TAN IJPEREN.
4 FRANKEN 'S JAARS
IV'' 273. Zesde Jaar.
Politiek. Stads,- Kunst- en Letternieuws. Verschillige Tijdingen. Markten. Bekendmakingen.
BERICHT.
Kiczing voor den Senaat van H" Juni 1867.
SCHITTERENDE ZEGEPRAAL
ÏÏER LIBERALEN.
LED EG ANC R.
VOOR IJPEREN. Fk. 4-50 VOOR RUITEN STAD.
Aankondigingen 12 cenlimen den regel.
Reklamen 25 cenlimen.
«üalifF0"
ZONDAG 10 JUNI 1867.
Bureel: Dixmudestraat, 59. Alle inzendingen vrachtvrij.
De personen die zich aan DE TOEKOMST
laten abonneren, zullen dezelve van nu af tot den
4" nummer van Juli gratis ontvangen.
Men kan ten allen tijde een abonnement nemen.
Hetzelve begint met Januari April Juli, of
Oktober.
4 fr. voor stad. 4-50 voor den buiten.
ARRONDISSEMENT IJPEREN.
M. de Baron Mazeman, candidaat van het Li
beraal Genootschap, is gekozen geweest met eene
meerderheid van 219 stemmen op den klerikalen
kandidaat, Baron De Vinck, van Antwerpen.
M. Mazeman bekwam T133 stemmen op 2032
stemmers en M. De Vinck 914.
Deze uitslag laat ons de hoop voeden dat de ca-
tholieke partij hier voor goed verpletterd is, dat zij
eindelijk haren onbezonnen moed zal opgeven.
Neen, de kiezers van het arrondissement IJperen
zijn niet meer te verleiden met leugens en laster
Voordracht van den heer ADOLPHE MUNY,
in den Kunst-en Letterkring, op 22" Mei 1867.
Neen, dc kiezers van het arrondissement IJperen
laten zich niet meer bang maken met bedreigingen
en vervloekingen
Neen, de kiezers van het arrondissement IJperen,
verstandig en behoorlijk verlicht, voelen noch ont
zag noch eerbied meervoor den politieken priester,
die wroed en schuimbekkend van gramschap in het
kiesplein springt; noch voordengene die, kruipend
en arglistig, met alle soorten van valsehheden hen
zoekt te bedriegen en te begoochelen
Kalm en bedaard, zij volbrengen hunne plicht;
verstandig en menschlievend zij zorgen voor het
zedelijk en stoffelijk belang onzer streek en stellen
hun volkomen vertrouwen in mannen die eerlijken
edelmoedig van gemoed zijn, die diep en onge
veinsd verkleefd zijn aan vrijheid, vorst en vader
land.
Verlicht en grootmoedig, zij verachten de af-
slootelijke personen, de oneerlijke partijen diezich
bedienen van leugens, laster, belediging, bedrei
ging en scheldwoorden om hun doel te bereiken
zij verachten devervallene landgenoten, die onder
bet leugenachtig voorwendsel van bescherming des
Godsdienstes, het volk trachten onder de voeten te
houden, het onderwijs te versmachten, de vader
landsliefde en de vrijheidszucht uit te dooven en
hunne handen te hebben in de openbare schatkist,
ten einde vollen toom te kunnen vieren aan hunnen
dorst naar goed en pracht.
Nergens zijn er verachtelijker middels in het
werk gelegd geweest om de eandidatuur van M.
Mazeman te doen mislukkende gazetten der gees
telijkheid, de Journal d'Ypres en het Nieuwsblad,
die de pastoors goede gazetten noemen en aan hun
ne parochianen ter lezing aanbevelen, waren tel
kens vol van onbeschaamde leugens, schandelijke
lastertaal, walgelijke scheldwoorden en spotter
nijen die goede gazetten hadden bij het publiek
door hare stinkende taal en haar onmenschelijk
gedrag een diepen afkeer verwekt.
Uit den preekstoel stroomde in vele plaatsen een
vloed van vuige en verachtelijke redens, 'die alle
ware christenen deden sidderen van verontweer-
diging.
De biechtstoel, die machtige middel van be
dwang des gewetens, werd veranderd in eenen
pijnbank, waar men de geloovigen tergde en dwong
met belachelijke bedreigingen of trachtte te verlei
den met lage en bespottelijke beloften.
Men zag de politieke en goudgierige priesters
hunne sou taan slepen door de modder van het kies-
perk en er, door begeerte, drift en heerschzueht
verblind, hunnen eerbied en hunne achting in de
vuilnis vertrappen
Maar niets heeft geholpen De kiezers, getrouw
aan hunne oude gevoelens van matigheid, van
zucht tot de onafhankelijkheid van het wereldlijk
gezag, van eerbied voor onzen verheven Godsdienst,
iu.U\ftO?<
DE TOEKOMST,
IJperen, 15 Juni 1867.
(lc Vervolg).
Karei Lodew\]ck Ledeganck zag het licht te Eecloo, den
9" November 180;). Zijn vader, braaf onderwijzer en zijne
moeder vrome huisvrouw, stelden al hunne middelen in het
werk om aan hun kind eene goede opvoeding te bezorgen
de lessen zijner moeder vooral hebben eenen grooten invloed
op de ontwikkeling van Ledeganck's begaafdheden gehad; de
dichter bekent dit in de volgende verzen
Aan haar heb ik mijn' harp uw vroeg bezit te danken.
Terwijl zij in de wieg mij schommelde onvermoeid,
Zweefde op haar' adem soms een stroom van vreemde
[klanken,
En inel de moedermelk kwam melodij gevloeid.
Maar daar de ouders van den jongen Ledeganck weinig
door de fortuin begunstigd waren, moest deze al vroeg voor
zijne toekomst zorgen, hoe groot ook zijne leerzucht ware,
hoe onverzaadbaar ook zijn dorst ware naar wetenschap en
kennissen. Hij verkreeg de plaats van bureelschrijver op het
stadhuis te Eecloo en weldra onderscheidde hij er zich door
zijn frisch oordeel, zijnen ijver en zijne werkzaamheid. De
tijd die hem overbleef, wijdde hij aan hel beoefenen der
vlaamsche letteren.
Nauwelijks had hij zijn achttiende jaar bereikt toen men
hem reeds te Eecloo aanzag als een dichter die veel beloofde;
dit was niet zonder reden want vier jaren later behaalde hij
den gouden eerepenning in den kampstrijd gegeven door de
maatschappij van Rhetorika te Deijnze; zoo gelukte het vier
malen aan den jongen Ledeganck met de lauweren uit het
strijdperk te treden, maar het is niet in deze wisselvallige
overwinningen dat men den poëet moet bewonderen, want
gelijk ik het meermalen zal zeggen en bewijzen de officiële
dichtstukken betuigen niets en Ledeganck heeft zulks zelfs
ondervonden als hij in eenen dier wedstrijden overwonnen
wierd door eenen haardkrabber die nogtans een erbarmlijk
dichtstuk aan den dag had gebracht.
Na zegenpralend uit het strijdperk te Brussel gekomen te
zijn, in 4 834, zwoer Ledeganck zich aan de lotgevallen der
poë'zij niet meer bloot te stellen. Hij volgde zijne eigene in
boezeming en zijn eigen gevoelen. Begeerig naar studie en
werkzaamgeid doorgronde hij vooral de schriften der uitste
kende poëten onzer eeuw Hugo, Lamartine en Lord Bijron
waren zijne begunstigde schrijvers, hij las en herlas hunne
voortbrengselen, en weldra bemerkte men eene volkomen
omwenteling in zijne dichterlijke begrippen. Alsdan nam hij
eene taak op zich die menig ander sterk karakter zoude afge
schrikt hebben hij legde zich toe op hoogere studiën om
eens dan graad van doktor in de rechten te hekomen. Als hij
de lessen der hoogeschool volgen kon, kwam hij verscheidene
malen in de week te voet van Eecloo naar Gent.
Zooveel weetgierigheid, zooveel moed, zooveel vlijt en aan
houdendheid moesten toch eens bekroond worden ook ver
kreeg Ledeganck in 185S, met groote onderscheiding, den
graad van doktor in de rechten, naar denwelken hij zoo lang
en zoo vurig gehaakt had.
{Wordt voortgezet).