VAN IJPEREN.
4 FRANKEN ?S JAARS
Nr 265. Zesde Jaar.
Politiek. Stads,- Kunst- en Letternieuws. Verschiliige Tijdingen. Markten. Bekendmakingen.
BERICHT.
Oorlog en Vrede.
VOOR IJPEREN. Fr. 4-50 VOOR BUITEN STAD.
Aankondigingen 12 cenlimen den regel.
Reklamen 25 cenlimen.
V*'**
ZONDAG 21 APRIL 1867.
Bureel: Dixmudeslraat, 59. Alle inzendingen vrachtvrij.
_3f~ De persenen die het nummer van heden
niel lenig zenden. zullen in den loop der toeko
mende maand hunne kwijtanlië met den post ont
vangen.
De personen die het terugsturen zijn vriendelijk
verzocht op den band te melden door wie de \ve-
derzending geschied.
'l ïs walgelijk als men er op nadenkt, en het
is verwonderlijk dat zoo iets zoo dikwijls kan her
nieuwd worden, zonder dat het volk opslaat en
formeel weigert zich als slachtvee, onder hel mes
te laten leggen.
Ziel, het volk leeft rustig en te vreden de
ambachtsman werkt als een slaaf voor vrouw en
kind; de pachter zaait en maait, de schipper roeit
ongestoort zijne boot de wereld rolt gerust
voort.
Maar er zijn bier of daar twee gekroonden,
die door eerzucht of een ander valsch gevoel ge
dreven, voor een sink grond in twist geraken en
elkander aan 'l lijf vallen.
En was dat nog maftr zoowe zouden naar het
kurieus tweegevecht met plezier gaan zien; maar
ongelukkiglijk blijven de twee ruziemakers achter
de schermen, en hel zijn de volken die gedwongen
worden elkaar te verscheuren, gelijk hel wild ge
dierte in "de bosschen.
Voor het plezier of de hebzucht van dc ge-
kroonden worden landen verwoest, steden gebom
bardeerd, dorpen afgebrand, huisgezinnen uitge
moord, vrouwen-eer geschonden en dc burger
zelf moet zijnen eigen zoon ten offer brengen,
terwijl deze niet eens weet voor wat hij vecht.
En het schoonste van de historie is nog dat
wij zelf dc kosten moeten betalen, om ons te laten
ruïnceren of vermoorden voor keizers cn koningen,
die in onzen lijd van vrijheid, over de volken nog
beschikken, gelijk in dc verslaafde middeleeuwen.
En wat vraagt de burger integendeel In rust
cn vrede aan zijn dagelijksch brood te blijven
voorlwerken en zich niet te hekommeren, om de
dikwijls dwaze en bloedige fantaziën, die hij ccnen
godsgenadigc in liet hoofd kunnen broeien om zij
nen leugen lijd te dooden.
In onzen tijd domineert het geweld al te veel,
en in plaats van wezenlijk in de haan van den voor-
uilgang te treden dat is in dc haan van vrede
en voorspoed gaan wij met groote stappen ach
teruit naar de barbaarschheid.
Wat helpt het dat de mensch werkt en slaaft
om zijnen toestand te verbeteren en aan de armoe
te ontkomen, die dc bron is van zooveel rampen cn
ongelukken Terwijl hier dc menschelijke geest
wonderen schept, werelden met elkander verbindt
door den sloom en cleclricitcit ginder, in de ar
senalen, werkt een hoozc geest met evenveel cn
misschien nog meer vernuft, cn vindt gedurig ma-
chicncn uit om weer alles te verwoesten, te ver
nielen.
Indien die verwoesting, die vernieling nog
slechts van tijd tot tijd, met lange termijnen,
plaats had maar nog is het eene slagveld niet
opgedroogd, of het andere vraagt eene bemesting,
en kostbaar menschcnhlocd is altijd de gevraagde
vette.
Hier op de wereld kan dit alles glorierijk zijn;
maar er is toch een rechtveerdige God, die aan de
regeerders eens rekenschap zal vragen voor die
slachterijen, enkel begaan uit eigenbaat, of om
zich te redden uit den valschen toestand waarin zij
door eigen fout gebracht worden Handelsblad
IJperen, 4Maart 1SG7.
,TT
pfc!?ggpsBwa,
BI TOEKOMST,
B-HPEttESi, 20 Aps'il 1867.
ALLERZIELENNACHT.
Vervolg en slot).
Als't morgenrood 'l licht van het feest doet vcrbleekcn,
IJlt t meisje bezweet naai- den uitgang der zaal.
En huiverend staat ze om hour mantel te smceken,
Want reeds komt de koude heur leden doorbreken
Die koude is dc bron eener kwaal
Des anderdaags vindt men geen blos, op de kaken,
Van haar die zoo gister de balzaal ontvlood.
Vaarwel thans en dans, en muziek en vermaken....
Dc kwijnende maagd zal dit al niet meer smaken
Die uilgang van bal is heur dood.
IV.
Gestorven zij telde slecbls zeventien jaren,
Gestorven op 'l bal dat in rouwdag verging
Zij, rein als een engel, is heuengevaren
lil 'I blanke gewaad, met den krans in de hairen,
'I Was zóó dat de dood baar ontving.
tin 't kransje dat gister heur kapsel nog sierde,
Verwelkt thans op 't graf, 's meisjes killigc woon.
Mathilde die gister op 't feest lustig zwierde,
Ligt daar wis beur ziel die een engel bestierde
Klom dansend ook vóór Godes troon
V.
tfeur moeder Helaas! die met allerlei zorgen
Mathilde gekweekt bad met wrilusl, met smart;
Dit kind was beur troost, 't was zoo lief als de morgen.
Wat baat bet 'l ligt thans onder dc aarde verborgen
o IJslijk voor 't moederlijk hart.
Thans slaapt ze in bel graf waar we rouwend op knielen,
lil 't graf waar de worrem heur leden reeds knaagt.
Zij rust er... maar zietOp bet feest Allerzielen,
Wal spooken cn geesten op 'l kerkhof daar krielen
En wekken dc rustende maagd
(i Op, op a roept er een, die met vreemde gebaren
Haar nadert cn wenkt cn zoo akelig lacht...
Op, op want "i is tijd datdc geesten zich scharen,
Ten eeuwigen dans waar de riffen vergaren
En vieren den zielekcns nacht.
En dan begon 't feeste dier dwalende schimmen
Gevoerd door de streelendste hcemlcnmuzijk....
De mane stond boven den kerkhof te glimmen,
En zag al die tecdere zielekcns klimmen
Steeds hooger naar 't eeuwige rijk
VI.
Gij allen, mclieven, wie 't bal kan verlokken,
Denkt soms aan Mathilde cn baar treurige lot,
Aan T meisje, te vroeg aan ons allen onttrokken
Als gij, droeg ze een' krans in de golvende lokken,
Een krans waar dc dood soms mcö spot
Als gij, zij vergaarde de jeugdigsle bloemen,
Waarmede de lente des levens zich smukt
Maar kort was dc stond waar heur' lente op mocht roemen.
Ja kort ook de stond dat zij levert mocht noemen
De dood heeft dit alles geplukt
VicTon Vande Weghe.