SPRUTOL SINKSEN De Kalvarie Ontwapening ZONDAG 20 MEI 1934. KATHOLIEK NIEUWSNOTARIEEL- EN AANKONDIGINGSBLAD. 31° JAAR. Nr 29. POLITIEKE KRONIEK de hernieuwing van het wonder van den h. januarius ^ïcoreiwyppelIER-TAFFIN Minister JASPAR aan hel woord sproeten™, 1 Verkrijgbaar in alle Apotheken. B Laatste Berichten stort 11,70 frank Donderdag morgen doet een nieuwe ontploffing zich voor in zelfden mijnader Reddingsploeg zwaar getroffen - Opnieuw 14 dooden en 7 gekwetsten TE PATURAGES 42 Dooden. - 4 Gewonden. Koning en Ministers op de plaats der ramp DE POPERINGENAAR Uitgever: SANSEN-VANNESTE POPERINGE Telefoon N' 9. Postch. N' 15.57C ABONNEMENTSPRIJS VOOR 1 JAAR (per post) Binnenland 18,60 fr. Belgisch Congo 1 35,fp. Frankrijk 35,tr. Alle andere landen 55,fr. TARIEF VOOR BERICHTEN: Kleine berichten per regel l.CO fr. Kleine berichten (minimum) 4,00 fr. 2 fr. toel. v. ber. met adr. t. bur. Berichten op 1* bl. per regel 2,50 fr. Berichten op 2* bl. per regel 1,75 fr. Berichten op 3" bl. per regel 1,50 fr. Rouwber. en Bedank, (min.) 7,00 fr. Te herhalen aankondigingen: prijs op aonraeg. Annoncen zijn vooraf te betalen en moeten tegen den Woensdag avond ingezonden worden. - Kleir.e berichten tegen den Vrijdag noen. WEEKBLAD: 35 CENTIEMEN. Over vijftig dagen is de Heer weer levend geworden. Had de Vader moe ten weten dat zijn Zoon niet meer zou verrijzen, Hij ging Hem niet la ten sterven ge kunt dat peinzen. Hij ging Hem niet laten begraven gij ziet dat van hier. En werkelijk herleefde Hij op Faasehmorgen. Over tien dagen deed Hij zijn leer lingen opzien een heelen tijd lang naar zijn wonderbare hemelvaart. En nu zijn ze in het cenakel ver gaderd; plotseling begint het als voor een donderweer. De hemel is blauw nochtans gelijk altijd binst dit jaar getijde in die streek. Welke hevige wind steekt er op? Hun verschijnen verspreide vurige tongen, en allen worden vervuld van den H. Geest en spreken verschillen de talen. De menigte staat verbaasd. ZE ZIJN ZAT Als met een magnetische kracht bezield, den fluide der liefde spreken de eerstelingen der kerk; zi; weten wat ze zeggen; een hoogere geest beheerscht hun informatie dienst. Er zijn sceptiekers die lachen met hun geestdrift: «De zoete wijn gaat naar hun hoofd, ze zijn zat. Waarlijk zijn ze als dronken van den spiritus, waarin ze smaak vonden, den H. Spiritus. Hun woorden zullen door spotters als dwaasheid aanzien worden, maar hun belanglooze liefde zal op den duur ook voor hun vijanden sympa thiek worden. Petrus spreekt zijn volkstaal die op dien hoogdag litur gisch klinkt en door alle volkeren als een moedertaal verstaan wordt. Nieuwsgierigheid, verrassing. Met één slag is hij populair. Hij heeft kon- takt genomen met de volksziel, hi; wint het vertrouwen en vindt den weg naar 't hert. Zijn vurige tong improviseert hem predikant en paus, hij spreekt en leest zijn eersten we- reldbrief af. Dat is een type zeggen de toe hoorders, en bij duizenden bekeeren ze zich. Er zit daar een verborgen kracht achter, een naamlooze, de geest van God zelf. VURIGE TONG Een vurige tong is ernstig. Zij is niet slaperig en wordt niet laf tien maal per dag. Een vurige tong de- klameert niet voor de galerij met een schijn van zelf niet te gelooven wat zè zegt. Een vurige tong galmt uil, zoo klinkt het niet, zoo botst het, met coups de languevoor al die 't hooren wil of ook niet hooren. Een vurige tong kent geen koude berekening of winstbejag, zij predikt zich zelf niet, maar een Gekruiste. Zij spreekt tot de massa over toe komstig geluk en die volksmassa die t geluk altijd zoekt en ook altijd vlucht luistert gretig. Zij spreekt voor den man-in-de-straat, die benauwd is van 't Goddelijke en er toch naar hunkert. Een vurige tong verwacht niets van haar welsprekendheid; aUes verwacht ze van een eenvoudig gebed, alles van een diepgevoelde vernedering, van een schop in de broek; zij verwacht het sukses van wege de openbare te genspraak, van wege het gevang en den pak geeselslagen. Een vurige tong bedankt ervoor, want ze weet wel van wien het komt. Zij weet zoo wel dat de vervolging nog het best is van alies, wat kan overkomen om nieuwe aanhangers voor de goede zaak te winnen. REDETWIST Gij voigt die twaalf, ieverig wer kend, elk in zijn kring. En gij rede neert: Al goed en wel, maar die man nen zijn raclikalen, bij hen is 't al of nieis. Ja. Echte revolutionnairen, ze wer pen alles omver en gaan voor niets achteruit. Ze kennen de techniek der propaganda en de kernmethode. Ja, en ze noemen elkaar broe der» in familiegeest. Ze hebben volmacht, ze voeren gezag tegen sterren en wind. Als fas cisten van onzen tijd. Hm! Kommunisten ook, want ze ver- deelen alles onder elkaar. Ze zijn noch radikalen, noch re volutionnairen, noch fascisten, noch kommunisten, 't zijn apostelen, kort weg. Hun werk is bovennatuurlijk of 't is niets. Hun arbeid is een hooger ingrijpen... Vindt gij een beteren uitleg met andere oorzaken, spreek. Te voren gingen ze uit hun weg als ze een Farizeër tegenkwamen of een anderen vijand en nu kijken ze vlak In hun wezen, ze hebben goesting naar 't gevang of de marteldood. Zeldzame liefhebberij. Welk is hun programma? Christus. Ze zijn als bezetenen. Van den H. Geest. Door dien derden Persoon van allereerste ge halte werden zij omschapen in echte persoonlijkheden. Zij hebben alles geleerd ineens en hebben er geen zeer hoofd van. Ze zien ver, breed en diep. De wereld zal niets kunnen tegen hen, zij zuilen zelf de wereld ver overen. A. B. Ook dit jaar, op 6 Mei 1.1., heeft het vloeibaar worden van het bloed van den H. Januarius zich te Napels herhaald. Het geschiedde te 7 u. 25 's avonds toen de plechtige processie zich van de kathe draal naar de basiliek van Santa Chiara begaf. Een ontzaglijke menigte was ln de basiliek samengedrumdhaar geestdrift was overweldigend. Na twee minuten was het bloed in volledig vloeibaren toestand, en het wonder werd met klokkengelui van alle kerken aan de bevolking bekend gemaakt. lUIBBBBBBBBBBBEIBBBBBSaBBBBE BELGISCHE FABRIEK VAN Er is geen flaganter tegenstelling denkbaar dan deze titel. Tien jaar geleden zou hij misschien een vrij moedige publieke reaktie uitgelokt hebben. Thans is er omtrent geen sterveling die zich nog warm maakt voor de ontwapeningsgedachteSchiet ze op of blijft men erop zeuren, nie mand die het zich aantrekt. Iedereen is bij voorbaat overtuigd dat het resul taat een negatieve beteekenis krijgt. Ten andere weet iedereen pertinent goed, dat er noch sprake is van ont wapening, noch van vrede. Ten hoog ste mag er eens schuchter beweerd worden dat het misschien (de 100 zekerheid is -op verre na niet bereikt) tot een zekere beperking der bewa pening n komt. En zelfs hiervoor valt op verre na geen geestdrift te be- speure Ware 't niet van de wan hopige pogingen van den labour-af- gevaardigde sir Arthur Henderson, dan ware de ontwapeningskonferen- tie sedert lang roemloos uitgeteerd. De vrees dat ze haar bestaan niet lang meer rekken zal is verre van ongegrond. De katastroof van 1914-18 is reeds veel te ver van ons af opdat ze nog voldoende kracht zou uitstralen om de eerste stap naar een nieuw kon- flikt te verhoeden. De les is nochtans hard genoeg geweest. Doch is er wel een les hard genoeg voor de mensch- heid? De jongste oorlog is op verre na de eerste les niet geweest, en zal jammer genoeg ook de laatste niet zijn. Hoe scherp een konftikt ook in het merg der betrokken generatie dringt; de scherpte staat in omge keerde evenredigheid met de komen de geslachten. En voor de knapen- schap van nu is de wereldoorlog ver vallen tot een geschiedkundig feit, dat ze te memoreeren krijgt, net als zooveel andere. Juist diezelfde kna- penschap staat morgen op de bres voor het leven. Welke waarde behoudt dan nog het verleden voor haar? De Thomas-ongeloovigheid is zoo algemeen-menschelijk dat zelfs de gruwelijkste waarheden vervallen tot fantazie- en sprookjesniveau. Binnen enkele jaren wordt de laatste oorlog nog een vruchtbaar veld voor groot vaderlijke verhaaltjes. En daarmee zal 't ook al zijn. Het is de tragiek van de mensch- heid. Noch verleden noch heden staan borg voor de tqekomst. Noch de zond vloed, noch Sodoma en Gomorrha hebben de mensch geleerd. De mensch is eenvoudig niet te leeren. Sedert Ahasverus de vlam in Christus' oogen opving en tot zwerven gedoemd werd, is zijn lot het lot geworden van de miljoenen die na hem gekomen zijn. Wij verbranden wat onze voorouders aanbeden hebben, en onze kinderen zullen aanbidden wat wij verwerpen. Clovis heeft geen navolgers gevonden op leeken-terrein. En de tegenstelling oud en jong is geen ijdel woord. Doch niet enkel de opeenvolgende generaties, die uit den tijd ontstaan, zijn oorzaak dat de les van 1914 tot een verouderde foto vervaagde. Er is deze tijd zelf. Niemand zal durven beweren dat we bij het cul minatiepunt eener bloeiperiode staan. Integendeel. We hebben zoo den in druk dat ive feitelijk de nevel zijn waardoor de zon poogt te boren. Het erfdeel dat we enkele jaren geleden meegekregen hebben, kun nen we maar niet exploiteer en. Het is een hopeloos trachten en zoeken naar nieuwe vormen, nieuwe waar den, nieuwe inzichten. Het legt er op aan dat onze generatie eerst moet geofferd, vooraleer er wat licht op de aarde schijnt. Van een feit zijn we echter zeker. Er wordt in deze tijd van alles geëxperimenteerd voor en tegen ons. Het ergste is dat alle ex perimenten aanvaard worden, juist omdat het experimenten zijn. Al wat voorloopig en onstabel is gaat door de zeef. Maar de groote, stabiele waarheden schuiven ice eenvoudig van ons af. Volkerenbond, ontwapeningskonfe- rentie, verdragen-furia, allemaal tee kenen van dezen tijd, pogingen om licht te scheppen in de duisternis. En quasi-allemaal mislukkingen. Geen enkele poging naar vast evenwicht wordt met welslagen bekroond. Het lijkt de kunstenaar die de vlam der schepping in zich voelt branden, maar vruchteloos zijn leven verslijt om het erts van de diamant te schei den. Et in terra, pax hominibus, bonce voluntatis Zoo klinkt toch de bood schap! Laat ons nu een oogenblik veron derstellen dat er een solied ontwa peningsverdrag tot stand komt, wie zou op de duurzaamheid ervan dur ven bouwen? Niemand! Omdat er geen zier wederzijdsch vertrouwen meer bestaat. In al het zoeken en pieke ren naar nieuwe levensbronnen, werd juist het elementairste aller gevoe lens opgegeven: het vertrouwen. Zon der vertrouwen geen deugdelijk re sultaat. Spreekt eens van vertrouwen tus- schen Frankrijk en Duitschland. Want terwijl de gruwel van den oor log door den tijd uitgeveegd wordt, terwijl de meestersvan heden, zegge de menschen, icanhopig wor stelen om uit den stikkenden chaos te geraken om een beetje gezonde lucht op te snuiven gaat het duel Frankrijk-Duitschland zijn gang. In- tusschen gebeurt het onvermijdelijke. Het probleem is zeer elementair en zeer klaar gesteld tusschen die twee. Voor Frankrijk geldt het: hoe blij ven wij gewapend en hoe beletten we Duitschland van zich te herbe wapenen zoodanig dat het voor ons niet gevaarlijk wordt. De Duitsche stem roept: Te Ver sailles werd er beloofd te ontwape nen. Die belofte is tot hiertoe niet verwezenlijkt. Welnu wij eigenen ons dan ook het recht toe groote mensch te worden, ergo we wapenen ons. Hoe die twee uitersten kunnen of zullen verzoend worden is ons een raadsel, of beter welk wordt het uit eindelijk resultaat van die botsing? Per slot van rekening zcordt dat duel een uitgebreide strijd tusschen twee kampen, want beide thesissen hebben noodzakelijkerwijs hun aan hangers. Intusschen worden nieuwe genera ties gebouzvd, nieuwe uitkijkposten gemetseld en een nieuwe toekomst voorbereid. Met dergelijk materiaal is de uitkomst fataal. De mizerie der ontzoapening is een voudig een treffende illustratie van deze waardelooze tijd. Het volslagen gebrek aan vertrouwen heeft zich ge concentreerd op dit bij uitstek inter nationaal terrein. Wanneer deze we reld de elementaire levenswaarden zal herwonnen hebben, zal het oni- wapeningsvraagstuk van de baan zijn, juist als de krisis ten andere. De mensch hoeft zich niet te bekla gen. Hij krijgt waarop hij recht heeft. Het ergste is dat hij in zoo verre verdoofd is dat hij het niet eens voelt. Als de komende generatie' de be teekenis van 1914-18 verliezen is het hun schuld niet. Slechts zoat beleefd wordt drukt betrekkelijk lang en diep zijn stempel. Maar als de huidige ge slachten hun tijd verliezen aan beu zelarijen bij gebrek aan ernst en diepte, dan valt er geen verontschul diging in te brengen. Wie niet hoo ren wil moet voelen. Sir Arthur Henderson spanne zich nog zoo prijzenswaardig in. Het antagonisme tusschen twee rassen wordt niet opgelost te Ge- nève. En de toekonzst van Europa, van de geheele wereld berust noch in Go- bineau's rassentheorie, noch in So- delo's princiepen van geweld, noch in Marx' klassenstrijd. Ze is in verzekerde bewaring te Rome. En Rome wacht op een teeken. Hopen we dat de meesters van moregnnog een kans krijgen vóór het ergste gebeurt. (Verboden nadruk.) Herwig. eSlSaSSBSSBBIBBlBBBBBBmBBBSBB GEEN INFLATIE MAAR DEFLATIE Woensdag avond sprak Minister Jaspar voor de radio. Hier zijn rede weergeven is ons onmogelijk gezien dit veel te lang zou loopen. Hier geven wij echter de grootste lijnen: Geen inflatie; Politiek van deflatie-vermindering van levensstandaard Vermindering der uitgaven in de ver scheidene Ministeries, in verhouding met de daling van het Indexcijfer; Vermindering van verscheidene belastin gen of taksen; Verlaging van den intrest; Fiscale vereenvoudigingen; Stevigheid van den frank; Het in evenwicht houden der begrootin- gen; Verbetering bewerken van den eeonomi- schen toestand. Deze rede was uiterst belangrijk en be wees nog eens te meer hoe moeilijk het is in deze huidige tijden een Land te be sturen en te beheeren, en hoe onze te genwoordige Regeering wel degelijk op de hoogte is en blijft van hare taak. komen vroeg in het voorjaar. 1 Voorziet Udaarom tijdig van een pot 1 BE VROEGERE GROOTE RAMPEN IN BORINAGE Ten allen tijde is het Zwarte Land door vreeselijke mijnrampen geteisterd gewor den: In 1819. in den put Grande-Veine, te- Wasmes: 91 dooden. In 1821, Escoulïiaux: 25 dooden. In 1831, Grande Veine du Bois d'Espi- nois, te Elouges: 36 dooden. In 1836, Grand Buisson: 22 dooden. In 1841, La Boule, te Paturages: 28 dooden. In 1845, Nord du Bois de Boussu: 42 dooden. In 1850, Ri-eu du Coeur: 76 dooden. In 1852, Longterne-Ferrand66 dooden. In 1852, Longterne-Trichère24 dooden. In 1865, Midi de Dour: 57 dooden. In 1868, Produits: 55 dooden. In 1871, put 3 van Hornu et Wasmes: 35 dooden. In 1875, l'Agrappe: 112 dooden. In 1879, L'Agrappe: 121 dooden In 1880 had een vreeselijke mijnramp plaats in den put Gmnd-Buisson; in 1886 in den EscoufEiaux; in 1887 te La Boule; in 1892, in den Agrappe; in 1894 in den Sans Calotte; in 1901, in den Grand-Buis- son; in 1827, Levant de Mons; in 1930, te Elouges. waar overal talrijke slachtoffers te betreuren waren. «o» Vrijdag, 13 uur. De officieele cijfers zijn als volgt: 57 dooden 17 gekwetsten. Alle reddingswerken zijn opgegeven; de mijn is onder water gezet; 32 lijken zijn er in gebleven. Alle hoop ze ooit terug te vinden is opgegeven. DE LIJKPLECKTIGHEDEN zullen plaats hebben Zaterdag. Z. EM. MGR VAN ROEX Aartsbisschop van Mechelen, zal de rouw- plechtigheden komen bijwonen. IN DEELNEMING zullen alle koolmijnen in 't Land Zaterdag gesloten blijven. lEBBSaaaSQ^BSBSSBBSSËSSSSSBEi op postcheckrekening nummer 15.570 van V. SANSEN-VANNESTE, Poperinge, en ons blad wordt U wekelijks toegezonden van nu tot Nieuwjaar. Abonnementsprijs voor FRANKRIJK van nu tot einde jaar: 25,50 fr. EEN DER GEWONDEN OVERLEDEN Een van de opgehaalde gewonden is Woensdag namiddag aan de gevolgen der vreeselijke brandwonden overleden De Mijnbestuurder en twee ingenieurs omgekomen. De lijkkisten der eerste ramp worden vermeerderd met die der tweede. Be zaal voor de stortbaden werd tot voorloopige depot herschapen. hij niettemin zich bij de reddersploeg voegde en de dood vond in de mijn. Later werden de lijken van de H.H. Sottiaux, Van Molle en Delorgne boven gehaald. Er bestaat bijna zekerheid dat geen enkele man die nog vermist wordt in de mijn levend zal teruggevonden wor den zoodat men ze als dooden mag mee tellen. Om de reddingswerken voort te zetten daalde later de reddersploeg van Char leroi in de mijn. Aan den ingang der mijn waren er tientallen mijnwerkers die zich voorstelden om hun gevallen mak kers ter hulp te komen. De nieuwe ramp eischte 14 dooden, wat het getal der slachtoffers der twee ont ploffingen op 56 brengt. DE KONING WEEROM TER PLAATS Zoodra de Koning uit Beverloo terug gekeerd was te Brussel, is hij alweer naar Paturages afgereisd waar hij in der na middag toekwam en naar de infirmerie ging waar hij het Ridderkruis spelde op de borst der ongelukkige verongelukte ingenieurs. Hij begaf zich nogmaals aan de sponde der gekwetsten om hun moed in te spreken. De Koning was diep ge troffen door de schrikkelijke gebeurte nissen. Z. EXC. MGR. RASNEUR, BISSCHOP VAN DOORNIJK, TER PLAATS Z. Exc. Mgr. Rasneur, Bisschop van Doornijk, kwam ook ter plaatse de ge kwetsten opbeuren en om een laatsten zegen te geven aan de gruwelijk verminkte lijken die reeds bovengehaald waren. (Zie vervolg 3' kclomj VERSCHEIDENE GEBROERS ONDER DE SLACHTOFFERS DEELNEMING IN BINNEN- EN BUITENLAND IN ANGSTIGE VERWACHTING STA/N DE BLOEDVERWANTEN, WERK MAKKERS EN KENNISSEN DER SLACHT- OFFERS VOOR DE GES .OTKN POORT DER MIJN, VERDER NIEUWS TE VERBEIDEN. Rond 8 uur in den avond van Dinsdag laatstleden was op den koer van de kool mijn van Fier van Lambrechies te Patu rages de aflossingsploeg gereed om in de mijn te dalen, toen almeteens een hui zen hooge vlam uit de mijnschacht kwam en zij een grooten schok voelden in den grond. De mijnwerkers wisten dadelijk wat vreeseiijks zulks zeggen wilde: ergens in de mijn, diep onder den grond, had een vreeselijke grauwvuurontploffing plaats gehad. Onmiddellijk telefoneerde men naar de koolader gelègen op 805 meter diepte waar gewerkt werd door een pleeg van 46 mijnwerkers, maar men kreeg geen antwoord. Hulpploegen vormden zich da delijk. en vc&rzien yan helmen en gas maskers trokken zij de ciepte in, om zoo mogelijk nog de ongelukkige werklieden in de mijn ter hulp te komen. In den geteisterden mijngang gekomen bestatigden zij vreeselijke verwoestingen. Overal hadden zich instortingen gedaan, zware steunbalken lagen versplinterd en er heerschte een verstikkende hitte. Met alle moeite kon men 5 gekwetsten vinden die aanstonds naar boven werden gebracht. Zij waren alle vijf erg verbrand over gansch het lichaam. Van de overige 41 zou men geen enkel nog levend vinden. Ondertusschen was brand ontstaan in de mijn waardoor de reddingswerken nog fel bemoeilijkt wer den. Steeds zocht men voort naar de lij ken en in den middag van Woensdag had men reeds 12 lijken geborgen. Sommige lijken waren letterlijk doorzeefd van de keien die diep in het vleesch gedrongen waren, wat getuigt van de ontzettende macht der ontploffing. Alle kleederen wa ren afgerukt of verbrand. Om het vuur te bemeesteren werden steenen en cement aangebracht om zoo noodig de in vlam zijnde gaanderijen dicht te metselen. Het vuur kon later evenwel beperkt gehouden worden tct ze- Ten teeken van rouw hebben Donderdag namiddag Kamer en Senaat besloten de zitting te heffen en e-ep afvaardiging te sturen naar de plaats des onheils. Uit vele plaatsen en van wege veel vreemde regeeringen zijn berichten van deelneming toegekomen. De Duitsche red dersploeg van Essen boden telegrafisch hun diensten aan om de reddingswerken voort te zetten. Verscheidene giften kwamen reeds toe om steun en hulp te verleenen aan de zoo diep getroffen families. kere punten, maar instortingen doen zich gedurig weer voor, wat een nieuw gevaar brengt van de reddingsploegen. De opgehaalde lijken werden onderge bracht in de badinrichting der mijn. VREESELIJKE TOONEELEN hebben zich aldaar afgespeeld bij de ake lig misvormde en zwart geblakerde licha men gehuld in hun spierwit doodslaken in de met aller haast bijgehaald, doods kisten werden bijgeze Deze hartverscheurende tooneelen her haalden zich telkens de lift met haar droeven last uitgestrekt op eene draag baar boven kwam. Vrouwen wier de tranen het gezicht verduisterden bogen zich over die zwart blauwachtige doodenmaskers en trachtten er te vergeefsch nog een trek in te her kennen van deze welke haar zoo lief was. Al wat men zien kon, waren akelig ver trokken docdenmaskers die zwart vlek ken uit de witte lakens. Eu hun aantal groeide steeds aan. DE KONING EN DE MINISTERS VAN CAUWELAERT EN VAN ISACKER TER PLAATS Om 3 uur namiddag op Woensdag kwam de Koning te Paturages toe en be gaf zich onmiddellijk naar de geteisterde mijn. Zijn Majesteit liet zich inlichten over de vreeselijke ramp, deed zich de reddingsploegen voorstellen. De mannen kwamen voor, gansch beslijkt en door drenkt. Voor allen wist hij een dankwoord en hij drukte hun de hand. Vervolgens ging hij een laatste groet brengen aan de zoo deerlijk verminkte lijken die reeds bovengehaald werden waarna hij een bezoek ging brengen aan de gekwetsten. Daarna is de vorst naar de hoofdstad teruggekeerd. In den morgen waren reeds Ministers Van Cauwelaert en Van Isacker ter plaatse geweest. Reeds waren 18 lijken der ramp van Dinsdag opgehaald, Donderdag morgen, toen rond 10.20 uur een reddingsploeg in de mijn daalde om de andere redders, die reeds uren zwoegden om de lijken te be vrijden, af te lossen. Pas was de aflos singsploeg op een diepte van 400 meter gekomen of zij werden een nieuwen schok gewaar. Iets ergs vreezende beslo ten zij toch maar verder de mijn in te gaan. Op de hoogte gekomen van den mijnader waar Dinsdag de vreeselijke ramp zich voordeed, bemerkten zij groote stofwolken en rook, allerlei steenen en stukken hout die rondgeslingerd waren en daar tusschenin menschelijke licha men. In allsrhaast, in een atmosfeer van ontzetting, snelden de moedige redders ter hulp der kameraden en 8 mijnwer kers, gekwetst, konnen naar boven ge bracht worden. De nieuwe ramp, die spoedig dooi de bevolking vernomen werd, vervulde ieder een met ontzetting. Ook vernam men wel dra dat van de gunsche reddersploeg, ge troffen door de nieuwe grauwvuurontplof fing, velen nooit meer levend zouden bo ven kimen. Onder de ongelukkigen be vonden zich de mijnbestuurder Allard, de ingenieurs Sottiaux en Van Molle, de toezichter der mijnen Delorgne, een chef- porion, en de overige waren moedige werklieden die hun getroffen kameraden waren ter hulp gekomen. De ontsnapten waren diep onder den indruk van hetgeen voorgevallen was en als met stomheid geslagen. Als tragische bijzonderheid dient gemeld dat Ingenieur Van Molle de nieuwe ramp vreesde, dat Bijzonder tragisch heet het feit da. er zich verscheidene gebroeders onder de slachtoffers bevinden. Het zijn onder meer: Zéphir en Gustave Garet, Louis en Noël Cornet, Albert en Jules Huart, Alfred en Louis Cousin, Adelson en Pierre Aucquier, Achille en Aarthur Lermu- nieux, Leon en Fernand Dehon. DIEPEN ROUW Gansch de koolmijnstreek Is door de gruwelijke ramp in rouw gedompeld. Aan de gevels der werkliedencentralen hangen nu de vlaggen half-top. De tegenwoordige ramp komt juist op een oogenblik van moeilijkheden in de mijnstreek. De loo- nen dienen verlaagd, volgens de bazen, maar de mijnwerkers willen daarvan niet hooren. Immers het gaat reeds zoo slecht en hun loon schommelt wel eens maar meer rond de 26-35 fr. alswanneer zij troegper van de best betaalde werklieden ter wereld waren Donderdag 1.1. moest een referendum of volksstemming onder de mijnwerkers plaats hebben om te weten of men wel of niet in staking zou gaan als protest te gen de bedreigde loonsverlaging. Volgens de laatste berichten is deze kwestie voor een bepaalden tijd weerom uitgest -ld. De aunplakbrieven die opriepen voor het referendum dat Donderdag moest plaats hebben, zijn alle beteekenis kwijt. Wie kan er nog denken aan strijd nu dat 41 menschenlevens met een slag werden vernietigd, nu dat er zooveel huishoudens in ramp gedompeld werden. De verslagenheid is algemeen en zwaar de rouw die voor een oogenblik althans, alle veeten doet vergeten. De Koning op de plaats des onheils. Kening Leopold III, in gezelschap van Ministers Van Cauwelaert en-Van Isat-i espreekt roet üe ingenieurs over de oorzaak J.r ramp. Be redders, niets vreezend, voorzien van hunne gasmaskers, snellen ter hulp der verongetiktrn.

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1934 | | pagina 1