niet soms een stillen en diepdenken-
den blik vallen op het een of ander plekje van
dien ge wijden grond, zich verbeeldende het
gapend graf te zien, beschikt om zijne eigene
overblijfsels te ontvangen Dit gedacht aan de
dood heeft niet noodig bij ons teweeg gebracht te
worden omdat wij ons in het midden der stoffe
lijke overblijfsels der menschen bevinden, om bij
ons te doen treurige gewaarwordingen ontstaan
in betrek met famillie- of vriendschapsbanden die
ons aan het leven gehecht honden, maar zij
schrikt den wijze niet af; hij weet dat het graf op
het uiteinden van twee werelden geplaatst is, en
dat, toen het lichaam aan de verslinde aarde
overgelaten is, het edelste gedeelte van zichzelve
overgaat in een ander vaderland, en vóór den
oneindigen rechter verschijnt die aan allen geeft
wat zij door hunne deugden en werken verdiend
hebben.
De man, Mijnheeren, aan wien wij heden de
laatste eer bewijzen, heeft van ver de zeissen zien
flikkeren die zijnen levensdraad moest afsnijden,
zij naderde zeer traagzaam tot hem, als wilde zij
dit schoon leven bekronen door de verdiensten
van eene moedige gelatenheid hij heeft ze ver
wacht, te midden der hevigste pijnen, met kalmte,
helderheid en vertrouwen, want de man was
kloek, en hij wist dat hij, stervende, zijnen
Rechter een leven zou overleveren, ten grootsten
deele vervuld door diensten aan zijne medemen-
schen te bewijzen en zijne naastbestaande geluk
kig te maken.
Een ander dan ik zou beter dien langen levens
loop afschilderen; ik heb hem maar aan het
werk gezien wanneer hij reeds lang zijn leven
gewijd had aan de openbare zaak; maar indien ik
deze laak op mij nam, het is omdat zij mij zeer
vergemakkelijkt werd door hun die langen tijd in
zijne omgeving geleefd hebben, mij bekend ge
maakt hebben met al de weldaden waarmede hij
zijne geboortestad begiftigd heeft, en dat ik zelf,
bij mijne intrede in het bestuurlijk leven ik
overal sporen gevonden heb van zijne werkzaam
heid van zijne initiatieve geestkracht en zijn
verstand.
Te IJper geboren in 1805, M. Ch. Becuwe, na
grondige studiën gedaan te hebben kwam er zich
als apotheker vestigen, welhaast vond hij er een
verdiend vertrouwen, dat zich ver uitstrekte. Man
van studie en juist oordeel, aangenaam in zijn
gesprek, zijn huis werd welhaast de vergader
plaats der uitstekendste leden niet alleen der
geneeskunde maar ook der rechtsgeleerde en
bestuurlijke korpsen. De vrienden dar schoone
kunsten bevonden zich er insgelijks, en welhaast
wierd M. Becuwe den vertrouweling en raadsman
eener uitgelezene menigte. Hij behoorde tot dit
getal mannen die, nog jong, geleerd hebben
onder een beheer van onderdrukking, hoe dier
baar de vrijheid is, en die nooit aarzelden hun
vaandel breed te ontvouwen en moedig te velde
trokken voor de overwinning hunner grondbe
ginselen.
Gedut-end vele jaren verdeelde hij zijnen lijd
lusschen de studie, het vervullen der lasten zijns
beroeps en zijne vriendschapsbetrekkingen. Het
is maar op zijnen 40 jarigen ouderdom, dat hij
er in toestemde openbare bedieningen te aan-
veerderi.
In 1842 werd hij tot de Koophandels-
kamer van IJperen-Dixmude geroepen, waarvan
hij later de secretaris benoemd werd.
In !852werd hij door de kiezers lotGemeentc-
Raadslid der stad IJperen benoemd.
Het is voornamelijk in deze hoedanigheid dat
hij de onwederleggelijkste bewijzen gegeven
heeft van bekwaamheid en verknochtheid aan de
belangen zijner geboorte-stad. AI de kweslien
van openbare gezondheid werden het voornaam
ste doel zijner studiën en zijner standvastige be
zorgdheid. Iedereen herinnert'zich nog zijne
heldere verslagen over ons drinkwater', en het is
in zijn werk dat de ingenieurs opvolgentlijk lot
hunne verhandelingen waarvoor zij geroepen wa
ren, komen putten hebben tol grond hunner
studiën. Het is insgelijk aan hem,aan zijne leven
dige tusschenkomst en aan zijne volharding dat
men het openbaar Slachthuis verschuldigd is, het
gezondmaken eeniger wijken en een groot getal
andere maatregels ten doele hebbende de vrijwa
ring der gezondheid van de werkende klas.
Buiten deze hoofdkwestien betrek hebbende tot
zijne voorname kennissen en zijne ondervinding,
M. Becuwe mengde zich in al de beraadslagingen
die zich in den stadsraad voordeden.
Zijn werklust bepaalde zich niet alléén lijk
daar maar nog in de Landbouwmaatschappij des
arrondissements IJperen, telde men hem onder
de ijverigste leden; hij gaf er verschil iige belang
rijke voordrachten en van eene onwederleggelijke
nuttige toepassing; zijne schriften over de ge
wichtige zaak van hel vlas-rooten werden in den
bulletin des genootschap;, opgenomen en de
vreemde gouvernementen vraagden er afschriften
van.
Wij zegden hooger dat men in de salons van
M. Becuwe ook de Schoone Kunsten aantrof. Hij
was gedurend zijn geheel leven hunnen bescher
mer. In 1842 richtte men te IJperen een Mu
seum in; van den beginne af maakte hij deel van
den bestieringsraad en zijne medewerking bracht
er veel nut bij. Het is aan hem dat men den aan
koop en de rangschikking van het; grootste deel
der verzamelingen te danken heeft. Het cata
loog werd teenemaal door hem verveerdigd en
hel werd gestadig in de beste orde onderhouden.
Na het afsterven van den iaatsten titularis, werd
hij door zijne medeleden,als loon zijner bewezen
diensten, tot Voorzitter der besturende commissie
uitgeVoepen.
M. Ch. Becuwe hield zich daarenboven noo-
druk bezig met het Leerwerkhuis en der openbare
Boekzaal.
Maar eene bediening welke hij met den meesten
iever en de grootste toegedaanheid vervuldde
was wel zeker deze van Beheerder van het Bureel'
der Weldadigheid. M. Becuwe deed zijn intrede
bij die weldadigheids-inrichting in 1854 en werd
er van President in 1869 hij heeft er bewijzen
gegeven der edelste gevoelens des herten en der
grondigste hoedanigheden eens bestierders. De
arme vond bij hem altijd toegang, hij aanhoorde
hun met de grootste welwillendheid, en, begrij
pende welke verhevene zending hij te vervullen
had, deelde hij nooit het brood des lichaams uit
zonder naar hulp uit te zien om den zedeliiken
toestand te verbeteren.