VAN IJ PEREN. Politiek. Stads;- Renst- en Letternieuws. Verschillige Tijdingen. Markten, llekendmakingen. 4 FRANKEN ?S JAARS N5* 341. - Zeveuste Jaar. Politieke berichten. door J. Cordonüier. miaasMf lil-.1 1Q [EEti VOOR IJPEREN. Fit. 4-50 VOOR BUITEN STAD. Aankondigingen 12 centimen den regel. Reklamen 25 centimen. ZONDAG, 4 OCTOBER 1868. Bureel: Dixmudeslraat, 59. Alle inzendingen vrachtvrij. De omwenteling in Spanje is voltrokken. De markies de Novaliches is door maarschalk Serrano overwonnen. Bij het ontvangen dezer tijding heeft Madrid ook zijne pronunciamento gedaan zonder dat er hloed is gestort. De bezetting heeft met het volk verbroe derd onder het geroep van «Weg metde Bourbons! Eene voorloopige junta is aangesteld in afwach ting der aankomst van Serrano en van de overige opstands-opperhoofden. Zij is samengesteld uit 4 leden van de liberale Eendracht, 4 progressisten en 4 demokralen. De grootste vreugde heersclit in de hoofdstad en en eene algemeene verlichting heeft deze gebeurte nis begroet. Eene depeche uil Boyonne, onder de daglceke- ning van woensdag morgend, ten 10 ure, meldt, dat de spaansche konsul bericht heeft ontvangen, dat koningin Isabella een half uur later in die stad moest aankomen. Eene tweede dcpeche zegt, dat de gewezen ko ningin van Spanje, in den namiddag te Hendaye aangekomen, zich naar Pan heeft begeven. De orde heerseht in de openbare diensten, onder de nieuwe ambtenaren, onder het volk en in de rangen van het leger. De distriks komiteilen handhaven eene volledige orde. De wapenning eener nationale militie is ge- dekreteerd. De Engelschen, te Madrid verblijvende, hebben het nieuw gouvernement geluk gewenscht. Barcelonna is in opstand. Hel is overigens goed, dat die troon in stukken gevallen is, want de onnoozele Isabella had hem zoodanig bevuild, dat zelfs een straatwijf zich on- teerd zou gedacht hebben, indien zij veroordeeld waren geweest, om er een enkel uur op te zitten. Men moet hoog in de geschiedenis opklimmen, om eene regering, zoo vol lafhartigheid, zedeloos heid en wreedheid aan te treffen als degeene der onnoozele Isabella is geweest. Zoo verre was het met haar gekomen, d at een reffelijk man haar niet meer dorst groeten. In het bijzijn van kinderen werden zorgvuldig] ijk alle ge sprekken over het gedrag van Isabella vermeden, die den zegen van den aartsbisschop ontving, terwijl zij haren intendent Murforio met liefdelonken beje gende. En het is aan dal wijfdat de Paus de gouden roos, als aan de deugdzaamste en godvruchtigste vorstinne, heeft geschonken, en wie weet of dat eerejuweel haar niet door haren gunsteling Murfo rio is overhandigd geworden. Thans echter is het gedaan en gaat zij op hare beurt in ballingschap. Dat dezegen van despansche geestelijkheid heur daar vergezelle en dat het ge- oof aan de mirakels der non Patrocinio haar kracht en sterkte in het ongeluk geve Ongeluk P Men zegt, dat Isabella 80 miljoen in den vreemden heeft geplaatst. 80 miljoen en Murforio Zij kan nog goede dagen beleven Verscheidene dagbladen melden, dat de keizer het onslag heeft aanvaard van graaf Goluehowski, gouverneur van Gallitië. De ministerraad heeft heslist den Rvksdag van Gallitië niet te ontbinden. Men meldt, dat er een rechterlijk onderzoek is ingespannen tegen den bisschop van Lenz, wiens herderlijke brief over eenige dagen is aangeslagen. Hij wordt beschuldigd de openbare orde door dit stuk te hebben gestoord. Er is een proces ingespannen aan den prins von Schwarzenberg aartbisschop van Praag en aan de bisschoppen van Boheme, uit hoofde van hunne onderrichtingen tegen de geestelijkheid nopens de wet op het huwelijk. Het JS ieuwsblad van den 19 September geeft een artikel op het zoogezegde uitsluitend liberalis- mus, waarin, onder eenen stroom van onverdiende verwijtsels, het zegt, dat men overal niets anders dan vijandelijkheid tusschen de burgers ontwaart Indien dit gezegde eenen schijn van waarheid heeft, aan wien de oorzaak?Zijn het de liberalen die de twisten aanmoedigen en de afjonstigheden op wekken verre van daaronderzoekt de daden en gij zult overtuigd zijn dat in alle omstandigheden Zegepraal des* Opslantleüngcn. Vlucht der SiösaÏMgiu. VAN IJPEREN, GESCHIEDKUNDIGE AANTEEKENINGEN (Vervolg en slot). In 1220, bezochte Olivier de la lloche, Groot-Meester der Tempeliers, het huis van den Tempel, staande zoo als wij daar even meldden in de voorstad van IJperen. Hij stond aan Ferrand van Portugaal de voordeelen af die hem toekwamen uit deze jaarmarkt en bemachtigde hem dezelve binnen de stad op te richten. Inderdaad de jaarmarkt van Hemelvaarts dag werd eenigen tijd nadien binnen deze stad overgebracht en zulks ten nadeele der Tempeliers. Het was ter gelegenheid van die verandering, dat een dezer Ridders, bedroefd als al zijne medebroeders over deze nieu wigheid, zoo schadelijk voor hunne belangen, zijnen toe vlucht nam tot de volgende list Hij verspreidde het gerucht in stad dat een engel des Hemels zich aan hem had vertoond, en geopenbaard dat de stad IJperen vroeg of laat door het water zou verslonden worden en dat dit droevig voorval zou gebeuren op eenen dag gedu rende den feestdag van Maria Hemelvaartdit tot straf der inwoners, van ten hunnen behoeve aangematigd te hebben hetgeen wettiglijk aan hun orde toekwam. Men verzekert dat in den beginne en zelf eenige jaren die op deze voorzegging volgden,een groot getal burgers en han deldrijvende personen, eenvoudig genoeg, het naderen van dezen noodlottige dag vreezende, hunne zaken en hunnen haard vaarwel zegden en aldus zelve niet weinig medehielpen om het belang van de nienwe markt welk hun kwam vergund te worden, grootelijks te doen afnemen. Een ander charter of handschrift van hetzelfde tijdstip meldt dat de Tempeliers aan geene belasting mochten onder worpen wezen ook dat twee Schepenen der stad belast waren zich bezig te houden met de bezwaarnissen welke zij zouden te doen gelden hebben, en eindelijk dat de drie-vierden der boe ten ingeloopen of bestatigd op het grondgebied der Tempe liers aan deze toekwamen. Echte en openbare getuigenissen hebben de opoffering en den roem dezer Ridders vereeuwigd. Getrouw aan hunne in stelling en aan hunnen gezworen eed, zij eerbiedigden de wetten en stonden kiesch op het punt van eer. Sommige ge schiedschrijvers hebben hun verweten eenen te vurigen drift te hebben laten blijken om hunne rijkdommen, die de oorzaak van hun verderf wierden, gedurig te vermeerderen. Andere hebben hun beschuldigd van een onbeschaamden hoogmoed die in hun hart gevoed werd door den rijkdom, den geest van onderlinge verkleefdheid, en de roem zelve, hoogmoed die misschien niet nutteloos was voor den goeden uitslag hunner wapenen. Philip de Schoone, bij edikt gedagteekend van den Vrijdag 15 October 1507, schafte de orde der Tempeliers af. Dit ge bod werd Robrecht van Bethune, Graaf van Vlaanderen, die alsdan zijn verblijf hield te IJperen, overgemaakt met last van hetzelve ten uitvoer te brengen. De Bisschopsleenhouder van Amiens was naderhand belast door Philip de Schoone de goederen der Tempeliers in Vlaan deren gelegen te bewaren. De gemeente der Tempeliers dezer stad telde 24 Bidders, medebegrepen de kommandeur Blasius Vandermatte. De grond waarop hunnen Tempel gebouwd was ging over na de afschaffing der orde, aan de Ridders van Sint Jan van Jerusalem, volgens akt verleden te IJperen in de maand Maart 1551. Hel schijnt dat Robrecht van Bethune, hoewel sterk aange maand door den Koning van Frankrijk, wiens leenhouder hij was, niet streng te werk ging tegen de bannelingen en zelf dat hij de bevelen die hij ontvangen had om hun te doen aan houden, zoo als men elders gedaan had, niet uitvoerde. Wat er ook van zij, wij moeten nochtans zeggen dat de haat tegen

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1868 | | pagina 1